WAARSCHUWING
(Vervolg)
bestuurder moet zo ver mogelijk
naar achteren zitten als de
correcte bediening van de auto
toelaat.
Inzittenden mogen niet tegen het
portier of de zijruiten leunen of
rusten op zitplaatsen met zijair-
bags in de stoelen en/of gordij-
nairbags.
WAARSCHUWING
Kinderen die tegen of heel dicht
bij een airbag zitten die afgaat,
kunnen zwaar of dodelijk letsel
oplopen. Airbags en driepuntsgor-
dels beschermen volwassenen en
oudere kinderen, maar geen
jonge kinderen en baby's. Noch
het veiligheidsgordelsysteem,
noch het airbagsysteem van de
WAARSCHUWING
auto is voor hen ontworpen.
Jonge kinderen en baby's hebben
de bescherming van een kinder-
zitje nodig. Zet kinderen altijd
goed vast in de auto. Zie Oudere
kinderen op pagina 3 30 of Baby's
en jonge kinderen op pagina 3 32
om te lezen hoe dat moet.
Er zit een lampje Airbag gereed met
een airbagsymbool in de instrumen-
tengroep.
(Vervolg)
Stoelen en veiligheidssystemen
(Vervolg)
Het systeem controleert het
elektrisch gedeelte van de airbags
op storingen. De lamp wijst u op
elektrische storingen. Zie Airbag-
controlelampje op pagina 5 13 voor
meer informatie.
Waar zitten de airbags?
De frontairbag van de bestuurder zit
midden op het stuurwiel.
3-17