Verlichting
Buitenverlichting
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
geling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
lichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-6
Buitenverlichting
Lichtschakelaar
De lichtschakelaar zit op het instru-
mentenpaneel, aan de portierkant
van het stuurwiel.
Er zijn vier standen:
(Uit): Beweeg kort naar deze
stand om de automatische verlich-
ting uit of weer in te schakelen. Als
u de schakelaar loslaat, gaat hij
terug naar de stand AUTO.
Verlichting
AUTO (Automatisch): Schakelt de
koplampen automatisch in bij
normale helderheid, samen met de
onderstaande lampen:
Parkeerlichten
Achterlichten
Kentekenverlichting
Verlichting instrumentenbord
AUTO regelt ook de dagrijlichten
(DRL). Zie Dagrijlichten (DRL) op
pagina 6 2.
(parkeerlichten): Schakelt de
parkeerlichten in, samen met de
onderstaande lampen:
Achterlichten
Kentekenverlichting
Verlichting instrumentenbord
Wanneer het contact is uitgescha-
keld en de parkeerlichten branden,
klinkt er een waarschuwingssignaal
als het bestuurdersportier wordt
geopend.
6-1