Ergonomie en comfort
Personaliseren van een ambiance
Vanaf de startpagina:
F Selecteer de ambiance om deze te activeren.
F Druk op "Instellingen" om de pagina voor het
instellen van de ambiance te openen.
F Selecteer een uitrustingselement waarvan u de
instellingen wilt wijzigen.
F Druk, om terug te keren naar de pagina voor
het instellen van de ambiance, na het wijzigen
van de instellingen op een deel van het scherm
buiten het venster voor het instellen van het
uitrustingselement.
F Druk als u alle gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd op "Parameters opslaan".
De wijzigingen in de parameters worden direct
doorgevoerd.
U kunt op elk gewenst moment tijdelijk een
ambiance wijzigen door de instellingen van een
of meer uitrustingselementen die bepalend zijn
voor de ambiance te wijzigen, buiten de functie
i-Cockpit Amplify om.
U kunt bijvoorbeeld de massage uitschakelen
of de intensiteit ervan aanpassen door te
drukken op de massageknop van uw stoel of
de sfeerverlichting in het interieur activeren/
deactiveren via het menu Auto/Rijden.
In dat geval worden de nieuwe instellingen niet
opgeslagen in de op dat moment geactiveerde
ambiance.
84
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd en wordt van
buitenaf toegevoerd via het luchtrooster onder de
voorruit, of in het interieur gerecirculeerd.
Knoppen
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder, voorpassagier of achterpassagiers
(afhankelijk van het uitrustingsniveau) via
verschillende circuits worden toegevoerd.
Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de
verschillende circuits wordt gemengd om het
gewenste comfortniveau te bereiken.
Stel de luchtverdeling in met de desbetreffende
(combinatie van) toetsen: de lucht wordt via de
gewenste uitstroomopeningen verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid wordt
verhoogd of verlaagd.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kan de
verwarming en ventilatie worden bediend via het
menu "Airconditioning" van het touchscreen of via
het bedieningspaneel van de middenconsole.
Luchtverdeling
1.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit.
2.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten vóór.
3.
Afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters.
4.
Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Uitstroomopeningen voetenruimte
voorpassagiers.