5-20
Instrumenten en knoppen
Voor SS-modellen: als dit lampje
gaat branden, staat de auto in de
sportieve modus. Er wordt ook een
waarschuwing op het DIC weerge-
geven voor de sportieve modus van
de StabiliTrak. Zie Rijcontrolesys-
teemberichten op pagina 5 35 voor
meer informatie.
Zie Traction Control (TCS) op
pagina 9 31 en StabiliTrak®-sys-
teem op pagina 9 32 voor meer
informatie.
Lampje bandenspanning
Bij auto's met het controlesysteem
bandenspanning (TPMS) licht dit
lampje bij het starten van de motor
korte tijd op. Het verschaft infor-
matie over de banenspannings-
waarden en het TPMS.
Lampje brandt ononderbroken
Dit geeft aan dat de spanning in een
of meer van de banden aanzienlijk
te laag is.
Ook kan een bericht van het Driver
Information Center verschijnen over
de bandenspanning. Zie Berichten
bandenspanning op pagina 5 37.
Stop zo snel mogelijk en breng de
banden op de spanningswaarden
zoals aangegeven op het informatie-
label banden. Zie Bandenspanning
op pagina 10 42.
Lampje knippert eerst en brandt
daarna ononderbroken
Als het lampje ongeveer een minuut
knippert en dan blijft branden, kan
er probleem zijn met het TPMS. Als
het probleem niet wordt opgelost,
gaat het lampje branden bij iedere
startcyclus branden. Zie Werking
bandenspanningscontrole op
pagina 10 45.
Lampje motoroliedruk
Let op: Bij een onjuist motorolie-
peil kan de motor beschadigd
raken. Ritten bij een te
laag motoroliepeil kunnen
eveneens schade aan de motor
toebrengen. Dergelijke reparaties
worden niet gedekt door de
garantie van de auto. Controleer
het oliepeil zo spoedig mogelijk.
Vul zo nodig olie bij, maar laat de
auto nakijken, als de oliedruk te
laag blijft ondanks dat het oliepeil
binnen het juiste bereik ligt.
Ververs de motorolie altijd
volgens het betreffende onder-
houdsschema.