Praktische informatie
Bevestigen op het dak
Bevestig de allesdragers uitsluitend op de vier
verankeringspunten op het dakframe. Deze punten
zijn niet zichtbaar als de portieren zijn gesloten.
Bevestig de allesdragers uitsluitend op de vier
verankeringspunten aan de rand van het dak.
230
Maximale daklast op de allesdragers, bij
een maximale laadhoogte van 40 cm (m.u.v.
fietsendrager): 80 kg.
Raadpleeg voor meer informatie het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Pas bij een belading hoger dan 40 cm uw
snelheid aan de rijomstandigheden aan
om schade aan de allesdragers en de
bevestigingspunten op de auto te voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land met
betrekking tot het vervoeren van voorwerpen
die langer zijn dan de auto.
Voorschriften
Verdeel de lading gelijkmatig om te voorkomen
dat een van de zijden wordt overbelast.
Plaats de zwaarste lading zo dicht mogelijk bij
het dak.
Sjor de lading goed vast.
Rijd behoedzaam: wees bedacht op een
grotere zijwindgevoeligheid. Bovendien kan de
stabiliteit van de auto door de belading worden
beïnvloed.
Controleer bij lange reizen bij elke stop of de
lading nog goed vastzit.
Verwijder de allesdragers zodra deze niet meer
nodig zijn.
Schuif-/kanteldak
Controleer of de lading niet onder de
allesdragers uitsteekt en daardoor in contact
kan komen met het schuif-/kanteldak als dit
wordt bediend.
Motorkap
Schakel het Stop & Start-systeem altijd uit
als u handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren, om letsel door het automatisch
activeren van de START-stand te voorkomen.
Door de plaats van de hendel kan de motorkap
niet worden geopend zolang het linker
voorportier is gesloten.
Wees bij warme motor voorzichtig met het
bedienen van de veiligheidshaak en de
motorkapsteun (kans op brandwonden).
Gebruik de beschermde zone.
Zorg ervoor dat u bij geopende motorkap niet
tegen de hendel aan stoot.
Open de motorkap niet als het hard waait.
De koelventilator kan ook gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voorwerpen en kleding uit de buurt van de
ventilator.