Verlichting en zicht
Er kunnen storingen in de werking van het
systeem optreden:
-
bij slecht zicht (sneeuw, zware regenval
enz.),
-
als het gedeelte van de voorruit voor
de camera vuil, beslagen of bedekt is
(bijvoorbeeld met een sticker),
-
als de verlichting van uw auto wordt
weerkaatst door spiegelende of
reflecterende panelen (bijvoorbeeld
verkeersborden).
Het systeem schakelt de functie tijdelijk uit als
het dichte mist detecteert.
Het systeem detecteert geen:
-
weggebruikers die geen verlichting voeren,
zoals voetgangers,
-
voertuigen waarvan de verlichting wordt
afgeschermd (bijvoorbeeld door een
vangrail op de snelweg),
-
voertuigen die zich aan de top of de voet
van een steile helling, in een bocht of op
een zijweg bevinden.
118
Statische bochtverlichting
Deze functie, aanwezig op uitvoeringen met "Full
led"-koplampen, zorgt ervoor dat tijdens het rijden
met dim- of grootlicht de mistlamp vóór wordt
ingeschakeld om de binnenkant van de bocht extra
te verlichten bij snelheden tot 40 km/h (handig
in de stad, op bochtige wegen, kruispunten,
parkeergarages enz.).
Met statische bochtverlichting
Zonder statische bochtverlichting
Inschakelen/uitschakelen
De statische bochtverlichting kan
worden in- en uitgeschakeld via het
menu Auto/Rijden van het touchscreen.
Inschakelen
De bochtverlichting wordt in de volgende gevallen
ingeschakeld:
-
bij het inschakelen van een richtingaanwijzer,
of
-
als het stuurwiel ver genoeg wordt verdraaid.
Uitschakelen
De verlichting werkt in de volgende gevallen niet:
-
bij een geringe stuuruitslag,
-
bij snelheden boven 40 km/h,
-
als de achteruit is ingeschakeld.