Pagina 1 XC40 G EB RUIK E RSHA N DLE IDIN G...
Pagina 3 Rijd niet wanneer u onder de invloed bent Om nog meer plezier van uw Volvo te hebben, adviseren we u om de van alcohol of medicijnen – of als u rijvermogen om wat voor reden dan instructies en de onderhoudsinformatie in deze gebruikershandleiding ook beperkt is.
Pagina 4 INHOUD INFORMATIE VOOR DE UW VOLVO VEILIGHEID EIGENAAR Volvo ID Veiligheid Bedieningsinformatie Volvo ID aanmaken en registreren Veiligheid tijdens de zwangerschap Gebruikershandleiding op middendisplay Drive-E - schoner rijplezier Whiplash Protection System Navigeren in de gebruikershandlei- IntelliSafe – rijhulp Veiligheidsgordels ding op het middendisplay Sensus –...
Pagina 5 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Positie van kinderzitje Instrumenten en bediening bij een Opgeslagen bestuurdersdisplaymel- auto met het stuur links dingen hanteren Kinderzitje monteren Instrumenten en bediening bij een Overzicht van het middendisplay Overzichtstabel voor de plaatsing van auto met het stuur rechts kinderzitjes Middendisplay hanteren Bestuurdersdisplay...
Pagina 6 VERLICHTING RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Gebruikersgegevens resetten bij Verlichtingsbediening doorverkoop Ruiten, lampglazen en spiegels Verlichtingsfuncties aanpassen via Instellingen resetten op middendisplay het middendisplay Inklembeveiliging op ruiten en zon- neschermen Tabel met instellingen op middendisplay Stadslichten voor/achterlichten Resetprocedure voor de inklembe- Bestuurdersprofielen Dagrijlicht veiliging...
Pagina 7 STOELEN EN STUURWIEL KLIMAAT Handmatig bediende voorstoel Klimaatregeling Elektrische stuurverwarming* active- ren en deactiveren Elektrisch bedienbare* voorstoel Klimaatzones Automatische inschakeling van elek- Klimaatsensoren Elektrisch bedienbare* voorstoel ver- trische stuurverwarming* activeren stellen en deactiveren Gevoelstemperatuur Stand opslaan voor stoel en buiten- Automatische klimaatregeling activeren Stembediening klimaat spiegels...
Pagina 8 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Vergrendelen en ontgrendelen van Timerinstelling voor preconditioning* de binnenzijde van de auto Vergrendelingsindicatie Timerinstelling voor preconditioning* Achterklep ontgrendelen vanaf de toevoegen en bewerken Instelling voor vergrendelingsbevestiging binnenzijde Timerinstelling voor preconditioning* een transpondersleutel Kinderslot activeren en deactiveren activeren en deactiveren Vergrendelen en ontgrendelen met Automatische vergrendeling bij het...
Pagina 9 BESTUURDERSONDERSTEUNIN Beperkingen van de automatische Automatische remfunctie van adap- snelheidsbegrenzer tieve cruisecontrol Rijhulpsystemen Cruisecontrol Beperkingen van adaptieve cruisecontrol Snelheidsafhankelijke stuurkracht Cruisecontrol activeren en starten Wisselen tussen cruisecontrol en Stabiliteitsregeling Roll Stability Control adaptieve cruisecontrol Snelheidsfuncties voor cruisecontrol Elektronische stabiliteitsregeling Symbolen en meldingen voor adap- Snelheidsbegrenzer deactiveren en Sportstand bij elektronische stabili- tieve cruisecontrol...
Pagina 10 Aanbevolen onderhoud van de radar- Meldingen voor BLIS Stuurhulp bij rijbaanassistent sensor Cross Traffic Alert* Rijbaanassistent activeren/deactiveren Typegoedkeuring voor radarsensor Assistentie-opties voor rijbaanassis- Activeren/deactiveren Cross Traffic Alert Camera tent kiezen Beperkingen van Cross Traffic Alert Beperkingen van de camera Beperkingen van rijbaanassistent Onderhoudsadvies voor Cross Traffic Aanbevolen onderhoud van de camera Symbolen en meldingen voor rijbaa-...
Pagina 11 STARTEN EN RIJDEN Parkeerhulp aan voorzijde, achter- Motor starten Meldingen voor Actieve parkeerhulp* zijde en zijkanten Auto afzetten Parkeerhulp activeren/deactiveren Contactslotstanden Beperkingen van parkeerhulp Contactslotstand kiezen Aanbevolen onderhoud van de par- Alcoholslot* keerhulp Alcoholslot* omzeilen Symbolen en meldingen voor parkeerhulp 395 Alvorens een motor met alcoholslot Parkeerhulpcamera* te starten...
Pagina 12 Versnellingsbak Zuinig rijden Aanhangwagenstabilisering* Handgeschakelde versnellingsbak Voorbereidingen voor een lange rit Aanhangwagenverlichting controleren Schakelstanden van een automati- Rijden tijdens de winter Op trekhaak gemonteerde fietsdrager* sche versnellingsbak Doorwaaddiepte Slepen Schakelen met stuurpaddles* Tankvulklep openen en sluiten Sleepoog monteren en demonteren Keuzehendelblokkering Brandstof tanken Bergen...
Pagina 13 GELUID, MEDIA EN INTERNET ® Audio, media en internet Telefoon automatisch verbinden met DivX weergeven de auto via Bluetooth Audio-instellingen Instellingen voor video Telefoon handmatig verbinden met Geluidservaring* ® Media via Bluetooth de auto via Bluetooth Apps ® Eenheid aansluiten via Bluetooth Telefoon met Bluetooth-verbinding loskoppelen Apps downloaden...
Pagina 14 ECALL WIELEN EN BANDEN Geen internetverbinding of een eCall Banden slechte verbinding Automatische ongevalsmelding eCall Maataanduiding voor banden Wi-Fi-netwerk verwijderen Acute hulp via eCall Maataanduiding voor wielen Techniek en veiligheid rond Wi-Fi Wegenhulp De draairichting van de banden. Gebruiksvoorwaarden en gegevens- Slijtage-indicator van banden uitwisseling Bandenspanning controleren...
Pagina 15 LAADMOGELIJKHEDEN, ONDERHOUD EN SERVICE OPBERGMOGELIJKHEDEN EN Noodreparatieset voor banden Serviceprogramma van Volvo INTERIEUR Noodreparatieset voor banden gebruiken Gegevensoverdracht tussen auto en werkplaats via wifi Auto-interieur Band oppompen met compressor uit reparatieset voor banden Download Center Tunnelconsole Systeemupdates hanteren via Down-...
Pagina 16 SPECIFICATIES Symbolen op de accu's Autolak Typeaanduidingen Zekeringen en relais- en zekeringen- Geringe lakschade herstellen Maten houders Kleurcodes Gewichten Zekering vervangen Wisserbladen achterruit vervangen Trekgewichten en kogeldruk Zekeringen in motorruimte Wisserblad voorruit vervangen Motorspecificaties Zekeringen onder linker voorstoel Wisserbladen in servicestand Specificaties van de motorolie Interieur reinigen Vulopening voor sproeiervloeistof...
Pagina 17 ALFABETISCH REGISTER Alfabetisch register...
Pagina 19 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR...
Pagina 20 De informatie is door- Guide en een supplement bij de gebruikers- gebruik en het bezit van uw Volvo. De site is zoekbaar en ook beschikbaar in een indeling in handleiding met onder meer informatie over beschikbaar voor de meeste markten.
Pagina 21 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Gebruikershandleiding op Het is mogelijk een gedrukt exemplaar van de Supportsite van Volvo Cars (p. 23) • middendisplay gebruikershandleiding en het bijbehorende sup- Gebruikershandleiding doornemen (p. 24) • plement te bestellen. Neem voor bestelling con- Via het middendisplay van de auto kunt u de tact op met een Volvo-dealer.
Pagina 22 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Dit geldt alleen voor bepaalde apps in de auto. Gebruikershandleiding Contextuele gebruikershandleiding Voor gedownloade apps van derden zijn bijv. geen appspecifieke artikelen te openen. Gerelateerde informatie Navigeren in de gebruikershandleiding op • het middendisplay (p. 21) Navigeren in schermen op het middendisplay •...
Pagina 23 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Navigeren in de Menu openen op het hoofdmenu Quick Guide gebruikershandleiding op het Tik op het symbool om een Tik op in de bovenste lijst in de gebrui- – middendisplay pagina te openen met koppe- kershandleiding. lingen naar enkele artikelen die De digitale gebruikershandleiding is te bereiken >...
Pagina 24 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Zoekfunctie gebruiken op het Hotspots voor exterieur en interieur Favorieten Overzichtsbeelden (exterieur en Tik op het symbool om de arti- hoofdmenu interieur) van de auto. Diverse kelen te openen die als favorie- 1. Druk op op het hoofdmenu van de delen zijn voorzien van hotspots ten zijn opgeslagen.
Pagina 25 Supportsite van Volvo Cars desbetreffende gebieden. De navigatie tussen de apparaten verschillende artikelen van de gebruikershandlei- Op de web- en supportsite van Volvo Cars staat ding verloopt eenvoudig en de inhoud is door- De gebruikershandleiding is beschikbaar als meer informatie over uw auto.
Pagina 26 Cars Een goede manier om vertrouwd te raken met lijke informatie over hoe en waar u professionele Registreert uw eigen Volvo ID en meld u aan op uw nieuwe auto is om de gebruikershandleiding hulp kunt krijgen. www.volvocars.com. Zodra u bent aangemeld,...
Pagina 27 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR auto zijn van de onderstaande aflopende waar- Gevaar voor materiële schade BELANGRIJK schuwings-/informatiegraad. Belangrijk-teksten geven informatie over kans Gevaar voor lichamelijk letsel op materiële schade. N.B. Teksten met het kopje N.B. duiden op tips en adviezen die het gebruik van bepaalde moge- lijkheden en functies vergemakkelijken.
Pagina 28 Gebruikershandleiding op mobiele apparaten • weergegeven objecten. (p. 23) Procedurelijsten Opsommingslijsten Supportsite van Volvo Cars (p. 23) • Procedures met handelingen die in een bepaalde Bij opsommingen in de gebruikershandleiding volgorde moeten worden uitgevoerd, staan wordt gebruikgemaakt van een opsommingslijst.
Pagina 29 INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Milieu-aspecten van de gebruikershandleiding De gebruikershandleiding is gedrukt op papier waarvoor de grondstoffen afkomstig zijn uit gecontroleerde bossen. ® Het Forest Stewardship Council (FSC) -symbool geeft aan dat de papiervezels waarvan een gebruikershandleiding in drukvorm gemaakt is ®...
Pagina 31 UW VOLVO...
Pagina 32 Volvo ID aanmaken en registreren (p. 30) • Volvo ID is een persoonlijke ID waarmee u Een Volvo ID is op verschillende manieren aan te gebruikmakend van één gebruikersnaam en Afspraak maken voor servicebeurt en repara- maken. Als u een Volvo ID registreert op •...
Pagina 33 Lees hieronder over hoe u het ID regis- treert voor de auto. 2. Start de app en vul uw Volvo ID/mailadres in. Volvo ID registreren via de Volvo On Call- 3. Volg de instructies op, die automatisch naar 1.
Pagina 34 Volvo Car Corporation werkt voortdurend aan de ontwikkeling van veiliger en effectievere produc- Milieuzorg is een van de kernwaarden van Volvo milieu heeft de volle aandacht van Volvo - de Brandstofverbruik Cars die van invloed is op alle activiteiten. De...
Pagina 35 Een zuinige auto levert niet alleen een beperking De gebruikte materialen voor het interieur van van de milieu-effecten op, maar betekent ook een Volvo zijn zorgvuldig geselecteerd en uitvoe- Efficiënte uitlaatgasreiniging lagere kosten voor de eigenaar van de auto. Als rig getest op comfort en hypoallergeniteit.
Pagina 36 UW VOLVO tact op te nemen met een dealer voor de locatie van een gecertificeerd/erkend recyclingbedrijf. Gerelateerde informatie Brandstofverbruik en CO -uitstoot (p. 665) • Zuinig rijden (p. 453) • Preconditioning* in- en uitschakelen • (p. 216) Milieu-aspecten van de gebruikershandlei- •...
Pagina 37 Gerelateerde informatie impact te beperken. Bij botsgevaar krijgt u waar- Rijhulpsystemen (p. 274) • IntelliSafe is het rijveiligheidsconcept van Volvo schuwingen in de vorm van visuele en akoesti- Cars. IntelliSafe bestaat uit enkele systemen, Automatisch groot licht (p. 146) •...
Pagina 38 UW VOLVO Sensus – connectiviteit en schijnt, hangt af van hoe belangrijk de informatie entertainment is voor u als bestuurder. Sensus biedt u de mogelijkheid om te internet- ten, diverse apps te gebruiken en een Wi-Fi-hot- spot van uw auto te maken.
Pagina 39 UW VOLVO Waar welke informatie verschijnt, hangt af van hoe belangrijk de informatie is. Bestuurdersdisplay Het bestuurdersdisplay geeft informatie over Middendisplay onder meer snelheid en bijv. telefoonoproepen of informatie over het afgespeelde nummer. Het is te bedienen met de twee knoppensets op het stuurwiel.
Pagina 40 UW VOLVO Een groot aantal van de primaire functies van de Internetverbinding van auto delen via Wi-Fi- • auto wordt aangestuurd vanaf het middendisplay, hotspot (p. 532) een touchscreen dat reageert bij aanraking. Dit houdt een beperking in van het aantal fysieke knoppen en bedieningselementen in de auto.
Pagina 41 Vastlegging van gegevens Dit kan een bijdrage leveren aan een beter inzicht in de omstandigheden waarin bepaalde Om ervoor te zorgen dat u als Volvo-bezitter uw In het kader van de veiligheids- en kwaliteitsin- verkeersongevallen en schades ontstaan. De auto ten volle kunt benutten blijven we de auto-...
Pagina 42 Volvo en de werkplaatsen die een contract hebben met Gerelateerde informatie Volvo. Volvo ziet erop toe dat de gegevens, die in Gebruiksvoorwaarden en gegevensuitwisse- • verband met reparatie en onderhoud worden ling (p. 535) doorgegeven aan Volvo, zorgvuldig worden opge- Servicevoorwaarden (p.
Pagina 43 Volvo waar acces- De uitrusting die in de gebruikershandleiding Installatie van accessoires (p. 41) • soires al dan niet veilig in uw Volvo mogen wordt beschreven is niet op alle auto's aanwezig worden geïnstalleerd. Vraag altijd een Uitrusting aansluiten op de diagnoseaanslui- •...
Pagina 44 Meer informatie over de garantie vindt u Een verkeerde aansluiting en montage van soft- voor de gevolgen indien niet-goedgekeurde in het service- en garantieboekje. Volvo wijst ware kan een nadelige invloed hebben op de apparatuur wordt aangesloten op de On-...
