Voordat u gaat rijden
Stel de buitenspiegels en de binnenspiegel af om de
dode hoeken te minimaliseren.
Doe uw veiligheidsgordel om: plaats het
schoudergedeelte van de gordel in het midden van
uw schouder en trek het heupgedeelte goed aan ter
hoogte van uw bekken.
Controleer of alle passagiers hun gordel goed
hebben omgedaan.
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare buitenspiegels eerst het contact
aan om de buitenspiegels te kunnen verstellen.
Tijdens het rijden
Houd u aan de voorgeschreven zitpositie en
houd het stuurwiel met beide handen vast op
'kwart over negen', zodat u op elk moment alle
bedieningsfuncties binnen handbereik hebt.
Ergonomie en comfort
Verstel de stoelen en het stuurwiel nooit tijdens
het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
Voorstoelen
Handmatig verstelbare stoelen
1. Verstelling in lengterichting van de stoel
F Beweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren.
F Laat de stang los om de stoel in de betreffende
positie te vergrendelen.
3
69