N.B.
Controleer de bandenspanning bij koude
banden om de verkeerde bandenspanning
tegen te gaan. Koude banden hebben
dezelfde temperatuur als de omgeving (na
ca. 3 uur stilstand). Al na enkele kilometers
rijden worden de banden warm en loopt de
spanning op.
N.B.
Plaats na het oppompen van een band
•
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
Gebruik alleen kunststof dopjes. Meta-
•
len ventieldopjes kunnen roesten en
zijn moeilijk los te draaien.
WAARSCHUWING
Een verkeerde bandenspanning kan tot
•
bandenpech leiden, waarbij u de con-
trole over de auto kunt verliezen.
Het systeem kan plotselinge banden-
•
schade onmogelijk voorzien.
Gerelateerde informatie
Aanbevolen bandenspanning (p. 568)
•
Bandenspanning aanpassen (p. 567)
•
De nieuwe bandenspanning opslaan in het
•
controlesysteem* (p. 571)
Bandenspanningsstatus op het midden-
•
display* bekijken (p. 572)
Bandenspanningscontrolesysteem*
•
(p. 569)
Band oppompen met compressor uit
•
reparatieset voor banden (p. 586)
WIELEN EN BANDEN
Meldingen voor
bandenspanningscontrole*
Er kan een aantal meldingen voor het ban-
denspanningscontrolesysteem
weergegeven. Hier volgen enkele voorbeel-
den.
Bestuurdersdis-
Het controlelampje gaat
play:
Banden-
branden om aan te
spanning laag
geven dat de banden-
Zie app Auto
spanning in één of meer
banden gering is. Zie
status op mid-
voor meer informatie de
dendisplay
Auto status
app
middendisplay.
Bestuurdersdis-
Het controlesymbool
Banden-
knippert en gaat na zo'n
play:
1 minuut constant bran-
spanningssyst.
den. Het systeem is tij-
Tijdelijk niet
delijk niet beschikbaar,
beschikbaar
maar wordt spoedig
geactiveerd.
Bestuurdersdis-
Het controlesymbool
play:
Banden-
knippert en gaat na zo'n
spanningssyst.
1 minuut constant bran-
den. Het systeem werkt
Service vereist
niet naar behoren, neem
contact op met een
werkplaats
Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
A
7
worden
op het
A
.
}}
573
* Optie/accessoire.