Pagina 45 Systeem Als de auto is voorzien van een navigatie- • Systeeminformatie Vehicle Uw nieuwe Volvo is, of kan zijn uitgerust met een systeem, mag u alleen instellingen ver- Identification Number. inhoudelijk rijke entertainment- en communicatie- richten en wijzigingen aanbrengen in het systemen.
Pagina 47 VEILIGHEID...
Pagina 48 Volvo adviseert u om zo spoedig moge- groot deel van de kracht bij een aanrijding wordt lijk contact op te nemen met een erkende verdeeld over de balken, de stijlen, de vloer, het Volvo-werkplaats.
Pagina 49 VEILIGHEID Veiligheid tijdens de zwangerschap Whiplash Protection System Zithouding Naarmate de zwangerschap vordert moeten Het is belangrijk dat zwangere passagiers hun Het Whiplash Protection System (WHIPS) is zwangere bestuurders de stoel en het stuurwiel veiligheidsgordel op de juiste manier dragen en een beveiliging die het risico van letsel door whi- dusdanig verstellen dat ze de auto volledig onder dat een zwangere bestuurder haar zithouding...
Pagina 50 WHIPS aan en probeer deze nooit zelf te geklemd zitten tussen het zitgedeelte van de repareren. Volvo adviseert u om contact op te achterbank en de rugleuning van de voorstoe- Gerelateerde informatie nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 51 Let erop dat alle passagiers hun veiligheidsgor- gordels aan en probeer ze nooit zelf te repa- del om hebben voordat u gaat rijden. reren. Volvo adviseert u om contact op te Voor optimale bescherming van de veiligheids- nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 52 VEILIGHEID 3. Voorin kunt u de gordel hoger of lager zetten. WAARSCHUWING Elke veiligheidsgordel is bedoeld voor slechts één persoon. WAARSCHUWING Denk eraan geen clips te gebruiken of de gordel vast te maken rond haken of andere delen van het interieur, omdat de veiligheids- gordel daardoor niet goed aansluit.
Pagina 53 Breng nooit zelf wijzigingen in de veiligheids- gordels aan en probeer ze nooit zelf te repa- Elektrische gordelspanners* reren. Volvo adviseert u om contact op te De gordelspanners voor bestuurder en passagier nemen met een erkende Volvo-werkplaats. op de voorstoel zijn uitgerust met een elektrische Als een veiligheidsgordel aan grote krachten gordelspanner.
Pagina 54 WAARSCHUWING Breng nooit zelf wijzigingen in de veiligheids- gordels aan en probeer ze nooit zelf te repa- reren. Volvo adviseert u om contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Visueel signaal op plafondconsole. Als een veiligheidsgordel aan grote krachten...
Pagina 55 Breng de auto zo spoe- tiveerd kunnen worden. Laat de auto wegsle- dig mogelijk tot stilstand en sluit het onderdeel pen. Volvo adviseert u de auto te laten weg- dat aanleiding gaf tot de waarschuwing. slepen naar een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 56 WAARSCHUWING onderdelen van de veiligheidssystemen in de aan de bestuurderszijde. auto over te laten aan een erkende Volvo- De veiligheidsgordel en airbag werken samen. werkplaats. Als de gordel niet of verkeerd wordt gebruikt, kan dit bij een botsing van invloed zijn op het Neem altijd contact op met een arts.
Pagina 57 Passagiersairbag (p. 55) • vloer en de rug tegen de rugleuning. WAARSCHUWING Volvo adviseert u om voor reparatie contact op te nemen met een erkende Volvo-werk- plaats. Een verkeerde ingreep in het airbag- systeem kan tot een onjuiste werking leiden met ernstig letsel als gevolg.
Pagina 58 VEILIGHEID Passagiersairbag* activeren en Sticker voor passagiersairbag WAARSCHUWING deactiveren Laat nooit iemand voor de passagiersstoel zit- De passagiersairbag is te deactiveren als de ten of staan. auto is voorzien van een speciale schakelaar, Vervoer kinderen nooit in een tegen de rijrich- Passenger Airbag Cut Off Switch (PACOS).
Pagina 59 VEILIGHEID kinderzitje kunnen veilig op de passagiers- Passagiersairbag activeren 2. Bevestig de melding door de O-knop van de stoel zitten. rechter stuurknoppenset in te drukken. WAARSCHUWING Als de auto niet is uitgerust met een schake- laar voor activering/deactivering van de pas- sagiersairbag (PACOS), is de passagiersair- bag altijd geactiveerd.
Pagina 60 VEILIGHEID Passagiersairbag deactiveren 2. Bevestig de melding door de O-knop van de Gerelateerde informatie rechter stuurknoppenset in te drukken. Gordelspanners (p. 51) • Kinderzitje (p. 63) • Trek de schakelaar naar buiten en draai deze vanuit ON (A) naar OFF (B). >...
Pagina 61 WAARSCHUWING De zijairbags aan bestuurders- en passagiers- De gordijnairbags, Inflatable Curtain (IC) helpen Volvo adviseert u om voor reparatie contact zijde dienen ter bescherming van borstkas en voorkomen dat bestuurder en eventuele passa- op te nemen met een erkende Volvo-werk- heupen bij een aanrijding.
Pagina 62 Safety Mode WAARSCHUWING WAARSCHUWING Safety Mode is een veiligheidsfunctie die in wer- Volvo adviseert u om voor reparatie contact Het opblaasgordijn vormt een aanvulling op king treedt, wanneer tijdens een aanrijding op te nemen met een erkende Volvo-werk- de veiligheidsgordel. Gebruik de veiligheids- mogelijk belangrijke onderdelen zijn beschadigd plaats.
Pagina 63 Safety Mode heeft gestaan. Dit kan aanleiding geven tot letsel of een slechte en over een korte afstand te verplaatsen. bijv. als functie van de auto. Volvo adviseert u de auto de auto op een plaats staat waar de verkeersvei- BELANGRIJK altijd in een erkende Volvo-werkplaats te laten ligheid in gevaar komt.
Pagina 64 Het gewicht en de lengte van het kind zijn bepa- Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot zit- lend voor de te gebruiken producten. ten. Volvo adviseert u kinderen zo lang mogelijk te Gerelateerde informatie vervoeren in een achterstevoren gemonteerd kin- Veiligheid (p. 46) •...
Pagina 65 VEILIGHEID Kinderzitje Bovenste bevestigingspunten voor Onderste bevestigingspunten voor kinderzi- • kinderzitjes tjes (p. 64) Als u kinderen in de auto vervoert, moet u altijd i-Size/ISOFIX-bevestigingspunten voor kin- een adequate kinderbescherming gebruiken. • De auto is voorzien van bovenste bevestigings- derzitjes (p. 65) punten voor kinderzitjes op de buitenste zitplaat- Kinderen moeten comfortabel en veilig kunnen sen van de achterbank.
Pagina 66 VEILIGHEID Onderste bevestigingspunten voor voor het activeren/deactiveren van de passa- WAARSCHUWING kinderzitjes giersairbag *. Haal de bovenste bevestigingsband van het De auto is voorzien van onderste bevestigings- kinderzitje door de opening in de ene poot punten voor kinderzitjes voorin* en achterin. van de hoofdsteun, voordat u de band aan het bevestigingspunt vastzet.
Pagina 67 VEILIGHEID i-Size/ISOFIX-bevestigingspunten Positie van kinderzitje rugleuningen van de achterbank, op de beide voor kinderzitjes buitenste zitplaatsen. Het is belangrijk om het kinderzitje op de juiste stoel in de auto te plaatsen, wat onder meer Klap de afdekkingen omhoog om bij de bevesti- De auto is voorzien van i-Size/ISOFIX -bevesti- afhangt van het type kinderzitje en van de vraag...
Pagina 68 VEILIGHEID Kinderzitje monteren Sticker voor passagiersairbag N.B. Bij de montage en het gebruik van een kinder- De wettelijke bepalingen voor hoe een kind in zitje dient u op enkele dingen te letten. Het de auto moet worden geplaatst, verschillen hangt van de plaats van het kinderzitje af welke per land.
Pagina 69 Volg de adviezen van de producent Gebruik alleen door Volvo geadviseerde kin- • van het kinderzitje op, als dit niet mogelijk is. derzitjes met een universele of semi-univer- Verstel na het vastzetten van eventuele •...
Pagina 70 VEILIGHEID Overzichtstabel voor de plaatsing i-Size- Kinderzitjes Andere van kinderzitjes kinder- met univer- typen kin- De tabel geeft een overzicht van het type kinder- zitje sele goedkeu- derzitjes zitje dat zich leent voor de verschillende zitplaat- ring die zijn sen in de auto. vastgezet met de veilig- heidsgordel...
Pagina 71 VEILIGHEID Plaatsingstabel voor kinderzitjes die N.B. de veiligheidsgordel in de auto Neem alvorens een kinderzitje in de auto te gebruiken monteren altijd het hoofdstuk over de mon- De tabel geeft aanbevelingen voor de te gebrui- tage van kinderzitjes in de gebruikershandlei- ken kinderzitjes op de verschillende zitplaatsen ding door.
Pagina 72 Volvo adviseert: Volvo-babyzitje (typegoedkeuring E1 04301146). Volvo adviseert: Tegen de rijrichting in geplaatst Volvo-kinderzitje (typegoedkeuring E5 04212). Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje. Volvo adviseert: Verhogingskussen met of zonder rugleuning (typegoedkeuring E5 04216); Volvo-kinderzitje (typegoedkeuring E1 04301312).
Pagina 73 Geschikt voor i-Size-kinderzitje met "universele" goedkeuring dat in of tegen de rijrichting in geplaatst is. X: Niet geschikt voor kinderzitjes met universele goedkeuring. Volvo adviseert een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje voor deze categorie. Volvo adviseert: BeSafe iZi Kid X2 i-Size (typegoedkeuring E4-129R-000002).
Pagina 74 VEILIGHEID Plaatsingstabel voor ISOFIX- plaatsen en voor de desbetreffende gewichts- N.B. kinderzitjes groepen. Neem alvorens een kinderzitje in de auto te De tabel geeft aanbevelingen voor de te gebrui- Het kinderzitje moet zijn goedgekeurd conform monteren altijd het hoofdstuk over de mon- ken ISOFIX-kinderzitjes op de verschillende zit- UN Reg R44 en de producent van het zitje moet tage van kinderzitjes in de gebruikershandlei-...
Pagina 75 Volvo adviseert: Volvo-babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem (typegoedkeuring E1 04301146). Geldt bij een auto zonder ISOFIX-console. Stel de rugleuning zo in dat de hoofdsteun het kinderzitje niet raakt. Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje.
Pagina 76 Als een i-Size/ISOFIX-kinderzitje geen afme- tingscategorie heeft, moet het automodel op de voertuiglijst van het kinderzitje staan. N.B. Volvo raadt u aan om contact op te nemen met een erkende Volvo-dealer voor de i-Size/ ISOFIX-kinderzitjes die Volvo adviseert. Gerelateerde informatie Positie van kinderzitje (p.
Pagina 77 DISPLAYS EN STEMBEDIENING...
Pagina 78 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instrumenten en bediening bij een Claxon Midden- en tunnelconsole auto met het stuur links Linker stuurknoppenset In de overzichten wordt aangegeven waar dis- plays en bedieningselementen dicht bij de Displayverlichting, achterklep ontgrendelen/ bestuurder zitten. openen*/sluiten* Stuurwiel en instrumentenpaneel Plafondconsole Middendisplay Startknop...
Pagina 79 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instrumenten en bediening bij een Bestuurdersportier Overzicht van het middendisplay (p. 102) • auto met het stuur rechts Versnellingsbak (p. 432) • In de overzichten wordt aangegeven waar dis- plays en bedieningselementen dicht bij de bestuurder zitten. Geheugens voor instellingen van elektrisch bedienbare voorstoel*, buitenspiegels Centrale vergrendeling, elektrisch bedienbare...
Pagina 80 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Stuurwiel en instrumentenpaneel Midden- en tunnelconsole Plafondconsole Stadslicht, dagrijlicht, dimlicht, groot licht, Middendisplay Leeslampjes en interieurverlichting voorin richtingaanwijzers, mistlampen vóór/bocht- Startknop verlichting*, mistachterlicht, op nul zetten van Panoramadak* dagtellers Alarmlichten, ontwaseming, media, rijmodus- Stuurpaddles* om handmatig te schakelen Display in plafondconsole, ON CALL-knop* knop* met een automatische versnellingsbak...
Pagina 81 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Bestuurdersportier Versnellingsbak (p. 432) • Geheugens voor instellingen van elektrisch bedienbare voorstoel*, buitenspiegels Centrale vergrendeling, elektrisch bedienbare ruiten, buitenspiegels, elektrisch kinderslot* Motorkap openen Instelling van voorstoel Gerelateerde informatie Handmatig bediende voorstoel (p. 176) • • Elektrisch bedienbare* voorstoel verstellen (p.
Pagina 82 Wat er op het bestuurdersdisplay play of delen ervan onleesbaar zijn. Bezoek wordt weergegeven, hangt af van de uitrusting, onmiddellijk een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. instellingen en de op dat moment actieve func- ties van de auto. WAARSCHUWING Het bestuurdersdisplay wordt geactiveerd zodra er een portier wordt geopend, d.w.z.
Pagina 83 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Links In het midden Rechts Informatie over portieren en gordels Status van Start/Stop-systeem Verkeersbordinformatie* Mediaspeler Actieradius op tank Momentaan brandstofverbruik Navigatiekaart* Telefoon Appmenu (te activeren met de stuurknoppenset) Stembediening Kompas Afhankelijk van de gekozen rijmodus. Gecumuleerde afstand. Dynamisch symbool Controlesymbolen op bestuurdersdisplay •...
Pagina 84 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instellingen voor bestuurdersdisplay Instellingen via middendisplay 2. Tik op Systeem Systeemtalen en - Instellingen voor de weergave-opties van het eenheden Systeemtaal om een taal te Informatietype kiezen bestuurdersdisplay zijn te verrichten via het kiezen. 1. Tik op Instellingen op het hoofdscherm van applicatiemenu van het bestuurdersdisplay en...
Pagina 85 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Brandstofmeter Boordcomputer Toerist (alternatieve snelheidsmeter) • Eenheden voor afstand, snelheid en dergelijk zijn De brandstofmeter op het bestuurdersdisplay De boordcomputer van de auto registreert waar- te wijzigen via de systeeminstellingen op het mid- geeft het brandstofpeil in de tank aan. den zoals afgelegde afstand, brandstofverbruik dendisplay.
Pagina 86 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Rijstatistieken tonen op het Actieradius op tank Gerelateerde informatie bestuurdersdisplay De boordcomputer berekent de actieradius op Rijstatistieken tonen op het bestuurdersdis- • basis van de resterende hoeveelheid brandstof in play (p. 84) De door de boordcomputer geregistreerde en de tank.
Pagina 87 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Dagteller resetten 2. Navigeer naar de boordcomputerapp door met (2) naar links of rechts te vegen. Reset de dagteller met de linker stuurhendel. > Op de bovenste vier menuregels staan de gemeten waarden voor dagteller TM. Op de vier menuregels eronder staan de gemeten waarden voor dagteller TA.
