1-8
Kort en bondig
Stuurwielverstelling
Verstellen van het stuurwiel:
1. Zet de hendel omlaag.
2. Beweeg het stuur omhoog of
omlaag.
3. Druk of trek het stuurwiel naar u
toe of van u vandaan.
4. Zet de hendel omhoog om het
stuurwiel te vergrendelen.
Verstel het stuurwiel nooit tijdens
het rijden.
Binnenverlichting
Plafondverlichting
De knoppen voor de plafondverlich-
ting bevinden zich in het plafond bij
de achteruitkijkspiegel.
Druk op de volgende knoppen om
de instellingen te wijzigen:
: Schakel de lamp uit, zelfs als
een deur is geopend.
: Hiermee wordt de lamp
automatisch ingeschakeld, zelfs als
er een portier is geopend.
: Schakel de lamp in.
Voor meer informatie over de
binnenverlichting, zie Knop voor
instrumentenverlichting op
pagina 6 6.
Rijverlichting
De lichtschakelaar zit op het instru-
mentenpaneel, aan de portierkant
van het stuurwiel.
Er zijn vier standen:
: Beweeg kort naar deze stand
om de automatische verlichting uit
of weer in te schakelen. Als u de
schakelaar loslaat, gaat hij terug
naar de stand AUTO.