Neem goede banden met een
goede profieldiepte. Zie Banden
op pagina 10 39.
Schakel de cruise control uit.
Slaperig gevoel op de
snelweg
Wees altijd alert en let op uw
omgeving tijdens het rijden. Als u
moe of slaperig wordt, parkeer dan
op een veilige plaats en rust uit.
Andere tips voor het rijden zijn:
Zorg voor een goede ventilatie in
de passagiersruimte.
Houd de interieurtempera-
tuur koel.
Blijf bewegen met uw ogen; kijk
naar wat er voor u en naast de
weg gebeurt.
Kijk vaak in de achteruitspiegel
en naar de voertuiginstru-
menten.
Wegen door heuvels en
bergen
Rijden door een heuvel- of
bergachtig landschap is anders dan
rijden door een vlak of golvend
gebied. Tips voor het rijden onder
deze omstandigheden zijn:
Laat het benodigde onderhoud
aan het voertuig uitvoeren.
Controleer alle vloeistofpeilen,
de remmen en banden, het
koelsysteem, en de transmissie.
Schakel terug bij het oprijden
van steile of lange heuvels.
WAARSCHUWING
Als u niet terugschakelt, kunnen
de remmen zo heet worden dat
ze niet meer goed werken. Dat
betekent dat u over onvoldoende
of zelfs geen remkracht beschikt
bij het heuvelafwaarts rijden. U
kunt verongelukken. Schakel
Rijden en bedienen
WAARSCHUWING
terug, zodat de motor de remmen
kan helpen bij het afrijden van
een steile helling.
Het voertuig in de de stand N
(vrij) vrij laten rollen, met het
contact uit, is gevaarlijk. Dit
betekent dat de remmen al het
werk moeten doen om het
voertuig af te remmen. Zij kunnen
zo heet worden dat ze niet meer
goed werken. Dat betekent dat u
over onvoldoende of zelfs geen
remkracht beschikt bij het heuve-
lafwaarts rijden. U kunt veronge-
lukken. Laat de motor altijd
draaien en schakel een versnel-
ling in bij het heuvelaf rijden.
(Vervolg)
9-7
(Vervolg)
WAARSCHUWING