Pagina 88 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Verbruiksinfo weergeven op het Instellingen voor verbruiksinfo middendisplay De instellingen voor verbruiksinfo zijn op nul te De verbruiksinfo van de boordcomputer ver- stellen of aan te passen. schijnt in grafische vorm op het middendisplay 1. Open de app Bestuurder prestaties op het en biedt u het overzicht waarmee u eenvoudig...
Pagina 89 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Tijd en datum Gerelateerde informatie Instellingen voor tijd en datum Verbruiksinfo weergeven op het middendis- • – Kies Instellingen Systeem Datum en De klok is zichtbaar op zowel bestuurders- als play (p. 86) tijd op het hoofdscherm van het middendis- middendisplay.
Pagina 90 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Buitentemperatuurmeter Controlesymbolen op Gerelateerde informatie bestuurdersdisplay Bestuurdersdisplay (p. 80) • De buitentemperatuurmeter staat aangegeven op het bestuurdersdisplay. Systeemeenheden wijzigen (p. 126) De controlesymbolen attenderen u erop dat de • bijbehorende functies ingeschakeld zijn, de des- Een sensor registreert de temperatuur buiten de betreffende systemen actief zijn of dat er storin- auto.
Pagina 91 Automatisch groot licht uit Mistachterlicht aan Rijd voor een controle naar een werkplaats. Volvo adviseert u con- Het symbool brandt met wit licht Het symbool brandt, wanneer het tact op te nemen met een erkende als het automatisch groot licht uit mistachterlicht is ingeschakeld.
Pagina 92 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Waarschuwingssymbolen op Symbool Betekenis Symbool Betekenis bestuurdersdisplay Regensensor aan Rijbaanassistent De waarschuwingssymbolen attenderen u erop Dit symbool brandt, wanneer de Wit symbool: Rijbaanassistent aan dat belangrijke functies zijn ingeschakeld of dat regensensor aanstaat. en wegbelijning is waargenomen. er ernstige storingen of gebreken zijn opgetre- den.
Pagina 93 Engelse versie van de overeenkomst tact op te nemen met een erkende moet u contact opnemen met een tussen Volvo en producenten of ontwikkelaars. Volvo-werkplaats. werkplaats. Volvo adviseert u con- Freetype Project License...
Pagina 94 DISPLAYS EN STEMBEDIENING "Portions of this software are copyright © <year> ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED, Introduction The FreeType Project (www.freetype.org). All INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, The FreeType Project is distributed in several rights reserved." WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND archive packages;...
Pagina 95 DISPLAYS EN STEMBEDIENING from or based on the FreeType Project, not just porting, etc. Our home page can be found at DAMAGES ARISING OUT OF THE USE OF THIS the unmodified files. If you use our work, you http://www.freetype.org SOFTWARE AND ITS DOCUMENTATION, EVEN must acknowledge us.
Pagina 96 DISPLAYS EN STEMBEDIENING misrepresented as being the original files and any associated documentation (the Libunibreak License software. "Data Files") or Unicode software and any This library is released under an open-source associated documentation (the "Software") to licence, the zlib/libpng licence. Please check the 3.
Pagina 97 DISPLAYS EN STEMBEDIENING OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR Jean-loup Gailly Mark Adler jloup@gzip.org name of the author may be used to endorse or PERFORMANCE OF THE DATA FILES OR madler@alumni.caltech.edu If you use the zlib promote products derived from this software SOFTWARE.
Pagina 98 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Applicatiemenu op Appmenu op bestuurdersdisplay volgende apps en de bijbehorende appfuncties te bestuurdersdisplay hanteren regelen: Via het applicatiemenu (appmenu) van het Het applicatiemenu (appmenu) op het bestuur- Functies bestuurdersdisplay krijgt u snel toegang tot de dersdisplay is te gebruiken via de rechter stuur- meest gebruikte functies voor bepaalde apps.
Pagina 99 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Melding op bestuurdersdisplay Appmenu openen/sluiten Druk op Openen/sluiten (1). – Op het bestuurdersdisplay kunnen in uiteenlo- pende situaties meldingen verschijnen om u te (Het appmenu is niet te openen als er nog informeren of helpen. een onbevestigde melding op het bestuur- dersdisplay staat.
Pagina 100 Deel van een melding, verschijnt samen met gegevens over de te laten controleren. locatie van de storing. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Normaal Het is tijd voor een service- beurt – bezoek een werk- Gerelateerde informatie...
Pagina 101 DISPLAYS EN STEMBEDIENING 2. Bevestig uw keuze door te drukken op bevestigen (2). > De melding verdwijnt van het bestuurders- display. Voor meldingen zonder knoppen: Sluit de melding door op bevestigen (2) te – drukken of doe niets, waarna de melding enige tijd later automatisch verdwijnt.
Pagina 102 Autobericht opgesl. in app Autostatus op het middendisplay. Afhankelijk van de markt. Er moet ook een Volvo ID zijn geregistreerd en een voorkeurswerkplaats zijn gekozen.
Pagina 103 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Gerelateerde informatie Melding op bestuurdersdisplay (p. 97) • Melding op bestuurdersdisplay hanteren • (p. 98) Melding op het middendisplay (p. 134) •...
Pagina 104 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Overzicht van het middendisplay Vanaf het middendisplay zijn tal van autofuncties te regelen. Hier volgt een beschrijving van het middendisplay en de mogelijkheden ervan.
Pagina 105 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Drie van de basisschermen van het middendisplay. Veeg naar rechts of naar links om het functie- of appscherm te openen Functiescherm – autofuncties die met één druk te activeren of deactiveren zijn. Som- Bij een auto met het stuur rechts zijn de schermen onderling van plaats gewisseld.
Pagina 106 DISPLAYS EN STEMBEDIENING mige functies zijn ook zogenoemde trigger- Media – laatst gebruikte apps die verband Gebruikershandleiding op middendisplay • functies, die vensters met instelmogelijkhe- houden met media. Druk op het scherm om (p. 19) den openen. Bijvoorbeeld Camera. het uit te vouwen. Mediaspeler (p.
Pagina 107 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Middendisplay hanteren een lijst en apps verplaatsen door het scherm op BELANGRIJK verschillende manieren aan te raken. Veel autofuncties zijn te bedienen en regelen Raak het scherm niet met scherpe voorwer- vanaf het middendisplay. Het middendisplay is Dankzij IR-stralen vlak boven het schermopper- pen aan om krassen te voorkomen.
Pagina 108 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Methode Uitvoering Resultaat Vegen Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Ingedrukt houden en verslepen om apps of kaartpunten op de kaart te verplaatsen. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen. Snel vegen/slepen Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen.
Pagina 109 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Terugkeren naar homescherm vanuit het bedieningselement naar de gewenste • temperatuur te slepen, een ander scherm 1. Druk kort op de homeknop onder het mid- − te drukken om de temperatuur in • dendisplay. stapjes te verhogen of te verlagen, of >...
Pagina 110 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Middendisplay activeren en Navigeren in schermen op het 1. Houd de fysieke homeknop onder het display deactiveren middendisplay langere tijd ingedrukt. > Het display dooft, met uitzondering van Het middendisplay is te dimmen en te activeren Het middendisplay heeft vijf verschillende basis- het klimaatveld dat nog steeds zichtbaar met de homeknop onder het display.
Pagina 111 DISPLAYS EN STEMBEDIENING het tabblad te klikken of door van boven naar N.B. N.B. beneden over het scherm te slepen/vegen. In het homescherm van de standaardstand – Het hoofdscherm is niet beschikbaar tijdens Het hoofdscherm biedt altijd toegang tot: druk kort op de homeknop. Op het scherm het starten/uitschakelen of als er een display- verschijnt een animatie die uitlegt hoe u de tekst op het scherm staat.
Pagina 112 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Applicatiescherm rechtstreeks op het appscherm, zoals het aantal Functiescherm ongelezen sms-berichten voor Berichten Tik op een app om deze te openen. Deze opent dan in het deelscherm waar hij bij hoort, bijvoor- beeld Media Afhankelijk van het aantal apps kunt u omlaag- bladeren in het appscherm.
Pagina 113 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Afhankelijk van het aantal functies kunt u ook Functiescherm op het middendisplay • omlaagbladeren in het scherm. U doet dat door (p. 115) van onder naar boven te vegen/slepen. Overzicht van het middendisplay (p. 102) • In tegenstelling tot het appscherm waar bij een tik op een app de bijbehorende app wordt geopend, wordt bij een tik op een functieknop in het functiescherm alleen de desbetreffende...
Pagina 114 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Deelschermen op middendisplay hanteren Het homescherm bestaat uit vier deelschermen: Navigatie Media Telefoon en een extra deel- scherm. Deze schermen zijn uit te vouwen.
Pagina 115 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Een deelscherm uitvouwen vanuit standaardstand Standaardstand en uitgevouwen stand van het deelscherm van het middendisplay.
Pagina 116 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Deelscherm uitvouwen: scherm voor nog meer informatie en aanvullende instelmogelijkheden. Voor de deelschermen Navigatie Media – Telefoon Als er een deelscherm is geopend als volledig : Tik op een willekeurige plaats op scherm, verschijnt er geen informatie van de ove- het deelscherm.
Pagina 117 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Functiescherm op het Verschillende soorten knoppen autofuncties. Navigeer vanuit het homescherm middendisplay Er zijn drie verschillende soorten knoppen voor naar het functiescherm door van links naar autofuncties, zie hieronder: rechts over het display te vegen. In het functiescherm, een van de basisschermen van het middendisplay, liggen alle knoppen voor Soort knop Eigenschap...
Pagina 118 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Verschillende standen van de knoppen Het systeem is gedeactiveerd, wanneer het led- lampje is gedoofd. Wanneer het groene led-lampje brandt van een functie- of parkeerknop, is de desbetreffende functie geactiveerd. Bij het activeren van functies verschijnt voor sommige functies een extra tekst over wat deze inhouden.
Pagina 119 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Apps en knoppen op middendisplay Symbolen op de statusbalk van het N.B. verplaatsen middendisplay Verberg de apps die u zelden of nooit De apps en de knoppen voor autofuncties op Overzicht van de symbolen die mogelijk op de gebruikt door ze helemaal onderaan te plaat- het app- en functiescherm zijn te verplaatsen en statusbalk van het middendisplay verschijnen.
Pagina 120 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Gerelateerde informatie Symbool Betekenis Navigeren in schermen op het middendisplay • 'Internet sharing' geactiveerd (Wi- (p. 108) Fi-hotspot). De auto deelt dus de Melding op het middendisplay (p. 134) • beschikbare verbinding. • Auto met actieve internetverbinding* Automodem geactiveerd.
Pagina 121 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Toetsenbord op middendisplay Met het toetsenbord van het middendisplay kunt u met toetsen tekst invoeren op het scherm, maar ook handmatig door letters en tekens "in te tekenen" op het scherm. Met het toetsenbord kunnen tekens, letters en cijfers worden ingevoerd, bijv.
Pagina 122 DISPLAYS EN STEMBEDIENING De afbeelding laat een overzicht zien van een aantal van de knoppen die op het toetsenbord kunnen verschijnen. De opzet wisselt, al naar gelang de taalinstellingen en in welk verband het toetsenbord wordt gebruikt.
Pagina 123 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Regel met suggesties voor woorden of voor de eerste letter in het tekstveld. In tekst- Bij eenmaal indrukken van de bevestigingsknop velden die bestemd zijn voor namen of boven het toetsenbord (niet zichtbaar op de tekens . De voorgestelde woorden worden adressen begint automatisch elk woord met afbeelding) bevestigt u de ingevoerde tekst.
Pagina 124 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Gerelateerde informatie Taal wijzigen voor toetsenbord van midden- • display (p. 123) Handmatig tekens, letters of woorden invoe- • ren op middendisplay (p. 123) Middendisplay hanteren (p. 105) • Berichtfuncties (p. 524) •...
Pagina 125 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Taal wijzigen voor toetsenbord van Handmatig tekens, letters of Op het toetsenbord wisselen tussen middendisplay woorden invoeren op middendisplay verschillende talen Om op het toetsenbord tussen de verschillende Het toetsenbord van het middendisplay biedt u Wanneer u in Instellingen ver- talen te kunnen wisselen, moeten de talen eerst...
Pagina 126 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Suggesties voor tekens/letters/woorden/ Tekens/letters/woorden handmatig invoeren Tekens/letters verwijderen/wijzigen die woorddelen. U kunt bladeren in de lijst. 1. Schrijf een teken, een letter, een woord of handmatig zijn ingevoerd delen van een woord in de ruimte voor hand- Spatie.
Pagina 127 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Opzet van middendisplay Volume van systeemgeluid Van regel wisselen in het vrije veld met aanpassen uitschakelen of aanpassen op handgeschreven tekst middendisplay U kunt de opzet van het middendisplay aanpas- sen door een thema te kiezen. Het volume van het systeemgeluid is op het mid- dendisplay te wijzigen of uit te schakelen.
Pagina 128 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Systeemeenheden wijzigen Systeemtaal wijzigen Instellingen wijzigingen op het hoofdscherm van het Instellingen voor de eenheden verricht u in het Instellingen voor de taal verricht u in het menu middendisplay Instellingen Instellingen menu van het middendisplay. van het middendisplay. Via het middendisplay kunt u instellingen en 1.
Pagina 129 Gerelateerde informatie Apps van derden Overzicht van het middendisplay (p. 102) • Apps van derden zoals Volvo-id zijn bij aflevering Instellingen resetten op middendisplay van de auto niet voorgeïnstalleerd en moeten • (p. 128) naderhand worden gedownload. Bij dergelijke Hoofdscherm met de knop voor contextuele instellingen.
Pagina 130 Bij verkoop van de auto is het ook belangrijk om bestanden en herstelt de standaardwaarden Instellingen wijzigingen op het hoofdscherm • de doorverkoop te registreren in Volvo On Call* voor alle instellingen. van het middendisplay (p. 126) te wijzigen. Persoonlijke instellingen resetten - wist •...
Pagina 131 Subcategorie dat ze opgeslagen kunnen worden voor een Bestuurdersprofielen . Andere zijn algemeen Internet via automodem Kaart zijn, wat betekent dat ze niet zijn gekoppeld aan Volvo On Call een bestuurdersprofiel. Route en begeleiding Volvo-servicenetwerken Verkeer My Car Subcategorie Klimaatregeling...
Pagina 132 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Bestuurdersprofielen Systeem Algemene instellingen De algemene instellingen en de parameters wijzi- Tal van auto-instellingen zijn naar wens aan te Subcategorie gen niet als het ene bestuurdersprofiel wordt ver- passen en op te slaan in een of meer bestuur- Bestuurdersprofiel ruild voor een ander.
Pagina 133 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Bestuurdersprofiel kiezen Instellingen resetten in bestuurdersprofielen 2. Druk op Profiel • (p. 134) > Dezelfde lijst als die voor alternatief 1 ver- Bij inschakeling van het middendisplay verschijnt schijnt. Tabel met instellingen op middendisplay • boven aan het display het gekozen bestuurder- (p.
