Om veiligheidsredenen zijn bepaalde apps
alleen te gebruiken als de auto stilstaat. Zodra
de auto gaat rijden, wordt de weergave ervan
onderbroken.
De functie "Android Auto" werkt alleen in
combinatie met een compatibele smartphone
en compatibele apps.
Niet via Bluetooth
®
verbonden
telefoon
Sluit een USB-kabel aan. De
smartphone wordt opgeladen als deze
via een USB-kabel is verbonden.
Druk op "Telefoon" op het scherm van
het systeem om de hoofdpagina weer
te geven.
Druk op "Android Auto" om de functie
in het systeem te activeren.
Bij bepaalde smartphones is het noodzakelijk om de
functie "Android Auto" te activeren.
Tijdens de procedure verschijnen
verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot
stand te brengen en te voltooien.
Tijdens het aansluiten van de
smartphone op het systeem is het
raadzaam de Bluetooth
®
-functie van de
smartphone te activeren
®
Via Bluetooth
verbonden telefoon
Druk op "Telefoon" op het scherm van
het systeem om de hoofdpagina weer
te geven.
Druk op de toets "TEL" om de secundaire pagina
weer te geven.
Druk op "Android Auto" om de functie
in het systeem te activeren.
Tijdens de Android Auto-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
schermtoetsen in de bovenste balk van het scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk moment
worden geopend via de menutoetsen.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk
kan het even duren voordat de apps
beschikbaar zijn.
PEUGEOT Connect Radio
Koppelen van een Bluetooth
telefoon
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-telefoon
aan het Bluetooth-handsfree systeem van
het audiosysteem, uitsluitend uitvoeren bij
stilstaande auto en ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon
en zorg ervoor dat deze "zichtbaar is voor
iedereen" (configuratie van de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in
de lijst van gedetecteerde apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een
verbinding met de telefoon te maken.
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit
vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan:
controleer of de door het telefoon en het
systeem weergegeven code identiek zijn.
®
-
.
13