STARTEN EN RIJDEN
Aandrijving
Volvo Twin Engine combineert een verbran-
dingsmotor met een elektromotor.
Twee aandrijvingen
Afhankelijk van de gekozen rijmodus en de
beschikbare energie kunnen de beide aandrij-
vingen elk afzonderlijk of tegelijkertijd worden
gebruikt.
De elektromotor krijgt stroom uit een hybride-
accu die in de tunnelconsole ligt. De hybride-
accu is op te laden aan een stopcontact of via
een speciaal laadstation.
Zowel de verbrandingsmotor als de elektro-
motor kan de wielen direct aandrijven. Een
geavanceerd regelsysteem benut de eigen-
schappen van de beide aandrijvingen in ver-
schillende omstandigheden om optimaal ren-
dement te realiseren.
460
Hybride-accu - De hybride-accu heeft tot
taak stroom op te slaan. De accu krijgt
stroom tijdens oplading via het stroomnet
of bij regeneratief remmen. De accu ver-
strekt stroom voor elektrische aandrijving
en voor tijdelijk gebruik van de elektrische
airconditioning bij preconditioning van de
passagiersruimte.
Verbrandingsmotor - De verbrandingsmo-
tor start, wanneer de ladingsgraad van de
hybride-accu onvoldoende is om het
motorvermogen te realiseren waar de
bestuurder via het gaspedaal om vraagt.
Supercondensator – Verstrekt de stroom
voor het starten van de auto, zodat de
reguliere 12V-accu wordt ontlast.
Elektromotor - Drijft de auto aan bij ritten
op stroom. Biedt extra motorkoppel en -
vermogen tijdens het optrekken. Zet rem-
energie om in stroom.
Gerelateerde informatie
Algemene informatie over Twin Engine
•
(p. 416)
Verbrandingsmotor van de Twin Engine
•
starten en afzetten (p. 461)
Rijmodi (p. 461)
•
Versnellingsbak (p. 453)
•
Factoren die van invloed zijn op de actie-
•
radius bij ritten op stroom (p. 468)