Pagina 134 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Naam van bestuurdersprofiel Bestuurdersprofiel beveiligen 5. Sla de optie om het profiel te beveiligen op wijzigen door te tikken op Terug Sluiten In sommige gevallen wilt u liever niet dat de ver- > Wanneer het profiel beveiligd is, worden U kunt de verschillende bestuurdersprofielen die schillende auto-instellingen worden opgeslagen eventuele nieuwe auto-instellingen niet...
Pagina 135 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Transpondersleutel koppelen aan Kies eerst het profiel dat u aan de sleutel wilt 5. Kies Sleutel koppelen om het profiel aan bestuurdersprofiel koppelen, voor zover het te koppelen profiel niet de sleutel te koppelen. Het is niet mogelijk al actief is.
Pagina 136 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instellingen resetten in Melding op het middendisplay Gerelateerde informatie bestuurdersprofielen Bestuurdersprofielen (p. 130) • Op het middendisplay kunnen in uiteenlopende Naam van bestuurdersprofiel wijzigen Instellingen die zijn opgeslagen onder een of situaties meldingen verschijnen om u te informe- •...
Pagina 137 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Meldingen op middendisplay Voor meldingen zonder knoppen: Pop-upmeldingen hanteren In bepaalde gevallen verschijnen pop-upmeldin- Sluit de melding door erop te drukken of doe – gen. Pop-upmeldingen zijn belangrijker dan mel- Meldingen op het middendisplay zijn te hanteren niets, waarna de melding enige tijd later dingen op de statusbalk en verdwijnen alleen na via de schermen op het middendisplay.
Pagina 138 Bluetooth aangesloten telefoon, de kli- ding in de lijst en de afbeelding links in de bestuurders- en middendisplay worden in beide maatregeling en Volvo’s navigatiesysteem* met app geeft informatie in grafische vorm gevallen gehanteerd in het middendisplay. stemcommando’s te bedienen.
Pagina 139 DISPLAYS EN STEMBEDIENING De stembediening vindt plaats in de vorm van Stembediening gebruiken Voorbeelden van stembediening een dialoog; de gebruiker zegt commando's en Bel [Voornaam] Tik op , zeg " krijgt een verbale reactie van het systeem. De Druk op de stuurknop voor [Achternaam] [nummercategorie] "...
Pagina 140 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Stembediening telefoon voorgelezen en kan de bestuurder ervoor kie- Cijfers Geef de cijfercommando's aan, afhankelijk van zen om het bericht te versturen of het Bel naar een contact, laat berichten voorlezen of welke functie moet worden aangestuurd: bericht opnieuw aan te maken.
Pagina 141 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Stembediening radio en media " FM Radio " – FM-radio starten. Instellingen voor stembediening • " AM Radio " – AM-radio starten. • Hier volgen commando's voor stembediening Hier kiest u de instellingen voor de stembedie- van radio en mediaspeler. ning.
Pagina 142 DISPLAYS EN STEMBEDIENING Gerelateerde informatie Stembediening (p. 136) • Stembediening gebruiken (p. 137) • Stembediening telefoon (p. 138) • Stembediening klimaat (p. 192) • Stembediening radio en media (p. 139) • Audio-instellingen (p. 490) • Systeemtaal wijzigen (p. 126) • Geldt voor bepaalde markten.
Pagina 143 VERLICHTING...
Pagina 144 Draairing op linker stuurhendel. Volvo adviseert om stand te gebruiken als Wanneer het elektrische systeem van de auto in er met de auto wordt gereden.
Pagina 145 VERLICHTING Verlichtingsfuncties aanpassen via Groot licht gebruiken (p. 146) • WAARSCHUWING het middendisplay Dimlicht (p. 145) • Het verlichtingssysteem van de auto kan niet Via het middendisplay zijn meerdere verlichtings- in elke situatie bepalen of het daglicht te Mistlampen voor/bochtverlichting* (p. 149) •...
Pagina 146 VERLICHTING Stadslichten voor/achterlichten Dagrijlicht Als u bij een ingeschakelde en stilstaande auto de draairing vanuit een willekeurige andere stand De stadslichten voor/achterlichten zijn te gebrui- De auto heeft sensoren die de lichtomstandighe- naar de stand voor de stadslichten voor/achter- ken om zichtbaar te blijven voor medewegge- den rondom registreren.
Pagina 147 VERLICHTING Dimlicht Wanneer de draairing van de stuurhendel in elektrische systeem van de auto in contactslot- stand II staat. stand staat, brandt het dagrijlicht (DRL Tijdens ritten met de draairing van de stuurhen- wanneer de auto overdag rijdt. De auto schakelt Tunneldetectie del in stand wordt het dimlicht automa-...
Pagina 148 VERLICHTING Groot licht gebruiken Automatisch groot licht tie deactiveren door de stuurhendel naar achteren te halen. Het groot licht is te bedienen met de linker Automatisch groot licht is een systeem dat met stuurhendel. Het groot licht is de felste verlich- een camerasensor boven aan de voorruit de Wanneer het groot licht ontstoken is, brandt het tingsfunctie op de auto en dient tijdens ritten in...
Pagina 149 VERLICHTING Deactiveren van automatisch groot licht wanneer Als dit symbool samen met de melding Gerelateerde informatie het groot licht aanstaat, leidt ertoe dat er direct Actief grootlicht Tijdelijk niet Verlichtingsbediening (p. 142) • wordt overgeschakeld op dimlicht. beschikbaar op het bestuurdersdis- Groot licht gebruiken (p.
Pagina 150 VERLICHTING Richtingaanwijzers gebruiken Actieve bochtverlichting* N.B. De richtingaanwijzers van de auto zijn te bedie- Actieve bochtverlichting is ontworpen om in Deze reeks automatische knipperingen is • nen met de linker stuurhendel. De richtingaanwij- bochten en op kruisingen voor maximale verlich- te onderbreken door de stuurhendel zers knipperen driemaal of blijven knipperen, ting te zorgen.
Pagina 151 VERLICHTING Mistlampen voor/bochtverlichting* De functie is alleen actief bij een zwakke verlich- N.B. ting overdag of in het donker en alleen, wanneer De mistlampen voor branden feller dan de dim- De voorschriften voor het gebruik van een de auto rijdt of het dimlicht is ontstoken. lichten, zodat ze extra effectief zijn bij mist.
Pagina 152 VERLICHTING Mistachterlicht Remlichten Druk op de knop voor aan/uit. Het symbool brandt op het bestuurdersdisplay, wanneer Omdat het mistachterlicht veel feller brandt dan De remlichten gaan automatisch branden, wan- het mistachterlicht brandt. de standaardachterlichten, moet u de verlich- neer u remt. tingsfunctie alleen gebruiken bij een beperkt Het mistachterlicht dooft automatisch in de vol- Bij het bedienen van het rempedaal gaan de...
Pagina 153 VERLICHTING Noodremlichten Alarmlichten N.B. De noodremlichten worden geactiveerd om ach- De alarmlichten waarschuwen medeweggebrui- De regels voor het gebruik van alarmlichten terliggers erop te attenderen dat u krachtig remt. kers doordat alle richtingaanwijzers gelijktijdig kunnen per land variëren. knipperen. De functie is te gebruiken om te Daarbij knipperen de remlichten in plaats van dat waarschuwen voor gevaarlijke verkeerssituaties.
Pagina 154 VERLICHTING Follow Me Home-verlichting Approach-verlichting Interieurverlichting gebruiken De Approach-verlichting wordt geactiveerd als Het interieur is uitgerust met diverse soorten ver- Het is mogelijk om een deel van de buitenver- de auto wordt ontgrendeld en wordt gebruikt om lichtingsfuncties voor een betere rijbeleving. Zo lichting enige tijd ingeschakeld te houden en als de verlichting van de auto op afstand in te scha- is voorzien in leeslampjes, dashboardkastverlich-...
Pagina 155 VERLICHTING Automatische bediening voor interieurverlich- blijft 2 minuten branden, als een van de por- • ting tieren openstaat. Leeslampje rechterzijde Plafondverlichting achterin* In het achterste deel van de auto zitten leeslamp- Leeslampjes jes, die ook als interieurverlichting dienen. De leeslampjes links of rechts doet u aan of uit door kort op de bijbehorende knop op de pla- fondconsole te drukken.
Pagina 156 VERLICHTING Interieurverlichting aanpassen Bagageruimteverlichting len met behulp van het duimwiel op het dash- board. De bagageruimteverlichting wordt bij het openen Afhankelijk van de contactslotstand gaat de inte- en sluiten van de achterklep automatisch in- of rieurverlichting op een bepaalde manier bran- Gerelateerde informatie uitgeschakeld.
Pagina 157 VERLICHTING Deze verlichting brandt, wanneer de auto is inge- Gerelateerde informatie schakeld. Interieurverlichting (p. 152) • Verlichtingsfuncties aanpassen via het mid- Verlichtingssterkte wijzigen • dendisplay (p. 143) 1. Tik op Instellingen op het hoofdscherm van het middendisplay. Contactslotstanden (p. 420) •...
Pagina 159 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS...
Pagina 160 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Ruiten, lampglazen en spiegels Inklembeveiliging op ruiten en Elektrische voorruitverwarming* activeren en • zonneschermen deactiveren (p. 209) In de auto zitten bedieningselementen voor rui- Elektrische achterruit- en buitenspiegelver- ten, lampglazen en spiegels. Enkele ruiten van Alle elektrisch bedienbare ruiten en zonnescher- •...
Pagina 161 Bedieningsknoppen voor achterste zijruiten. Inklembeveiliging op ruiten en zonnescher- • Bedieningsknoppen voor voorste zijruiten. men (p. 158) Elektrisch bedienbare ruiten (p. 160) • De elektrisch bedienbare ruiten zijn voorzien van een inklembeveiliging. Bij problemen met de Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 162 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Elektrisch bedienbare ruiten inklembeveiliging kunt u een resetprocedure pro- beren. Via het bedieningspaneel op het bestuurders- portier zijn alle ruiten te bedienen – via het WAARSCHUWING bedieningspaneel op de overige portieren is alleen de ruit in het desbetreffende portier te Kinderen, andere passagiers of voorwerpen bedienen.
Pagina 163 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Achteruitkijkspiegel en Bediening is tevens mogelijk met behulp van de Passief vergrendelen en ontgrendelen* • buitenspiegels transpondersleutel of passieve opening* via de (p. 253) portiergreep. Vergrendelen en ontgrendelen met trans- De achteruitkijkspiegel en de buitenspiegels die- •...
Pagina 164 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Dimfunctie van spiegels aanpassen Buitenspiegels kantelen (p. 163) Autodimfunctie* • Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te Stand opslaan voor stoel en buitenspiegels • Fel licht van achteren kan hinderlijke reflecties in fel is, worden de achteruitkijkspiegel en buiten- (p.
Pagina 165 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Buitenspiegels kantelen De buitenspiegels zijn alleen uitgerust met auto- 2. U kunt de stand afstellen met het hendeltje dimfunctie als ook de achteruitkijkspiegel is voor- in het midden. Voor optimaal zicht naar achteren moet u de bui- zien van iets dergelijks.
Pagina 166 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Panoramadak* De spiegels staan daarmee weer in de neutrale 3. Kies onder Buitenspiegel kantelen bij stand. achteruit Bestuurder Passagier voor Het panoramadak is verdeeld in twee glasseg- Beide om te activeren/deactiveren en om menten. Het voorste kan aan de achterkant verti- Kantelen bij parkeren te kiezen welke buitenspiegel moet worden caal (ventilatiestand) of horizontaal (open stand)
Pagina 167 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Bediening is tevens mogelijk met behulp van de Gerelateerde informatie BELANGRIJK transpondersleutel of passieve opening* via de Panoramadak* bedienen (p. 166) • Open het panoramadak niet, wanneer • portiergreep. Automatische sluiting van zonnescherm van • lastdragers zijn gemonteerd. Om het panoramadak en het zonnescherm te panoramadak* (p.
Pagina 168 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Panoramadak* bedienen BELANGRIJK BELANGRIJK Het panoramadak en het zonnescherm zijn te Open het panoramadak niet, wanneer Controleer of het panoramadak bij sluiten • bedienen met een bedieningsknop aan het pla- lastdragers zijn gemonteerd. goed vergrendelt. fond en zijn allebei voorzien van een inklembe- Leg geen zware voorwerpen boven op •...
Pagina 169 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Openen en sluiten, ventilatiestand Panoramadak volledig openen en bedieningsknop nu echter vooruit/omlaag naar de stand voor handmatig sluiten. sluiten via bediening aan plafond Volautomatische bediening 1. Zonnescherm helemaal openen – duw de bedieningsknop naar achteren naar de stand voor automatisch openen en laat de knop weer los.
Pagina 170 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Automatische sluiting van Gerelateerde informatie Passief vergrendelen en ontgrendelen* • zonnescherm van panoramadak* (p. 253) Panoramadak* (p. 164) • Vergrendelen en ontgrendelen met trans- Automatische sluiting van zonnescherm van Dankzij deze functie sluit het zonnescherm als •...
Pagina 171 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Wisserbladen en sproeiervloeistof Voorruitwissers gebruiken Intervalstand Met het duimwiel kunt u het aantal wis- De wissers en de sproeiervloeistof dienen om De voorruitwissers reinigen de voorruit. Met de slagen per eenheid van tijd instellen wan- het zicht en de reikwijdte van de koplampen te rechter stuurhendel zijn verschillende instellin- neer u de intervalstand hebt geselecteerd.
Pagina 172 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Regensensor gebruiken Geheugenfunctie van regensensor gebruiken contactslotstand I of II staan en de ruitenwisser- • (p. 171) hendel in stand 0 of die voor een enkele wisslag. De regensensor registreert de hoeveelheid Achterruitwisser en -sproeier (p. 172) •...
Pagina 173 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Geheugenfunctie van regensensor Voorruit- en koplampsproeiers BELANGRIJK gebruiken gebruiken In de wasstraat kunnen de ruitenwissers van De regensensor registreert de hoeveelheid De ruiten- en koplampsproeiers reinigen de de voorruit starten en beschadigd raken. regen op de voorruit en schakelt automatisch de voorruit en de koplampen.
Pagina 174 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Achterruitwisser en -sproeier Koplampsproeiers* Duw de rechter stuurhendel naar voren om – de achterruit schoon te sproeien en te wis- Om vloeistof te besparen worden ingeschakelde De achterruitwisser en -sproeiers reinigen de sen. koplampen automatisch volgens bepaalde patro- achterruit.
Pagina 175 RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Automatische activering Wisserbladen achterruit vervangen (p. 644) • achterruitwisser bij achteruitrijden Voorruitwissers gebruiken (p. 169) • Als u de achteruitversnelling inschakelt terwijl de voorruitwissers actief zijn, zal de achterruitwisser starten. Bij het inschakelen van een andere ver- snelling valt de ruitenwisser op de achterklep stil.
