N.B.
Laat een kinderzitje nooit los in de auto lig-
gen. Bevestig het altijd volgens de instruc-
ties voor het kinderzitje, ook als u het niet
gebruikt.
N.B.
Het voor langere tijd monteren en gebrui-
ken van het kinderzitje kan leiden tot slij-
tage aan het interieur van de auto. Volvo
adviseert om gebruik te maken van het
accessoire trappelbescherming om het
interieur van de auto te beschermen.
Op voorstoel monteren
Controleer bij montage van tegen de rij-
•
richting in geplaatste kinderzitjes of de
passagiersairbag gedeactiveerd is.
Controleer bij montage van in de rijrichting
•
geplaatste kinderzitjes of de passagiers-
airbag geactiveerd is.
Gebruik alleen door Volvo geadviseerde
•
kinderzitjes met een universele of semi-
universele goedkeuring waarbij uw auto
op de lijst van compatibele auto's staat.
3
Het aanbod aan accessoires verschilt per markt.
4
Verschilt per markt.
ISOFIX-kinderzitjes zijn alleen te monte-
•
ren, wanneer de auto is uitgerust met een
3
ISOFIX-console
(accessoire).
Als het kinderzitje voorzien is van onderste
•
bevestigingsbanden, adviseert Volvo u om
deze aan de onderste bevestigingspunten
vast te zetten
3
.
Als het kinderzitje met steunbenen is uit-
•
gerust, moet het steunbeen/moeten de
steunbenen altijd rechtstreeks op de vloer
worden geplaatst. Plaats steunbenen
nooit op een voetensteun of een ander
voorwerp.
Om de montage van kinderzitjes te ver-
•
eenvoudigen kunt u gebruikmaken van
een ISOFIX-geleider.
Op achterbank monteren
Gebruik alleen door Volvo geadviseerde
•
kinderzitjes met een universele of semi-
universele goedkeuring waarbij uw auto
op de lijst van compatibele auto's staat.
Het is niet toegestaan om kinderzitjes met
•
steunbenen op de middelste zitplaats te
monteren.
De buitenste zitplaatsen zijn uitgerust met
•
ISOFIX-systeem en goedgekeurd voor i-
4
Size
.
De buitenste zitplaatsen zijn uitgerust met
•
bevestigingspunten bovenaan. Volvo advi-
seert u om de bovenste bevestigingsban-
den door de hoofdsteunopening te halen
alvorens ze vast te zetten aan de bevesti-
gingspunten. Volg de adviezen van de pro-
ducent van het kinderzitje op, als dit niet
mogelijk is.
Verstel na het vastzetten van eventuele
•
onderste bevestigingsbanden van een kin-
derzitje in de onderste bevestigingspunten
de desbetreffende stoel niet meer. Vergeet
niet om bij het demonteren van een kin-
derzitje ook altijd eventuele onderste
bevestigingsbanden te verwijderen.
Als het kinderzitje met steunbenen is uit-
•
gerust, moet het steunbeen/moeten de
steunbenen altijd rechtstreeks op de vloer
worden geplaatst. Plaats steunbenen
nooit op een voetensteun of een ander
voorwerp.
VEILIGHEID
}}
67