Instrumentenpaneel
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden herhaald zolang er geen AdBlue is
bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te voorkomen
dat het reservoir helemaal leeg raakt en de motor
niet meer gestart kan worden.
Actieradius kleiner dan 100 km
(met 1,5 BlueHDi 130 S&S en 2,0 BlueHDi
180 S&S motor)
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal
(1 pieptoon) en een melding (bijvoorbeeld "Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk over x km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden
met de resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en de
melding elke 10 km weergegeven zolang er geen
AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te voorkomen
dat het reservoir helemaal leeg raakt en de motor
niet meer gestart kan worden.
34
Starten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue
Als het contact wordt aangezet, gaat het lampje
knipperen in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Vul AdBlue bij: starten onmogelijk".
Het AdBlue
®
-reservoir is leeg: het starten van de
motor wordt geblokkeerd door het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet het
reservoir met minimaal 5 liter AdBlue
gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®
(BlueHDi-
motoren), in het bijzonder met betrekking tot
het bijvullen.
®
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als meer
dan 1100 km is gereden nadat de storing in het
SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven
zodra de storing voor de eerste keer wordt
gedetecteerd en vervolgens steeds bij het aanzetten
van het contact zolang de storing niet is verholpen.
®
worden
In het geval van een tijdelijke storing verdwijnt
de waarschuwing tijdens de volgende rit na
controle van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.