Pagina 177 STOELEN EN STUURWIEL...
Pagina 178 STOELEN EN STUURWIEL Handmatig bediende voorstoel Zet de hele stoel hoger/lager door deze Gerelateerde informatie omhoog/omlaag te pompen met de hendel. Elektrisch bedienbare* voorstoel (p. 177) • Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen Pas de hellingshoek van de rugleuning aan verschillende instelmogelijkheden.
Pagina 179 STOELEN EN STUURWIEL Elektrisch bedienbare* voorstoel Elektrisch bedienbare* voorstoel Opgeslagen stand voor stoel en buitenspie- • verstellen gels gebruiken (p. 179) Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen Verlengbaar zitkussen* voorstoel verstellen verschillende instelmogelijkheden. De elektrisch • Stel de gewenste zitstand in met behulp van de (p.
Pagina 180 STOELEN EN STUURWIEL Stand opslaan voor stoel en Zet de hele stoel naar voren/achteren door Stand opslaan voor stoel en buitenspiegels • buitenspiegels de handgreep naar voren/achteren te bewe- (p. 178) gen. Opgeslagen stand voor stoel en buitenspie- • De standen van de elektrisch bedienbare* stoel Pas de hellingshoek van de rugleuning aan gels gebruiken (p.
Pagina 181 STOELEN EN STUURWIEL Opgeslagen stand voor stoel en Stand opslaan Buitenspiegels kantelen (p. 163) • buitenspiegels gebruiken 1. Zet de stoel en buitenspiegels in de gewen- ste stand. Als de standen voor de elektrisch bedienbare* stoel en de buitenspiegels zijn opgeslagen, zijn 2.
Pagina 182 STOELEN EN STUURWIEL Verlengbaar zitkussen* voorstoel Verlengbaar zitkussen* voorstoel verstellen Gesloten voorportier • verstellen (p. 180) Houd een van de geheugenknoppen 1 ( – Lendensteun* voorstoel verstellen (p. 181) • Ter verhoging van het comfort is de lengte van of 2 ( ) ingedrukt, totdat de stoel en de het zitkussen te verstellen.
Pagina 183 STOELEN EN STUURWIEL Lendensteun* voorstoel verstellen Stand opslaan voor stoel en buitenspiegels Lendensteun verstellen • (p. 178) De lendensteun is te verstellen met behulp van Opgeslagen stand voor stoel en buitenspie- • de bediening aan de zijkant van de zitting. gels gebruiken (p.
Pagina 184 STOELEN EN STUURWIEL Rugleuning achterbank omklappen Opgeslagen stand voor stoel en buitenspie- • BELANGRIJK gels gebruiken (p. 179) De rugleuning van de achterbank is in twee Klap de middenarmsteun* op alvorens de rug- Verlengbaar zitkussen* voorstoel verstellen • ongelijke delen verdeeld. De twee delen zijn leuning van de achterbank neer te klappen.
Pagina 185 STOELEN EN STUURWIEL rugleuning omlaag met de handgreep op de ach- Rugleuningen omklappen met knoppen in Rugleuning omklappen met handgreep op terbank. bagageruimte achterbank De achterbank is alleen om te klappen, wanneer Zorg dat er zich geen mensen of voorwerpen op Zorg dat er zich geen mensen of voorwerpen op de auto stilstaat en de achterklep openstaat.
Pagina 186 STOELEN EN STUURWIEL Hoofdsteunen achterbank 2. Druk de rugleuning verder totdat deze ver- verstellen grendelt. Stel de hoofdsteun van de middelste zitplaats af 3. Zet de hoofdsteunen handmatig rechtop. aan de hand van de lengte van de passagier. 4. Pas de stand van de hoofdsteun op de mid- Klap de hoofdsteun* van de buitenste zitplaatsen delste zitplaats zo nodig aan.
Pagina 187 STOELEN EN STUURWIEL Bedieningselementen op stuurwiel Gerelateerde informatie en claxon Rugleuning achterbank omklappen (p. 182) • Op het stuurwiel zitten de claxon en bedienings- elementen voor onder meer rijhulpsystemen en stembediening. Hfdsteun Druk op de knop omlaag om omklappen te acti- veren/deactiveren.
Pagina 188 STOELEN EN STUURWIEL Stuurslot Stuurwiel verstellen Claxon Het stuurslot bemoeilijkt de besturing zoals bij Het stuurwiel is in verschillende standen te zet- gebruik van de auto door onbevoegden. Er is ten. mogelijk een mechanisch geluid waarneembaar, wanneer u het stuurslot inschakelt of opheft. Stuurslot activeren Wanneer u de auto van de buitenzijde vergren- delt en de motor is uitgeschakeld, wordt het...
Pagina 189 STOELEN EN STUURWIEL Hendel voor verstelling van het stuurwiel. 1. Beweeg de hendel naar voren om het stuur- wiel te ontkoppelen. 2. Zet het stuurwiel vervolgens in de gewenste stand. 3. Trek de hendel naar achteren om het stuur- wiel in de nieuwe stand te blokkeren. Als dit moeite kost, kunt u lichtjes op het stuurwiel drukken en tegelijkertijd de hendel terugdu- wen.
Pagina 191 KLIMAAT...
Pagina 192 KLIMAAT Klimaatregeling Klimaatzones Klimaatregeling met 2 zones* De auto is voorzien van handbediende of elek- Afhankelijk van het aantal klimaatzones van de tronische* klimaatregeling. De klimaatregeling auto kunt u verschillende temperaturen instellen zorgt ervoor dat de lucht in het interieur gekoeld, voor verschillende delen van het interieur.
Pagina 193 KLIMAAT Klimaatsensoren Gevoelstemperatuur Bij het Interior Air Quality System* is er ook een luchtkwaliteitssensor, die in de luchtinlaat van de De klimaatregeling beschikt over enkele senso- De klimaatregeling regelt het autoklimaat op klimaatregeling zit. ren voor de regeling van het autoklimaat. basis van de gevoelstemperatuur en niet de wer- kelijke temperatuur.
Pagina 194 KLIMAAT Stembediening klimaat " Verhoog ventilatorsnelheid " / " Verlaag " Verhoog stuurwielverwarming " / • • ventilatorsnelheid Verlaag stuurwielverwarming " – verhoogt/verlaagt de " " – ver- Opdrachten voor klimaatregeling met stembe- ingestelde ventilatorstand met één stap. hoogt/verlaagt ingesteld niveau voor de diening om bijvoorbeeld de temperatuur te wijzi- elektrische stuurverwarming* met één stap.
Pagina 195 De vloerbekleding in zowel de passagiersruimte als de bagageruimte is eenvoudig te verwijderen en schoon te maken. Gebruik de door Volvo geadviseerde schoon- De indicator staat in het klimaatveld op het maakmiddelen en autoverzorgingsproducten voor middendisplay.
Pagina 196 KLIMAAT Clean Zone Interior Package* Interior Air Quality System* Het luchtkwaliteitssysteem Interior Air Quality • System* is geactiveerd. Clean Zone Interior Package (CZIP) omvat een Het Interior Air Quality System (IAQS) ontdoet De interieurventilator is geactiveerd. aantal aanpassingen om stoffen die aanleiding de binnenkomende lucht van gassen en stof- •...
Pagina 197 Om een goed interieurklimaat te kunnen handha- U kunt de luchtkwaliteitssensor desgewenst acti- ven moet u het filter op gezette tijden vervangen. veren/deactiveren. Raadpleeg het Serviceprogramma van Volvo voor het aanbevolen vervangingsinterval. In zeer sterk 1. Druk op Instellingen in het hoofdscherm op verontreinigde gebieden moet u het filter moge- het middendisplay.
Pagina 198 KLIMAAT Luchtverdeling Luchtverdeling aanpassen De klimaatregeling verdeelt de binnenkomende De luchtverdeling is desgewenst handmatig te lucht over uiteenlopende blaasmonden verspreid wijzigen. over het interieur. Automatische en handmatige luchtverdeling Wanneer u de automatische klimaatregeling hebt geactiveerd, verloopt de luchtverdeling auto- matisch. De luchtverdeling is zo nodig handmatig bij te regelen.
Pagina 199 KLIMAAT Blaasmonden openen, sluiten en Gerelateerde informatie Blaasmonden richten richten Luchtverdeling (p. 196) • Blaasmonden openen, sluiten en richten Sommige blaasmonden in het interieur zijn apart • (p. 197) te openen, sluiten en richten. Tabel met luchtverdelingsstanden (p. 198) • Als u de buitenste blaasmonden op de zijruiten richt kunt u condens voorkomen.
Pagina 200 KLIMAAT Tabel met luchtverdelingsstanden De luchtverdeling is desgewenst handmatig te wijzigen. De volgende standen zijn in te stellen. Luchtverdeling Doel Bij deactivering van alle luchtverdelingsknoppen in de handmatige stand schakelt de klimaatregeling weer over op automatische klimaat- regeling. Bij handmatige klimaatregeling is het niet mogelijk om de markering van alle luchtverdeelknoppen te deactiveren. De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen.
Pagina 201 KLIMAAT Luchtverdeling Doel De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen en blaasmonden in het dash- Voor voldoende comfort bij warm en droog weer. board. Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de overige blaasmonden. De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen en de blaasmonden bij de Voor voldoende comfort en ontwaseming bij koud vloer.
Pagina 202 KLIMAAT Gerelateerde informatie Luchtverdeling (p. 196) • Blaasmonden openen, sluiten en richten • (p. 197) Luchtverdeling aanpassen (p. 196) •...
Pagina 203 KLIMAAT Klimaatregelingsbediening rechts te vegen of op de desbetreffende rubriek te drukken. De klimaatregelingsfuncties zijn te bedienen via de fysieke knoppen op de middenconsole, het middendisplay en de klimaatregelingsbediening achter op de tunnelconsole*. Fysieke knoppen op middenconsole Klimaatregeling met 2 zones. De klimaatregeling 1 zone verschilt wat de positie van de knoppen betreft.
Pagina 204 KLIMAAT Bediening voor luchtverdeling. Maximale ontwaseming activeren en deacti- Hoofdklimaat • veren (p. 208) Klimaat hoofdinstelling Op het tabblad kunt u Ventilatorbediening voorin (en achterin bij kli- behalve de klimaatfuncties in het klimaatveld ook Elektrische voorruitverwarming* activeren en • maatregeling met 2 zones). de hoofdklimaatfuncties regelen.
Pagina 205 KLIMAAT Automatische inschakeling van Elektrische voorstoelverwarming* 2. Druk meerdere keren op de knop voor de activeren en deactiveren elektrische stoelverwarming voorin* elektrische stoelverwarming om de vier stan- den te doorlopen: Hoog Gemiddeld activeren en deactiveren De stoelverwarming is te activeren om het com- Laag fort voor bestuurder en inzittenden te verhogen, De stoelverwarming is te activeren om het com-...
Pagina 206 KLIMAAT Elektrische stoelverwarming achter* Stoelventilatie voor* activeren en WAARSCHUWING activeren en deactiveren deactiveren Een elektrisch verwarmde stoel mag niet wor- De stoelverwarming is te activeren om het com- De stoelventilatie is in te schakelen voor bijvoor- den gebruikt door personen die niet goed fort voor bestuurder en inzittenden te verhogen, beeld een groter comfort bij warm weer.
Pagina 207 KLIMAAT Elektrische stuurverwarming* activeren en deactiveren De stuurverwarming is te activeren om het stuur- comfort te verhogen, wanneer het koud is. Stuur- en stoelknoppen in het klimaatveld Stuur- en stoelknoppen in het klimaatveld 1. Druk op de stuur-/stoelknop voor de linker of 1.
Pagina 208 KLIMAAT Automatische inschakeling van Automatische klimaatregeling Gerelateerde informatie elektrische stuurverwarming* Klimaatregelingsbediening (p. 201) activeren • activeren en deactiveren Automatische inschakeling van elektrische • Bij automatische klimaatregeling worden meer- stuurverwarming* activeren en deactiveren De stuurverwarming is te activeren om het stuur- dere klimaatfuncties automatisch geregeld.
Pagina 209 KLIMAAT Luchtrecirculatie activeren en 2. Druk kort of lang op AUTO N.B. deactiveren Kort drukken - de luchtrecirculatie, aircon- • De luchtrecirculatie is niet te activeren, wan- De luchtrecirculatie houdt vieze lucht, uitlaatgas- ditioning en luchtverdeling worden auto- neer u de maximale ontwaseming hebt inge- sen en dergelijke buiten door recirculatie van de matisch geregeld.
Pagina 210 KLIMAAT Timerinstelling voor luchtrecirculatie Maximale ontwaseming activeren en Auto's zonder elektrische voorruitverwarming: activeren en deactiveren deactiveren Druk op de knop. – De luchtrecirculatie houdt vieze lucht, uitlaatgas- U kunt de maximale ontwaseming gebruiken om > De maximale ontwaseming wordt geacti- sen en dergelijke buiten door recirculatie van de de ruiten snel te ontwasemen en ontdooien.
Pagina 211 KLIMAAT Elektrische voorruitverwarming* Maximale ontwaseming activeren en N.B. activeren en deactiveren deactiveren vanaf middendisplay Het geluidsniveau neemt toe wanneer de De elektrische voorruitverwarming dient om de ventilatorstand wordt gewijzigd in voorruit snel van condens en ijs te ontdoen. Elektrische voorruitverwarming Gerelateerde informatie activeren en deactiveren vanaf Klimaatregelingsbediening (p.
Pagina 212 KLIMAAT Druk meerdere keren op de knop om de drie Elektrische voorruitverwarming – N.B. standen te doorlopen: activeren en deactiveren vanaf De elektrische voorruitverwarming kan de middendisplay elektrische voorruitverwarming geacti- • prestaties van transponders en andere com- veerd municatie-apparatuur beïnvloeden. Elektrische voorruitverwarming en maxi- •...
Pagina 213 KLIMAAT Automatische inschakeling van Elektrische achterruit- en Elektrische achterruit- en elektrische voorruitverwarming* buitenspiegelverwarming activeren buitenspiegelverwarming activeren en en deactiveren activeren en deactiveren deactiveren vanaf middendisplay De elektrische voorruitverwarming dient om de De elektrische achterruit- en buitenspiegelver- voorruit snel van condens en ijs te ontdoen. warming dient om de ruiten en buitenspiegels snel van condens en ijs te ontdoen.
Pagina 214 KLIMAAT Automatische inschakeling van Ventilatorstand voorin regelen BELANGRIJK elektrische achterruit- en De ventilator is in te stellen op diverse automa- Als de ventilator volledig uitstaat, start de air- buitenspiegelverwarming activeren tisch geregelde ventilatorstanden voor de conditioning niet, waardoor er mogelijk con- en deactiveren voorstoelen.
Pagina 215 KLIMAAT Temperatuur voorin regelen N.B. De temperatuur voor de klimaatzones voorin is in Het is niet mogelijk om het opwarmen/afkoe- te stellen op het gewenste aantal graden len te versnellen door een hogere/lagere temperatuur te kiezen dan die eigenlijk gewenst is. Gerelateerde informatie Klimaatregelingsbediening (p.
