knipperende rode lampje van de sensor geeft aan dat de sensor geactiveerd is. Ver-
mogenssensor van andere fabrikant : draai de cranks om de zenders uit de slaapstand te
halen.
3. Zodra de sensor is gevonden, verschijnt de apparaat-ID. Druk op OK om het koppelen te starten.
4. Koppelen voltooid verschijnt als dit gelukt is.
Fietsinstellingen
1. Sensor gekoppeld aan: wordt weergegeven. Kies Fiets 1, Fiets 2 of Fiets 3. Bevestig je keuze
door op OK te drukken.
2. Wielmaat instellen verschijnt als je een snelheidssensor of vermogenssensor met snel-
heidsmeter hebt gekoppeld. Stel de maat in en druk op OK.
3. Cranklengte: Stel de cranklengte in millimeters in. Deze instelling is alleen zichtbaar als je een ver-
mogenssensor hebt gekoppeld.
Wielmaat bepalen
De instellingen voor de wielmaat zijn een vereiste voor de juiste fietsinformatie. Je kunt de wielmaat van
je fiets op twee manieren bepalen:
Manier 1
Meet het wiel handmatig voor een zo nauwkeurig mogelijk resultaat.
l
Gebruik het ventiel om het punt waarop het wiel de grond raakt, te markeren. Teken een lijn op de
l
grond om dat punt te markeren. Rijd je fiets vooruit op een vlakke ondergrond en laat het wiel
één keer helemaal ronddraaien. De band moet op loodrecht op de grond staan. Teken nog een lijn
op de grond bij het ventiel om de volledige omwenteling te markeren. Meet de afstand tussen de
twee lijnen.
Trek 4 mm van het totaal af voor je gewicht op de fiets. Dit is je wielomtrek.
l
Manier 2
Zoek de diameter in inches of ETRTO op het wiel. Zoek daar de juiste wielmaat in millimeters bij in de rech-
terzijde van de tabel.
ETRTO
25-559
23-571
35-559
37-622
52-559
Wieldiameter (inches)
26 x 1.0
650 x 23C
26 x 1.50
700 x 35C
26 x 1.95
113
Instelling wielmaat (mm)
1884
1909
1947
1958
2022