Verlichting en zicht
Sproeien en wissen.
Draai de ring tot deze niet verder kan; de
ruitensproeier achter werkt en vervolgens zal de
wisser gedurende enige tijd wissen.
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn geactiveerd op het
moment dat u de achteruitversnelling inschakelt,
treedt ook de ruitenwisser achter in werking.
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het
configuratiemenu op het scherm van de auto.
Deze functie is standaard geactiveerd.
Schakel de automatische werking van de
ruitenwisser achter uit bij sneeuwval, strenge
vorst of als een fietsendrager op de trekhaak
is bevestigd. Dit kan worden uitgevoerd via het
configuratiemenu van de auto.
120
Ruitensproeiers voorruit
F Trek de hendel van de ruitenwisserschakelaar
naar u toe.
De ruitensproeiers en ruitenwissers werken zolang
er aan de hendel wordt getrokken.
Wanneer de ruitensproeiers stoppen, wissen de
ruitenwissers nog één keer.
Bij dit ruitensproeiersysteem voor de voorruit
zijn de sproeierkoppen geïntegreerd in de
ruitenwisserarmen.
De ruitensproeiervloeistof wordt over de
gehele lengte van het ruitenwisserblad op de
voorruit gesproeid. Dit zorgt voor beter zicht en
een lager verbruik van ruitensproeiervloeistof.
In sommige gevallen, afhankelijk van de
samenstelling of kleur van de vloeistof en het
omgevingslicht is het sproeien van de vloeistof
nauwelijks merkbaar.
Bedien de ruitensproeiers niet zolang het
ruitensproeiervloeistofreservoir leeg is; kans
op beschadiging van de ruitenwisserbladen.
Bedien de ruitensproeiers alleen als er geen
risico is van bevriezing van de vloeistof op
de voorruit; hierdoor zou het zicht namelijk
kunnen afnemen. Gebruik 's winters altijd een
ruitensproeiervloeistof die voldoende tegen
vorst beschermd is.
Speciale stand van de
ruitenwissers vóór
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen worden
gereinigd of vervangen. De stand kan tevens 's
winters worden gebruikt om de ruitenwissers los te
zetten van de voorruit.