Pagina 216 KLIMAAT Airconditioning activeren en Temperatuur synchroniseren neer u de temperatuurinstelling in een andere kli- deactiveren maatzone dan de bestuurderszone wijzigt. De temperatuur in de verschillende klimaatzones De airconditioning koelt en droogt zo nodig de van de auto is te synchroniseren met de inge- Gerelateerde informatie binnenkomende lucht.
Pagina 217 KLIMAAT Parkeerklimaat* Gerelateerde informatie N.B. Klimaatregeling (p. 190) • Parkeerklimaat is een verzamelnaam voor ver- Sluit alle zijruiten en het panoramadak* voor schillende functies die het klimaat in de passa- Preconditioning* (p. 216) • optimale werking van de airconditioning. giersruimte van een geparkeerde auto verbete- Klimaatcomfort bij parkeren* (p.
Pagina 218 (p. 216) Via de app starten* > De preconditioning wordt ingeschakeld/ Timerinstelling voor preconditioning* • Via een apparaat met de Volvo On Call-app* is uitgeschakeld en de knop gaat branden/ (p. 217) het mogelijk de preconditioning in te schakelen dooft.
Pagina 219 (Engine Remote Start – conditioning gereed is op een bepaald tijdstip. De timer voor preconditioning kan tot 8 verschil- lende tijdstippen hanteren. ERS) via de Volvo On Call-app*. De timer kan tot 8 verschillende instellingen han- teren voor: Tijdstip toevoegen Gerelateerde informatie Parkeerklimaat* (p.
Pagina 220 KLIMAAT 3. Tik op Timer toevoegen 7. Tik op Bevestig om het ingestelde tijdstip 3. Tik op het tijdstip dat u wilt wijzigen. toe te voegen. > Er verschijnt een pop-upvenster. > Er verschijnt een pop-upvenster. > Het ingestelde tijdstip wordt toegevoegd 4.
Pagina 221 KLIMAAT Timerinstelling voor Timerinstelling voor WAARSCHUWING preconditioning* activeren en preconditioning* verwijderen Gebruik preconditioning niet als de auto is deactiveren Een timerinstelling voor de preconditioning die u uitgerust met verwarming*: Zo nodig kunt u een timertijdstip voor de pre- niet langer nodig hebt kunt u verwijderen. Binnen in ongeventileerde ruimten.
Pagina 222 KLIMAAT Klimaatcomfort tijdens het Klimaatcomfort bij parkeren* Gerelateerde informatie parkeren* inschakelen en Preconditioning* (p. 216) • Het interieurklimaat van de auto is tijdens het uitschakelen parkeren nog enige tijd te handhaven, bijvoor- Timerinstelling voor preconditioning* (p. 217) • beeld als u of een of meer inzittenden na uit- Bij handhaving van het klimaatcomfort wordt na Timerinstelling voor preconditioning* toevoe- •...
Pagina 223 KLIMAAT N.B. Het is niet mogelijk om de functie voor hand- having van het klimaatcomfort te starten, als de restwarmte in de motor niet volstaat om het interieurklimaat op peil te houden of als de buitentemperatuur hoger is dan zo'n 20 °C (68 °F).
Pagina 224 Niet beschikbaar Laadniveau te laag Parkeerklimaat De inschakelduur van het parkeerklimaat is beperkt, omdat de ladingsgraad van de startaccu te laag is. Start de motor. Beperkt beschikbaar. Laadniveau te laag Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Parkeerklimaat* (p. 215) • * Optie/accessoire.
Pagina 225 KLIMAAT Verwarming* N.B. N.B. Dankzij de verwarming komen motor en interieur Zorg ervoor dat het laadpercentage van de Zorg dat er voldoende brandstof in de tank zowel vóór als tijdens het rijden sneller op tem- accu hoog genoeg is als de verwarming moet van de auto zit voor het geval dat u de verwar- peratuur.
Pagina 226 Volvo adviseert u om voor reparatie con- bereikt. tact op te nemen met een erkende Volvo- werkplaats.
Pagina 227 KLIMAAT Extra verwarming* Gerelateerde informatie Gerelateerde informatie Verwarming* (p. 223) Verwarming* (p. 223) • • De extra verwarming helpt bij het verwarmen van de passagiersruimte en de motor tijdens het rij- Extra verwarming* (p. 225) Standverwarming* (p. 224) • • den.
Pagina 228 3. Kies Extra verwarming voor activeren/ deactiveren automatische inschakeling van extra verwarming. N.B. Volvo adviseert u om de automatische start van de extra verwarming uit te schakelen tij- dens korte ritten. Gerelateerde informatie • Extra verwarming* (p. 225) * Optie/accessoire.
Pagina 229 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM...
Pagina 230 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Vergrendelingsindicatie Led in vergrendelingsknoppen Slot- en alarmindicatie Wanneer u de auto vergrendelt of ontgrendelt, Voorportier lichten de richtingaanwijzers een bepaald aantal malen op om aan te geven dat de auto op de juiste manier vergrendeld of ontgrendeld is. Indicatie exterieur Vergrendeling Bij vergrendeling knipperen de alarmlichten...
Pagina 231 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Instelling voor een transpondersleutel Op achterportier* vergrendelingsbevestiging Met de transpondersleutel zijn de portieren, de In het instellingsmenu van het middendisplay achterklep en de tankvulklep te vergrendelen en kunt u aangeven hoe de auto moet bevestigen ontgrendelen. De transpondersleutel moet in de dat vergrendeling of ontgrendeling heeft plaats- auto aanwezig zijn om deze te kunnen starten.
Pagina 232 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Passieve vergrendeling en ontgrendeling Knoppen op transpondersleutel Achterklep – Ontgrendelt alleen de achter- (Passive Entry*) van de portieren, achterklep en klep en deactiveert de alarmfunctie voor de tankvulklep is ook een optie. De sleutel heeft een achterklep.
Pagina 233 N.B. sleutel wordt opnieuw geactiveerd bij ont- Zorg ervoor dat er geen andere autosleutels, grendeling van de auto via Volvo On Call metalen voorwerpen of elektronische appara- of bij het indrukken van de ontgrende- ten (zoals mobiele telefoons, tablets, laptops lingsknop op de sleutel.
Pagina 234 Volvo On Call. De sleutel wordt opnieuw geactiveerd bij ont- Gerelateerde informatie grendeling van de auto via Volvo On Call Instellingen voor ontgrendeling op afstand en • of bij het indrukken van de ontgrende- van de binnenzijde (p. 233) lingsknop op de sleutel.
Pagina 235 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Instellingen voor ontgrendeling op Achterklep ontgrendelen met 1. Druk op de knop op de transponder- afstand en van de binnenzijde transpondersleutel sleutel. U kunt verschillende procedures voor externe Met een knop op de transpondersleutel is het >...
Pagina 236 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Bereik transpondersleutel Gerelateerde informatie Voor passieve vergrendeling/ontgrendeling moet een transpondersleutel of de transpondersleutel Vergrendelen en ontgrendelen met trans- • Voor een goede werking van de transponder- zonder knoppen Key Tag zich binnen een straal pondersleutel (p. 232) sleutel moet de sleutel zich binnen een bepaalde van zo'n 1,5 meter (5 voet) rond de zijkanten of afstand van de auto bevinden.
Pagina 237 Alle accu's hebben een beperkte levensduur Lever een uitgediende Key Tag in bij een en moeten uiteindelijk worden vervangen erkende Volvo-werkplaats. De sleutel moet uit (geldt niet voor Key Tag). De levensduur van de auto worden gewist, omdat die nog steeds...
Pagina 238 Houd de transpondersleutel met de voor- draaien, zodat deze markering uitkomt bij de kant enkele millimeters omhoog. zijde zichtbaar en het logo van Volvo naar de tekst OPEN. juiste kant. Schuif de knop bij de sleutelring De behuizing komt los en is van de sleu- aan de onderkant naar rechts.
Pagina 239 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM N.B. Volvo adviseert u om batterijen voor de trans- pondersleutel te gebruiken die voldoen aan UN Manual of Test and Criteria, Part III, sub- section 38.3. Voor batterijen die in de fabriek zijn geplaatst of in een erkende Volvo-werk- plaats zijn vervangen is dit het geval.
Pagina 240 > Nog een klik geeft aan dat de behuizing nieuwe bestellen bij een werkplaats – geadvi- in positie zit. seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Neem de resterende transpondersleutels mee BELANGRIJK naar de werkplaats. Ter preventie van diefstal...
Pagina 241 Houd de transpondersleutel met de voor- U kunt het afneembare sleutelblad van de trans- zijde zichtbaar en het logo van Volvo naar de pondersleutel gebruiken om: juiste kant. Schuif de knop bij de sleutelring aan de onderkant naar rechts. Schuif de...
Pagina 242 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Vergrendelen en ontgrendelen met 5. Trek de handgreep naar buiten. afneembaar sleutelblad > Het portier wordt ontgrendeld. Het afneembare sleutelblad is onder meer te Het vergrendelen gaat op dezelfde manier. Daar- gebruiken om de auto van de buitenzijde te ont- bij wordt dan bij stap (3) 45 graden linksom grendelen –...
Pagina 243 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Vergrendelen Verwijder het afneembare sleutelblad uit de Alarm uitschakelen* – transpondersleutel. Steek het sleutelblad in U kunt de auto ook vergrendelen met het de vergrendelopening en druk de sleutel er afneembare sleutelblad van de transpondersleu- N.B. helemaal in, ca.
Pagina 244 Neem contact op met de dichtstbij- zijnde Volvo-dealer voor meer informatie over het systeem en hulp bij de activering ervan. Alleen bepaalde markten en uitsluitend in combinatie met Volvo On Call*. * Optie/accessoire.
Pagina 245 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Typegoedkeuring voor Passief starten (Passive Start) en transpondersleutels passieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive Entry*) De typegoedkeuring voor de transpondersleutels van de auto staan in de volgende tabellen. Voor meer informatie over de typegoedkeuring, zie support.volvocars.com. CEM-markering voor transpondersleutels. Zie de vol- gende tabellen voor aanvullende typegoedkeuringsnum- mers.
Pagina 246 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Brazilië MT-3245/2015 Indonesië Nomor: 38301/SDPPI/2015 Maleisië RAAT/37A/1215/S(15-5198) Mexico IFETEL: RLVDEVO15-0396 Rusland Verenigde Arabische ER37847/15 Emiraten DA0062437/11...
Pagina 247 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Namibië TA-2016-02 Zuid-Afrika TA-2014-1868 een transpondersleutel Land/regio Typegoedkeuring Europa Huf Hülsbeck & Fürst GmbH & Co. KG verklaart bij dezen dat de radioapparatuur van het type HUF8423 in overeenstemming is met de Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is te vinden op support.volvocars.com.
Pagina 248 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC Numéro d’agrément: MR 10668 ANRT 2015 Date d’agrément: 24/07/2015 Mexico IFETEL Marca: HUF Modelo (s): HUF8423 NOM-121-SCT1-2009 La operación de este equipo está sujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada.
Pagina 249 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Oman Servië...
Pagina 250 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Zuid-Afrika TA-2015-432 Verenigde Ara- bische Emiraten Key Tag Land/regio Typegoedkeuring Europa Huf Hülsbeck & Fürst GmbH & Co. KG verklaart bij dezen dat de radioapparatuur van het type HUF8432 in overeenstemming is met de Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is te vinden op support.volvocars.com.
Pagina 251 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC Numéro d’agrément: MR 10667 ANRT 2015 Date d’agrément: 24/07/2015 Mexico IFETEL Marca: HUF Modelo (s): HUF8432 NOM-121-SCT1-2009 La operación de este equipo está sujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada.
Pagina 252 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Oman Servië...
Pagina 253 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Zuid-Afrika TA-2015-414 Verenigde Ara- bische Emiraten Gerelateerde informatie een transpondersleutel (p. 229) •...
Pagina 254 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Keyless vergrendeling/ Gerelateerde informatie N.B. ontgrendeling en aanraakgevoelige Passief vergrendelen en ontgrendelen* • Het is belangrijk dat u slechts één aanraak- gebieden* (p. 253) gevoelig vlak tegelijk aanraakt. Als u de hand- Als de auto is voorzien van Keyless vergrende- Achterklep passief ontgrendelen* (p.
Pagina 255 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Passief vergrendelen en Raak na het sluiten van het portier het – ontgrendelen* gemarkeerde gebied aan de achter- en bui- tenkant van een de portiergrepen aan of druk Vergrendeling en ontgrendeling van buiten de voor vergrendeling de knop aan de onder- auto vindt plaats met de handgreep van de por- zijde van de achterklep in voordat u deze...
Pagina 256 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Instellingen voor passieve Achterklep passief ontgrendelen* Automatische hervergrendeling ontgrendeling* Als u geen van de portieren noch de achterklep Om de achterklep passief te ontgrendelen is het binnen twee minuten na ontgrendeling van de voldoende om de transpondersleutel bijv. in een U kunt verschillende procedures voor passieve buitenzijde met de transpondersleutel opent, wor- zak of een tas bij u te dragen.
Pagina 257 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Locatie antennes voor start- en 2. Til de buitenste handgreep helemaal omhoog Achterklep openen en sluiten met een • vergrendelingssysteem om de klep te openen. schopbeweging* (p. 263) De auto heeft een passief start- en vergrende- BELANGRIJK lingssysteem en is daarom voorzien van enkele...
Pagina 258 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Vergrendelen en ontgrendelen van Alternatieve ontgrendelingsmethode WAARSCHUWING de binnenzijde van de auto Personen met een pacemaker mogen niet De portieren en de achterklep zijn te vergrende- dichter dan 22 cm (9 inch) bij de antennes len en ontgrendelen met de knop voor centrale van het Keyless-systeem komen.
Pagina 259 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Achterklep ontgrendelen vanaf de Vergrendelen met de knop op het Gerelateerde informatie binnenzijde voorportier Instellingen voor ontgrendeling op afstand en • van de binnenzijde (p. 233) Druk op de knop – beide voorportieren De achterklep is van de binnenzijde te ontgren- –...
Pagina 260 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Kinderslot activeren en deactiveren Gerelateerde informatie 2. Druk op de bijbehorende knop van het bedieningspaneel op het bestuurdersportier. Vergrendelen en ontgrendelen van de bin- • Het kinderslot voorkomt dat kinderen een achter- nenzijde van de auto (p. 256) >...
Pagina 261 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Automatische vergrendeling bij het Het portier is niet vanaf de binnenzijde te Symbool Melding Betekenis wegrijden openen. Kinderslot ach- Het kinderslot Het portier is zowel vanaf de buitenzijde als Bij het wegrijden worden de portieren en de is geactiveerd.
Pagina 262 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Elektrisch bedienbare achterklep* Schopbeweging* onder de achterbumper. Druk knop op het instrumentenpaneel – – openen en sluiten langdurig in. Houd de knop ingedrukt totdat de achterklep een stukje openveert. De achterklep van de auto is elektrisch te ope- nen en sluiten.
