F Draai de bout volledig vast. Als de kabel volledig
is opgerold, moet bij het verder draaien van de
bout geen weerstand meer worden gevoeld.
F Controleer of het wiel goed vlak tegen de bodem
aan ligt.
Verwijderen van het wiel
Wiel met wieldop
Demonteren: verwijder eerst de wieldop door
deze met behulp van de wielsleutel bij de
ventielopening los te wippen en vervolgens los
te trekken.
Monteren: haal de wielbouten aan en breng
daarna de wieldop aan; plaats daartoe de
opening in lijn met het ventiel en druk de
wieldop vervolgens rondom vast met de palm
van uw hand.
Stilzetten van de auto
Parkeer de auto op een plaats waar u het
verkeer niet hindert en zorg ervoor dat deze
op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Trek de parkeerrem aan, tenzij deze in de
automatische stand staat; zet het contact
af en schakel met de handgeschakelde
versnellingsbak naar de eerste versnelling om
de wielen te blokkeren.
Trek de parkeerrem aan, tenzij deze in de
automatische stand staat; zet het contact af en
selecteer met de automatische transmissie de
stand P om de wielen te blokkeren.
Controleer of de lampjes van het remsysteem
op het instrumentenpaneel constant branden.
De inzittenden moeten de auto hebben
verlaten en zich op een veilige plaats bevinden.
Plaats indien nodig een wielblok achter het wiel
kruislings tegenover het te verwisselen wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op
de krik steunt; gebruik een bok.
In geval van pech
F Verwijder de sierdop van de wielbouten met het
gereedschap 7 (lichtmetalen velgen).
F Bevestig de dop 2 op de wielsleutel 5 en draai de
slotbout iets los.
F Draai de overige wielbouten iets los met alleen
de wielsleutel 5.
8
249