Veiligheid
Veiligheidsadviezen
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt
de veiligheid van het kind in gevaar in geval van
een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp
van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit;
dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar kunnen
brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje
van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden
vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet
worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met
de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel
correct tegen het kinderzitje is gespannen en
dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats
houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze
versteld kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
een kinderzitje dat met de rug in de rijrichting
wordt geplaatst,
-
de voeten van het kind wanneer het kinderzitje
in de rijrichting wordt geplaatst.
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet de
rugleuning ervan, indien nodig, rechter op.
Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting" is het
noodzakelijk dat de afstand tussen de rugleuning
van het kinderzitje en de rugleuning van de stoel
van de auto zo klein mogelijk is.
152
Verwijder de hoofdsteun alvorens een kinderzitje
met een rugleuning te plaatsen op een
passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt
bij krachtig afremmen. Plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is verwijderd.
Veiligheidsgordels vóór
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van
kinderen op de passagiersstoel vóór is per land
verschillend. Raadpleeg de in uw land geldende
regelgeving.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde uit
zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op
de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel moet
over de schouder van het kind liggen zonder de
hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
geen kinderen zonder toezicht achter in een
auto,
-
nooit een kind of een dier in een auto achter
wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in
de zon staat,
-
de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen
achter in de auto.
Gebruik het kinderslot om te voorkomen dat de
portieren en de portierruiten achter per ongeluk
geopend worden.
Zorg ervoor dat de achterzijruiten niet verder dan
voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen op de achterste zijruiten
om jonge kinderen tegen de zon te beschermen.