Pagina 263 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Sluiten en vergrendelen Druk op de knop aan de onderzijde van Druk lang op de knop op de transpon- – – de achterklep om deze te sluiten. dersleutel. Druk op de knop op de onderkant van –...
Pagina 264 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Bij openen – de beweging wordt onderbro- Voorgespannen veren • BELANGRIJK ken, de achterklepbeweging stopt en er Bij handmatige bediening van de achterklep klinkt een lang signaal. is het zaak de klep langzaam te openen of Bij sluiten –...
Pagina 265 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Maximale openingshoek voor Achterklep openen en sluiten met N.B. elektrische achterklepbediening* een schopbeweging* Om oververhitting tegen te gaan wordt • programmeren Om de bediening van de achterklep te vereen- het systeem na langdurig en continu Stem de openingshoek van de achterklep af op voudigen kunt u, als u uw handen vol hebt, de gebruik automatisch even uitgeschakeld.
Pagina 266 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Openen en sluiten met een men, is de achterklep pas na enige vertraging te openen. schopbeweging Houd uw voet tijdens de schopbeweging niet onder de auto, aangezien de activering hierdoor kan mislukken. Handsfree openen of sluiten onderbreken Maak tijdens het openen of sluiten van de –...
Pagina 267 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Privacy locking Privacy locking activeren en N.B. deactiveren De achterklep is te vergrendelen via de functie Bedenk dat het systeem kan worden geacti- Privacy locking die voorkomt dat het genoemde Privacy locking is te activeren met de functiek- veerd tijdens het wassen van de auto en der- onderdeel kan worden geopend, bijvoorbeeld nop op het middendisplay en de gekozen pin-...
Pagina 268 Als Privacy locking is geactiveerd en de auto > Er verschijnt een pop-upvenster. scherm. wordt ontgrendeld via Volvo On Call* of de 2. Geef de gewenste hoofdcode aan. Volvo On Call*-app, wordt de Privacy locking > De hoofdcode is opgeslagen. De functie automatisch gedeactiveerd.
Pagina 269 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Alarm* Alarmindicatie beert te stelen of de auto probeert weg te sle- pen. Het alarm waarschuwt met akoestische en visu- ele signalen als iemand zonder een geldige De bewegingsmelder laat het alarm afgaan bij transpondersleutel inbreekt in de auto of de star- bewegingen in de passagiersruimte –...
Pagina 270 Service vereist Vergrendel de auto en activeer het alarmsysteem het bestuurdersdisplay. Neem dan contact op van de auto door: met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. op de vergrendelingsknop op de transpon- • dersleutel te drukken N.B.
Pagina 271 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Geactiveerd alarm uitschakelen Om deze instelling te wijzigen: Alarm deactiveren zonder een werkende Druk op de ontgrendelingsknop van de transpondersleutel – 1. Tik op Instellingen op het hoofdscherm van transpondersleutel of zet de auto in contact- Ook als de transpondersleutel niet werkt, bijvoor- het middendisplay.
Pagina 272 Als u de auto ontgrendelt en weer vergrendelt, moet u de Verlaagde guard opnieuw activeren. De auto is alleen te ontgrendelen via de trans- pondersleutel, passieve ontgrendeling of met de Gerelateerde informatie Volvo On Call*-app , wanneer de Safelock-functie Alarm* (p. 267) • geactiveerd is. •...
Pagina 273 SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Safelock-functie* tijdelijk Gerelateerde informatie deactiveren Safelock-functie* (p. 270) • Als u de portieren van de buitenzijde wilt ver- Alarm* (p. 267) • grendelen terwijl er iemand in de auto achter- blijft, dient u de Safelock-functie te deactiveren. De auto is dan vanaf de binnenzijde te ontgren- delen.
Pagina 275 BESTUURDERSONDERSTEUNING...
Pagina 276 BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijhulpsystemen Snelheidsafhankelijke stuurkracht City Safety™ (p. 340) • Rear Collision Warning (p. 354) De auto is voorzien van verschillende rijhulpsys- De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging • temen die u in verschillende situaties actief of zorgt ervoor dat de stuurbekrachtiging afneemt BLIS* (p. 355) •...
Pagina 277 BESTUURDERSONDERSTEUNING Stabiliteitsregeling Roll Stability Elektronische stabiliteitsregeling Stuurkrachtniveau wijzigen* Control Om het stuurkrachtniveau te kiezen, gaat u naar De elektronische stabiliteitsregeling (ESC het artikel "Rijmodi" en bekijkt u de beschrijving helpt u voorkomen dat de wielen doorslippen en De stabiliteitsregeling RSC minimaliseert het bij de optie INDIVIDUAL onder het kopje "Moge- verbetert de tractie van de auto.
Pagina 278 Ook wel antislipregeling genoemd. Engine Drag Control Aanhangwagenstabilisering is inbegrepen bij installatie van een originele trekhaak van Volvo. Trailer Stability Assist * Optie/accessoire.
Pagina 279 BESTUURDERSONDERSTEUNING Sportstand bij elektronische Sportstand van elektronische Beperking van Sportstand van stabiliteitsregeling stabiliteitsregeling activeren/ elektronische stabiliteitsregeling deactiveren ESC- Bij activering van de deelfunctie De ESC is altijd geactiveerd – uitschakelen is ESC- sportmodus niet mogelijk. U kunt echter voor De ESC is altijd geactiveerd - uitschakelen is van de ESC gelden bepaalde...
Pagina 280 Service vereist Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand, zet de motor af en start deze opnieuw. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. • Electronic Stability Control Electronic Stability Control...
Pagina 281 U kunt meldingen verwijderen door kort te druk- ken op de -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Elektronische stabiliteitsregeling (p. 275) •...
Pagina 282 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer Gerelateerde informatie : Vanuit de actieve stand - deactiveert Beperkingen van de snelheidsbegrenzer de snelheidsbegrenzer/zet deze stand-by • Een snelheidsbegrenzer (SL ) is te beschou- (p. 284) wen als een omgekeerde cruisecontrol – u regelt : Verlaagt de opgeslagen maximumsnel- Snelheidsbegrenzer activeren en starten de snelheid met het gaspedaal, terwijl de snel- •...
Pagina 283 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer activeren en Snelheidsfuncties voor mogelijke maximumsnelheid die u kunt opslaan is starten snelheidsbegrenzer 30 km/h (.20 mph). Om de snelheid te kunnen regelen moet u eerst Druk, wanneer de snelheidsbegrenzer stand- De snelheidsbegrenzer (SL ) is in te stellen op –...
Pagina 284 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer deactiveren en Wijzig de opgeslagen snelheid door kort op Tijdelijk deactiveren met het gaspedaal – stand-by zetten De ingestelde maximumsnelheid is tijdelijk te de stuurknoppen (1) of (3) te druk- deactiveren en te overschrijden met het gaspe- ken of door ze ingedrukt te houden. De snelheidsbegrenzer (SL ) is tijdelijk te deac- daal zonder dat de snelheidsbegrenzer daarvoor...
Pagina 285 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer heractiveren Snelheidsbegrenzer uitschakelen Druk op de stuurknop (2). – vanuit de stand-bystand > De snelheidsbegrenzermarkeringen en - De snelheidsbegrenzer (SL ) is uit te schake- symbolen op het bestuurdersdisplay ver- len. De snelheidsbegrenzer (SL ) is te heractiveren kleuren van GRIJS naar WIT en de auto nadat deze tijdelijk gedeactiveerd en stand-by is gebruikt daarna de actuele snelheid als...
Pagina 286 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de Automatische snelheidsbegrenzer 3. Druk nogmaals op de stuurknop (2). snelheidsbegrenzer > Er wordt een andere functie geactiveerd. De automatische snelheidsbegrenzer (ASL helpt u om de maximumsnelheid van de auto af Op steile aflopende hellingen volstaat de rem- Gerelateerde informatie te stemmen op de op verkeersborden aangege- werking van de snelheidsbegrenzer mogelijk niet,...
Pagina 287 BESTUURDERSONDERSTEUNING Is SL of ASL actief? WAARSCHUWING Kleur van het Betekenis Symbolen op het bestuurdersdisplay geven aan bordsymbool ASL is een systeem voor aanvullende • welke snelheidsbegrenzer actief is: bestuurdersondersteuning om de Groengeel ASL is actief bestuurder te ontlasten en de rijveiligheid Symbool Grijs ASL staat stand-by...
Pagina 288 BESTUURDERSONDERSTEUNING Automatische snelheidsbegrenzer ASL deactiveren N.B. activeren/deactiveren Om de automatische snelheidsbegrenzer te Als de automatische snelheidsbegrenzer • deactiveren: Als aanvulling op de snelheidsbegrenzer (SL geactiveerd is, verschijnt verkeersbordin- Hulp maximum snelheid is de automatische snelheidsbegrenzer (ASL Druk op de knop –...
Pagina 289 BESTUURDERSONDERSTEUNING Tolerantie voor de automatische Gerelateerde informatie Druk op de stuurknop (1) totdat – snelheidsbegrenzer wijzigen Snelheidsbegrenzer (p. 280) 70 km/h (43 mph) in het midden van de • snelheidsmeter (4) is gewijzigd in 75 km/h Automatische snelheidsbegrenzer (p. 284) De automatische snelheidsbegrenzer (ASL ) is •...
Pagina 290 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de automatische Cruisecontrol : Vanuit de stand-bystand – activeert snelheidsbegrenzer de cruisecontrol en slaat de actuele snelheid De cruisecontrol (CC ) helpt u een gelijkmatige snelheid aan te houden, wat zorgt voor een com- De automatische snelheidsbegrenzing (ASL fortabeler rijervaring tijdens lange ritten op snel- vindt plaats op basis van snelheidsinformatie : Vanuit de actieve stand –...
Pagina 291 BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol activeren en starten Wisselen tussen cruisecontrol en adaptieve • WAARSCHUWING cruisecontrol (p. 307) Om de snelheid te kunnen regelen moet u eerst De cruisecontrol is een systeem voor • de cruisecontrol (CC ) kiezen en activeren. aanvullende bestuurdersondersteuning om de bestuurder te ontlasten, maar het systeem werkt niet in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
Pagina 292 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsfuncties voor Om de cruisecontrol te starten: Wijzig de opgeslagen snelheid door kort op – cruisecontrol de stuurknoppen (1) of (3) te druk- – Als het symbool/de functie wordt ken of door ze ingedrukt te houden. De cruisecontrol (CC ) is in te stellen op ver- weergegeven - druk op de stuurknop schillende snelheden.
Pagina 293 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer deactiveren en motorrem de snelheidstoename te laten dempen. directer aanvoelen dan het geval is in andere rij- stand-by zetten U kunt de bedrijfsremingreep van de cruisecon- modi. trol dan tijdelijk uitschakelen. De cruisecontrol (CC ) is tijdelijk te deactiveren Gerelateerde informatie Doe in dat geval het volgende: en stand-by te zetten en vervolgens weer te acti-...
Pagina 294 BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol heractiveren vanuit de Gerelateerde informatie Stand-by vanwege ingreep van bestuurder stand-bystand De cruisecontrol wordt in de volgende gevallen Cruisecontrol (p. 288) • tijdelijk gedeactiveerd en stand-by gezet: De cruisecontrol (CC ) is tijdelijk te deactiveren u bedient het rempedaal en stand-by te zetten en vervolgens weer te acti- •...
Pagina 295 BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol uitschakelen N.B. De cruisecontrol (Cruise Control – CC) kan wor- Om de cruisecontrol vanuit de stand-bystand te Bij een auto met adaptieve cruisecontrol* den uitgeschakeld. starten: kunt u wisselen tussen cruisecontrol en adap- tieve cruisecontrol – zie de rubriek "Wisselen Druk op de stuurknop (2).
Pagina 296 BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* Wanneer de weg voor u weer vrij is, hervat de N.B. auto de ingestelde snelheid. De adaptieve cruisecontrol (ACC ) helpt u om Afhankelijk van de markt kan dit een stan- een gelijkmatige snelheid en een bepaald tijds- daardfunctie of een optie zijn.
Pagina 297 : Vanuit de actieve stand – deactiveert de adaptieve cruisecontrol over aan een de adaptieve cruisecontrol/zet deze stand-by werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. : Verlaagt de opgeslagen snelheid Vergroot het tijdsverschil ten opzichte van de voorligger NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
Pagina 298 BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkleint het tijdsverschil ten opzichte van de Snelheidsfuncties voor adaptieve cruisecon- Bestuurdersdisplay • voorligger trol (p. 299) Doelvoertuigindicatie: ACC heeft een doel- Tijdsverschil instellen voor adaptieve cruise- • voertuig ontdekt en volgt deze met een control (p. 300) vooraf gekozen tijdsverschil Adaptieve cruisecontrol deactiveren/heracti- •...
Pagina 299 BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol en Adaptieve cruisecontrol activeren zelf niet bij, dan wordt u er met het waarschu- waarschuwing bij botsgevaar en starten wingslampje en een waarschuwingssignaal op attent gemaakt dat u onmiddellijk moet ingrijpen. De adaptieve cruisecontrol kan u waarschuwen De adaptieve cruisecontrol (ACC ) moet, om als de afstand tot een voorligger plotseling te...
Pagina 300 BESTUURDERSONDERSTEUNING De adaptieve cruisecontrol staat direct na het Tegelijkertijd wordt een snel- starten van de motor stand-by. Doe het volgende heidsinterval gemarkeerd. om het geactiveerde systeem stand-by te zetten: De hogere snelheid is de opge- Druk op de stuurknop ◀ (2) of ▶ (3) om naar slagen/gekozen snelheid en de –...
Pagina 301 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsfuncties voor adaptieve Wijzig de opgeslagen snelheid door kort op trol een voorligger volgen tot aan stilstand, is het – cruisecontrol kiezen/opslaan van een lagere snelheid dan de de stuurknoppen (1) of (2) te druk- genoemde 30 km/h (20 mph) niet mogelijk. ken of door ze ingedrukt te houden.
Pagina 302 BESTUURDERSONDERSTEUNING Tijdsverschil instellen voor N.B. adaptieve cruisecontrol Hoe hoger de snelheid, hoe langer de • Voor de adaptieve cruisecontrol (ACC ) zijn volgafstand in meters voor een bepaald verschillende tijdsverschillen in te stellen. tijdsverschil. U kunt verschillende tijdsver- Houd alleen een tijdsverschil aan dat niet •...
Pagina 303 BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol gers moet aanhouden. U maakt een keuze via de Om de adaptieve cruisecontrol tijdelijk uit te deactiveren/heractiveren rijmodusknop DRIVE MODE. schakelen en stand-by te zetten: Kies een van de volgende alternatieven: De adaptieve cruisecontrol (ACC ) is tijdelijk te Druk op de stuurknop (2).
