De opties die worden weergegeven in het snelmenu zijn afhankelijk van de sport die je hebt gekozen en
of je GPS gebruikt.
Verlichting:
Stel de functie Verlichting altijd aan in op Aan of Uit. Als je Altijd aan kiest, blijft het display
gedurende je hele trainingssessie verlicht. Na je trainingssessie keert de verlichtingsinstelling
standaard terug naar Uit. Let op: met de instelling Altijd aan raakt je batterij veel sneller leeg
dan met de standaardinstelling.
Onze suggesties:
In Onze suggesties vind je de dagelijkse
Baanlengte:
Als je het profiel Zwemmen/Zwembad zwemmen gebruikt, is het is belangrijk dat je de juiste
baanlengte kiest, omdat deze instelling van invloed is op de berekening van je tempo, afstand,
slagen en SWOLF-score. Druk op OK om de instelling Baanlengte te openen en wijzig de eerder
ingestelde baanlengte zo nodig. De standaardlengtes zijn 25 meter, 50 meter en 25 yards,
maar je kunt ook een aangepaste lengte instellen. De minimumlengte is 20 meter/yards.
De instelling voor baanlengte is alleen beschikbaar in het snelmenu in de pre-trainingsmodus.
Kalibreer vermogenssensor:
Kies een van de fietssportprofielen en activeer de zenders door de cranks te draaien. Kies ver-
volgens Kalibreer vermogenssensor in het snelmenu en volg de instructies op het scherm om
je sensor te kalibreren. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant voor specifieke instructies
voor het kalibreren van je vermogenssensor.
Deze optie wordt alleen weergegeven als je vermogenssensor hebt gekoppeld met je horloge.
Loopsensor kalibreren:
Er zijn twee manieren om je loopsensor via het snelmenu handmatig te kalibreren. Kies een van
de sportprofielen voor hardlopen en kies vervolgens Loopsensor kalibreren > Kalibreren
door hardlopen of Kalibratiefactor.
Kalibreren door hardlopen: Start de trainingssessie en loop een bekende afstand.
l
Die afstand moet langer zijn dan 400 meter. Wanneer je de afstand hebt afgelegd,
FitSpark
trainingssuggesties.
40