WAARSCHUWING
(Vervolg)
bevatten koolmonoxide (CO) dat
reukloos en onzichtbaar is. Het
kan bewusteloosheid veroorzaken
en zelfs dodelijk zijn.
Volg de volgende aanwijzingen
op indien het voertuig vastzit in
de sneeuw:
Verwijder de sneeuw rond de
onderkant van het voertuig, in
het bijzonder de sneeuw bij
de uitlaatpijp.
Controleer van tijd tot tijd of
de sneeuw zich daar niet
ophoopt.
Open aan de luwe zijde van
het voertuig een raam met
ongeveer 5 cm (2 inch), om
verse lucht binnen te laten.
WAARSCHUWING
Open de luchtuitlaten op of o-
nder het instrumentenpaneel.
Stel het klimaatregelsysteem
zodanig in dat de lucht in het
voertuig circuleert en stel de
aanjagersnelheid in op de
hoogste stand. Zie Klimaat-
regelingen in de index.
Voor meer informatie over
koolmonoxide, zie Motoruitlaat op
pagina 9 22.
Laat zo nodig de motor gedurende
korte tijd draaien om warm te
blijven, maar wees voorzichtig
hiermee.
Bespaar brandstof door de motor
alleen korte tijd te laten draaien om
het voertuig op te warmen. Zet
(Vervolg)
vervolgens de motor af en sluit het
raam grotendeels om te voorkomen
dat warmte verloren gaat. Herhaal
dit totdat hulp aanwezig is, maar
(Vervolg)
Rijden en bedienen
start de motor alleen als u het erg
koud hebt. Beweging helpt ook om
warm te blijven.
Als het enige tijd duurt voordat hulp
arriveert, moet u af en toe het
gaspedaal een beetje intrappen als
de motor draait, zodat deze iets
sneller loopt dan het stationaire
toerental. Hierdoor blijft de accu
geladen, zodat u het voertuig
opnieuw kunt starten en kunt seinen
met de koplampen. Doe dit zo min
mogelijk om brandstof te besparen.
Als de auto vastgeraakt is
Laat de wielen langzaam en
voorzichtig ronddraaien om het
voertuig los te krijgen als het vastzit
in zand, modder, ijs of sneeuw.
Als het voertuig zo vastzit dat het
niet kan loskomen met het tractie-
systeem, moet u het tractiesysteem
uitschakelen en de schommelme-
thode gebruiken. Zie Traction
Control-systeem (TCS) op
pagina 9 31.
9-9