Download Print deze pagina

PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje pagina 187

Advertenties

Bij het gebruik van de adaptieve
snelheidsregelaar moet de bestuurder te allen
tijde de snelheidslimiet en een veilige afstand
tot de voorligger in acht nemen en de aandacht
op het verkeer blijven vestigen.
Houd uw voeten altijd in de buurt van de
pedalen.
De bestuurder moet op elk moment direct de
controle over de auto kunnen overnemen met
het rempedaal of het gaspedaal, afhankelijk
van de situatie.
Stuurkolomschakelaars
1.
Selecteren van de snelheidsregelaar.
2.
De actuele rijsnelheid instellen als de aan te
houden snelheid/Verlagen van de ingestelde
rijsnelheid.
3.
De actuele rijsnelheid instellen als de aan te
houden snelheid/Verhogen van de ingestelde
rijsnelheid.
4.
Onderbreken/hervatten van de
snelheidsregeling.
5.
Gebruiken van de door de
snelheidslimietherkenning weergegeven
snelheid (MEM).
6.
Weergeven en instellen van de opgeslagen
afstand tot de voorligger.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de snelheidslimietherkenning.
Weergave op het
instrumentenpaneel
7.
Voorligger aanwezig/afwezig.
8.
Snelheidsregeling ingeschakeld/uitgeschakeld.
9.
Ingestelde snelheid.
10. Auto stilgehouden.
11.
Door de snelheidslimietherkenning
aangegeven snelheid.
Bij detectie van een voorligger wordt het
symbool 7 gevuld met de kleur die hoort bij de status
van de snelheidsregeling. Standaard is het
symbool 7 leeg.
Als de snelheidsregeling is geactiveerd, wordt het
symbool 8 groen weergegeven. Standaard wordt het
symbool 8 grijs weergegeven.
12. Instelling afstand tot voorligger.
13. Gedetecteerde positie van de auto door de
radar.
Deze gegevens zijn zichtbaar op het
instrumentenpaneel in de weergavemodus
"RIJDEN".
Inschakelen
De snelheidsregelaar moet handmatig worden
ingeschakeld.
De snelheid van de auto moet liggen tussen 30 en
180 km/h.
Zet bij een automatische transmissie de
selectiehendel in stand D of M.
Rijden
6
185

Advertenties

loading