F Druk direct gedurende enkele seconden op het
gesloten hangslot.
F Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het
contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Uitvoering met Keyless entry and
start
F Steek eerst de mechanische sleutel
(ondergebracht in de afstandsbediening) in het
slot om de auto te ontgrendelen.
F Houd de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom tot u het
contact aanzet.
F Zet bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
F Selecteer bij een auto met een automatische
transmissie de stand P en trap vervolgens het
rempedaal stevig in.
F Zet het contact aan door op de START/STOP-
knop te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer volledig.
Raadpleeg als de storing na het resetten niet is
verholpen zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Centrale vergrendeling
Met deze functie kunnen de portieren en de
achterklep van binnenuit worden vergrendeld of
ontgrendeld.
Handbediening
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto te
vergrendelen.
Het rode lampje in de knop gaat branden.
Als één van de portieren is geopend, werkt de
centrale vergrendeling van binnenuit niet.
Toegang tot de auto
Ontgrendelen
F Druk nogmaals op deze knop om de
auto te ontgrendelen.
Het rode lampje in de knop gaat uit.
Bij vergrendeling/supervergrendeling van
buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de
supervergrendeling is ingeschakeld, knippert
het rode lampje en is de knop inactief.
F Als de auto vergrendeld is, trek dan aan
de binnenportiergreep van een van de
portieren om de auto te ontgrendelen.
F Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
moet u het Keyless entry and start-systeem
of de geïntegreerde sleutel gebruiken om
de auto te ontgrendelen.
Automatisch
Deze functie, ook wel carjackbeveiliging genoemd,
vergrendelt de auto automatisch tijdens het rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de carjackbeveiliging.
2
55