In geval van pech
F Steek het verbindingsstuk in het gat van de
gereedschapskist (B – C).
F Rol de kabel van de lier op door de bout van de
lier linksom te draaien met de wielsleutel 5 en het
verlengstuk 8: als de kabel volledig is opgerold,
moet u geen weerstand meer voelen.
F Berg het overige gereedschap op in de
opbergvakken onder de vloer van de
bagageruimte.
Het wiel met de lekke band kan niet met de
lier aan de onderzijde van de auto worden
bevestigd.
Dit wiel moet in de bagageruimte worden
opgeborgen. Gebruik een hoes of iets dergelijks
om de bagageruimtebekleding te beschermen.
Terugplaatsen van de lier en het
reservewiel
F Berg het desbetreffende gereedschap op in de
gereedschapskist en sluit het deksel weer.
F Zet de gereedschapskist op de grond.
248
Na het monteren van het reservewiel in de
plaats van het wiel met de lekke band moet de
lier en de doos met gereedschap onder de auto
worden teruggeplaatst voordat weggereden
kan worden.
F Zet het wiel rechtop.
F Haal het verbindingsstuk door de naaf van het
wiel (D).
F Steek het verbindingsstuk in het gat van de
gereedschapskist (B – C).
F Centreer en plaats het reservewiel op de doos
met gereedschap (D).
F Steek de centreerdop in de wielnaaf.
F Plaats het wiel met de doos onder de achterzijde
van de auto.
F Monteer het wiel met de gereedschapskist onder
de auto door de bout van de lier linksom te
draaien met de wielsleutel 5 en het verlengstuk 8.