Wijzigen van de actuele ingestelde snelheid:
F in stappen van +/- 1 km/h: druk meerdere keren
kort op de toets 2 of 3,
F continu, in stappen van +/- 5 km/h: houd de toets
2 of 3 ingedrukt.
Let op: tijdens het ingedrukt houden van de
toets 2 of 3 kan de wagensnelheid zeer snel
veranderen.
Stel om veiligheidsredenen een snelheid
in die niet al te veel afwijkt van de actuele
wagensnelheid. Zo voorkomt u dat de
auto onverwacht gaat accelereren of vaart
minderen.
De ingestelde snelheid wijzigen met behulp van
de geprogrammeerde snelheidsinstellingen via het
touchscreen:
F druk op de toets 5 voor weergave van de zes
geprogrammeerde snelheden,
F druk op de toets van de door u gewenste
snelheid.
Deze snelheid wordt nu de nieuwe ingestelde
snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid van de
snelheidsregelaar op basis van de door de
snelheidslimietherkenning weergegeven snelheid:
F de snelheid die u kunt opslaan verschijnt op het
instrumentenpaneel,
F druk één keer op de toets 5; er verschijnt een
melding ter bevestiging van het verzoek om de
snelheid op te slaan.
F druk nogmaals op de toets 5 om de weergegeven
snelheid op te slaan.
Deze waarde verschijnt direct als nieuwe ingestelde
snelheid op het instrumentenpaneel.
Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
Indien noodzakelijk (inhaalmanoeuvre enz.) kan de
ingestelde snelheid worden overschreden door het
gaspedaal in te trappen.
De snelheidsregelaar wordt tijdelijk uitgeschakeld en
de weergegeven ingestelde snelheid knippert.
Als het gaspedaal wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid weer aangehouden.
Zodra de auto de ingestelde snelheid heeft bereikt,
schakelt de snelheidsregelaar in: de weergegeven
ingestelde snelheid knippert niet meer.
Op een steile afdaling kan de
snelheidsregelaar niet voorkomen dat de auto
de ingestelde snelheid overschrijdt.
Als u het rempedaal intrapt om de wagensnelheid
te beperken, wordt de werking van de
snelheidsregelaar automatisch onderbroken.
Druk op toets 4 om het systeem opnieuw te activeren
met de wagensnelheid hoger dan 40 km/h.
Uitschakelen
F Draai de knop 1 in de stand 0: de informatie
over de snelheidsregelaar wordt niet meer
weergegeven.
Storing
Het knipperen van de streepjes wijst op een storing
in de snelheidsregelaar.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Rijden
6
183