Ontgrendelen
F Steek de sleutel in het portierslot.
F Draai de sleutel in de richting van de voorzijde
van de auto.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem knipperen
de richtingaanwijzers enkele seconden om aan te
geven dat de auto is ontgrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt de
sirene bij het openen van het portier. De sirene
stopt als het contact wordt aangezet.
Normale vergrendeling
F Steek de sleutel in het portierslot.
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde
van de auto.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem knipperen
de richtingaanwijzers enkele seconden om aan te
geven dat de auto is vergrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Als uw auto is uitgerust met het alarmsysteem,
wordt het alarm niet ingeschakeld bij het
vergrendelen met de sleutel.
Supervergrendeling
F Steek de sleutel in het portierslot.
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde
van de auto om deze te vergrendelen.
F Draai binnen 5 seconden de sleutel nogmaals in
de richting van de achterzijde van de auto om de
supervergrendeling in te schakelen.
Toegang tot de auto
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem gaan
bij de tweede handeling met de sleutel de
richtingaanwijzers enkele seconden branden om aan
te geven dat de supervergrendeling is ingeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Zonder centrale vergrendeling
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
-
storing van de centrale vergrendeling;
-
accu losgekoppeld of ontladen.
Bestuurdersportier
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde
van de auto om deze te vergrendelen, of in
de richting van de voorzijde om de auto te
ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen van een portier
F Trek aan de binnenportiergreep van het portier.
2
53