5-22
Instrumenten en knoppen
Controlelampje voor de
achterlichten
Dit lampje gaat branden wanneer de
achterlichten zijn ingeschakeld.
Lampje cruisecontrol
Dit lampje is wit als de cruise control
is ingeschakeld en groen als het
systeem actief is.
Bij het uitschakelen van de cruise-
control gaat het lampje uit. Zie
Cruisecontrol op pagina 9 36.
Informatiedisplays
Driver Information
Center (DIC)
Het DIC toont informatie over uw
auto. Bij een systeemstoring toont
het ook waarschuwingsberichten.
Zie Voertuigberichten op
pagina 5 29. Alle berichten
verschijnen op het DIC-display in
het midden van de instrumenten-
groep.
Het voertuig kan ook over functies
beschikken die kunnen worden
aangepast met de bedieningsele-
menten op de radio. Zie Persoon-
lijke instellingen op pagina 5 39.
DIC-werking en displays
Het DIC heeft verschillende
schermen die u kunt opvragen met
de DIC-knoppen die zich op de
richtingaanwijzerhendel links van
het stuurwiel bevinden. Op het DIC
wordt dagteller- brandstof- en
voertuigsysteeminformatie getoond
en er verschijnen waarschuwingsbe-
richten als een systeemstoring
wordt gedetecteerd.
Onderaan het DIC-display is de
stand van de schakelhendel en de
kilometertellerstand te zien.
DIC-knoppen
1. SET/CLR: Gebruik deze knop
om het menu-item in te stellen of
te wissen wanneer dit wordt
weergegeven.
2.
/
(duimwieltje) Gebruik
het duimwieltje om door de items
van elk menu te lopen.
3. MENU: Druk op deze knop om
naar de menu's Trip/Fuel
(dagteller/brandstof) en Vehicle
Information (voertuiginformatie)
te gaan.