Pagina 304 BESTUURDERSONDERSTEUNING de parkeerrem wordt geactiveerd. Stand-by vanwege ingreep van bestuurder • WAARSCHUWING De adaptieve cruisecontrol wordt tijdelijk gedeac- de gecombineerde camera en radarsensor • Wanneer de auto automatisch stand-by staat, tiveerd en stand-by gezet in de volgende geval- wordt afgedekt door sneeuw of zware regen- wordt u gewaarschuwd met een geluidssig- len: val (blokkering cameralens/radarsignalen).
Pagina 305 BESTUURDERSONDERSTEUNING Inhaalassistent met adaptieve Beperkingen van de inhaalassistent bij adap- • WAARSCHUWING cruisecontrol tieve cruisecontrol (p. 304) Wanneer u de snelheid weer hervat met de De adaptieve cruisecontrol (ACC ) kan u hel- stuurknop , kan er een markante snel- pen bij het inhalen van andere voertuigen.
Pagina 306 BESTUURDERSONDERSTEUNING Inhaalassistent van adaptieve Beperkingen van de inhaalassistent Van doelvoertuig veranderen bij cruisecontrol starten bij adaptieve cruisecontrol adaptieve cruisecontrol Er gelden enkele voorwaarden voor het gebruik De inhaalassistent kent mogelijk beperkingen in De adaptieve cruisecontrol (ACC ) kan bij van de inhaalassistent. bepaalde situaties.
Pagina 307 BESTUURDERSONDERSTEUNING Automatische remfunctie van WAARSCHUWING N.B. adaptieve cruisecontrol Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rij- ACC kan de auto maximaal 10 minuten stil- De adaptieve cruisecontrol (ACC ) heeft een dende voorligger volgt bij snelheden boven houden – daarna wordt de parkeerrem aan- 30 km/h (20 mph) en het doelvoertuig verruilt speciale remfunctie voor ritten bij langzaam rij- gezet, waarna de adaptieve cruisecontrol...
Pagina 308 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van adaptieve Dit gebeurt als de adaptieve cruisecontrol de Gerelateerde informatie cruisecontrol auto staande houdt met behulp van de bedrijfs- Adaptieve cruisecontrol* (p. 294) • rem en: Beperkingen van de camera (p. 337) De adaptieve cruisecontrol (ACC ) kent moge- •...
Pagina 309 BESTUURDERSONDERSTEUNING Wisselen tussen cruisecontrol en 2. Druk op de knop Cruise control op het Overschakelen van CC op ACC adaptieve cruisecontrol functiescherm van het middendisplay – de U doet dat als volgt: kleur van het controlelampje in de knop ver- Bij een auto met adaptieve cruisecontrol 1.
Pagina 310 BESTUURDERSONDERSTEUNING Symbolen en meldingen voor adaptieve cruisecontrol Op het bestuurdersdisplay kunnen enkele sym- bolen en meldingen verschijnen ten aanzien van de adaptieve cruisecontrol (ACC Hier volgen enkele voorbeelden Op de voorgaande afbeelding ziet u dat de Op de voorgaande afbeelding ziet u dat de adaptieve cruisecontrol is ingesteld op het aan- adaptieve cruisecontrol is ingesteld op het aan-...
Pagina 311 -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Adaptieve cruisecontrol* (p. 294) • * Optie/accessoire.
Pagina 312 BESTUURDERSONDERSTEUNING Pilot Assist U kiest de gewenste snelheid en het aan te hou- De kleur van het stuursymbool den tijdsverschil ten opzichte van voorliggers. geeft de actuele status van de Pilot Assist helpt u om tussen de zijmarkeringen Pilot Assist registreert de afstand tot de voorlig- stuurhulp aan: van de rijbaan te blijven rijden dankzij stuurhulp, ger en de zijmarkeringen van de rijstrook op de...
Pagina 313 BESTUURDERSONDERSTEUNING Voor auto's met een automatische versnellings- WAARSCHUWING N.B. bak geldt: Pilot Assist is een systeem voor aanvul- Afhankelijk van de markt kan dit een stan- • Pilot Assist kan voorliggers volgen bij snelhe- • lende bestuurdersondersteuning om de daardfunctie of een optie zijn. den van stilstand tot 200 km/h (125 mph).
Pagina 314 Pilot Assist uit te zetten of plaats – geadviseerd wordt een erkende over te schakelen op de adaptieve cruisecon- : Vanuit de actieve stand – deactiveert Volvo-werkplaats. trol. Pilot Assist zet deze stand-by ◀: Schakelt over van Pilot Assist op adap-...
Pagina 315 BESTUURDERSONDERSTEUNING Vergroot het tijdsverschil ten opzichte van de Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist Bestuurdersdisplay • voorligger (p. 317) ▶: Schakelt over van adaptieve cruisecontrol Pilot Assist deactiveren/heractiveren • op Pilot Assist (p. 318) Verkleint het tijdsverschil ten opzichte van de Inhaalassistent met Pilot Assist (p.
Pagina 316 BESTUURDERSONDERSTEUNING Pilot Assist en waarschuwing bij Pilot Assist activeren en starten wingslampje en een waarschuwingssignaal op botsgevaar attent gemaakt dat u onmiddellijk moet ingrijpen. Pilot Assist moet, om de snelheid en het tijdsver- Pilot Assist kan u waarschuwen als de afstand schil te kunnen regelen en stuurhulp te kunnen WAARSCHUWING tot een voorligger plotseling te klein wordt.
Pagina 317 BESTUURDERSONDERSTEUNING actuele snelheid moet minimaal 15 km/h Tegelijkertijd wordt een snel- N.B. (9 mph) zijn. heidsinterval gemarkeerd. Let op: de hulpfunctie Pilot Assist werkt Voor auto's met een handgeschakelde ver- • De hogere snelheid is de opge- alleen als u de handen aan het stuur hebt. snellingsbak: De snelheid moet minimaal slagen/gekozen snelheid en de 30 km/h (20 mph) bedragen.
Pagina 318 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsfuncties voor Pilot Assist Wijzig de opgeslagen snelheid door kort op lagere snelheid dan de genoemde 30 km/h – (20 mph) niet mogelijk. de stuurknoppen (1) of (2) te druk- Pilot Assist is in te stellen op verschillende snel- ken of door ze ingedrukt te houden.
Pagina 319 BESTUURDERSONDERSTEUNING Tijdsverschil instellen voor Pilot N.B. Assist Hoe hoger de snelheid, hoe langer de • Voor Pilot Assist kunnen verschillende tijdsver- volgafstand in meters voor een bepaald schillen worden ingesteld. tijdsverschil. U kunt verschillende tijdsver- Houd alleen een tijdsverschil aan dat niet •...
Pagina 320 BESTUURDERSONDERSTEUNING Pilot Assist deactiveren/ Druk op de stuurknop ◀ (3). houden. U maakt een keuze via de rijmodusknop – heractiveren DRIVE MODE. > Pilot Assist wordt uitgeschakeld en scha- kelt over naar de adaptieve cruisecontrol Pilot Assist is tijdelijk te deactiveren en stand-by Kies een van de volgende alternatieven: in actieve stand.
Pagina 321 BESTUURDERSONDERSTEUNING u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en de Stand-by vanwege ingreep van bestuurder • WAARSCHUWING voorligger slaat af, zodat Pilot Assist geen Pilot Assist wordt tijdelijk gedeactiveerd en Wanneer de auto automatisch stand-by staat, voorligger meer heeft om te volgen. stand-by gezet in de volgende gevallen: wordt u gewaarschuwd met een geluidssig- de snelheid daalt tot onder 30 km/h...
Pagina 322 BESTUURDERSONDERSTEUNING Inhaalassistent met Pilot Assist Beperkingen van de inhaalassistent van Pilot • WAARSCHUWING Assist (p. 321) Pilot Assist kan u helpen bij het inhalen van Wanneer u de snelheid weer hervat met de andere voertuigen. stuurknop , kan er een markante snel- heidstoename volgen.
Pagina 323 BESTUURDERSONDERSTEUNING Inhaalassistent van Pilot Assist Beperkingen van de inhaalassistent Van doelvoertuig veranderen bij starten van Pilot Assist Pilot Assist Er gelden enkele voorwaarden voor het gebruik De inhaalassistent kent mogelijk beperkingen in Pilot Assist kan bij auto's met een automatische van de inhaalassistent.
Pagina 324 BESTUURDERSONDERSTEUNING Automatische remfunctie van Pilot Annulering van automatische remfunctie WAARSCHUWING Assist In bepaalde situaties wordt het automatisch rem- Wanneer Pilot Assist een rijdende voorligger men bij stilstand geannuleerd en wordt Pilot Pilot Assist heeft een speciale remfunctie voor volgt bij snelheden boven 30 km/h (20 mph) Assist stand-by gezet.
Pagina 325 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van Pilot Assist slechte lichtomstandigheden, tegenlicht, WAARSCHUWING een natte rijbaan et cetera. In bepaalde situaties gelden mogelijk beperkin- In bepaalde situaties heeft de stuurassistentie Let er ook op dat Pilot Assist de volgende gen voor de werking van Pilot Assist. van Pilot Assist moeite om u op de juiste beperkingen heeft: manier te helpen of wordt de stuurassistentie...
Pagina 326 BESTUURDERSONDERSTEUNING Symbolen en meldingen voor gebruiken, wat wisselende prestaties kan Overig Pilot Assist* betekenen. Off Road U kunt niet kiezen, wanneer Pilot • Assist is geactiveerd. Pilot Assist wordt uitgeschakeld als de • Op het bestuurdersdisplay kunnen enkele sym- stuurbekrachtiging met een beperkt ver- bolen en meldingen verschijnen ten aanzien van N.B.
Pagina 327 BESTUURDERSONDERSTEUNING Op de voorgaande afbeelding ziet u dat Pilot Assist is ingesteld op het aanhouden van een snelheid van 110 km/h (68 mph) en dat er geen voorliggers zijn die het systeem kan volgen. Pilot Assist geeft geen stuurhulp, omdat het de zijlijnen van de rijstrook niet detecteren.
Pagina 328 BESTUURDERSONDERSTEUNING Radarsensor Gerelateerde informatie Beperkingen van de radarsensor (p. 327) • De radarsensor wordt door meerdere rijhulpsys- temen gebruikt en heeft tot taak om andere voer- Aanbevolen onderhoud van de radarsensor • tuigen te detecteren. (p. 330) Typegoedkeuring voor radarsensor (p. 331) •...
Pagina 329 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de radarsensor De radarsensor zit aan de binnenkant op het Als op het bestuurdersdisplay dit sym- bovenste deel van de voorruit, samen met de bool en de melding " Voorruitsensor De radarsensor kent een aantal beperkingen, die camera van de auto.
Pagina 330 Er is vuil tussen de binnenkant van de voorruit en de gecombineerde camera Bezoek een werkplaats om de binnenkant van de voorruit achter de behui- en radarsensor gekomen. zing van de eenheid te laten reinigen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. beeld als een inhalend voertuig invoegt tus- N.B.
Pagina 331 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beschadigde voorruit Volvo-werkplaats om te controleren of de Lage aanhangwagens juiste voorruit wordt besteld en gemon- teerd. BELANGRIJK Monteer bij vervanging van de ruitenwis- • Als het voorruitoppervlak vóór een van beide sers hetzelfde type of een ander type, ‘ogen’...
Pagina 332 BESTUURDERSONDERSTEUNING Aanbevolen onderhoud van de radarsensor De gecombineerde camera en radarsensor werkt alleen naar behoren wanneer u vuil, ijs en sneeuw van de voorruit verwijdert en de ruit regelmatig reinigt met water en autoshampoo. N.B. Als vuil, ijs en sneeuw de camera- en radar- eenheid bedekken, neemt de functie af en kan meten onmogelijk worden gemaakt.
Pagina 333 BESTUURDERSONDERSTEUNING Typegoedkeuring voor radarsensor Hier staan de typegoedkeuringen voor de radar- sensoren van de ACC -, PA - en BLIS -func- ties. ACC & Markt BLIS Symbool Typegoedkeuring ✓ Botswana Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a sistemas operando em caráter primário.
Pagina 334 BESTUURDERSONDERSTEUNING ACC & Markt BLIS Symbool Typegoedkeuring Hereby, Delphi Electronics and Safety declares that L2C0054TR is in compliance with the essential requirements and other relevant provisions of Directive 2014/53/EU (RED). The original declaration of conformity can be accessed at the following link www.delphi.com/ automotive-homologation.
Pagina 335 BESTUURDERSONDERSTEUNING ACC & Markt BLIS Symbool Typegoedkeuring Type Approval No.: TRC/LPD/2014/255 ✓ Equipment Type: Low Power Device (LPD) Jordanië ✓ TRC/LPD/2017/63 Certification No. ✓ MSIP-CMI- DPH-L2C0054TR Korea ✓ MSIP-CMM-HLA-RS4 AGREE PAR L’ANRT MAROC ✓ Marokko NUMÉRO D’AGRÉMENT: MR 9929 ANRT 2014 DATE D’AGRÉMENT: 26/12/2014 ✓...
Pagina 336 BESTUURDERSONDERSTEUNING ACC & Markt BLIS Symbool Typegoedkeuring ✓ Rusland ✓ И011 14 Servië И011 17 ✓ ✓ DA 105753 Singapore ✓ DA 103238 ✓ TA-2014/1824 Zuid-Afrika ✓ TA-2016/3407 ✓ CCAB15LP0560T3 Taiwan ✓ CCAB17LP0470T5...
Pagina 337 і ь і Delphi : Delphi. ✓ Typegoedkeuring voor radioapparatuur Markt Symbool Typegoedkeuring Volvo Cars verklaart hier- bij dat alle radioappara- tuur conform de essenti- Europa ele eisen en andere rele- vante bepalingen is van de Richtlijn 2014/53/EU. Gerelateerde informatie Radarsensor (p.
Pagina 338 BESTUURDERSONDERSTEUNING Camera Gerelateerde informatie Beperkingen van de camera (p. 337) • De camera wordt gebruikt door meerdere rij- hulpsystemen en heeft tot taak om bijvoorbeeld Aanbevolen onderhoud van de camera • de zijlijnen van de weg of verkeersborden te (p. 340) detecteren.
Pagina 339 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de camera Geblokkeerde eenheid Als op het bestuurdersdisplay dit sym- De camera kent een aantal beperkingen, die ook bool en de melding " Voorruitsensor beperkingen met zich meebrengen voor de func- Sensor afgedekt, zie handleiding " ties die gebruikmaken van de eenheid. verschijnen, betekent dit dat de Beperkt zicht gecombineerde camera en radarsensor geen...
Pagina 340 Bezoek een werkplaats om de binnenkant van de voorruit achter de behuizing van camera en radarsensor gekomen. de eenheid te laten reinigen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Fel tegenlicht Valt niets aan te doen. In betere lichtomstandigheden wordt de camera automa- tisch opnieuw geactiveerd.
Pagina 341 BESTUURDERSONDERSTEUNING Volvo-werkplaats om te controleren of de juiste voorruit wordt besteld en gemon- teerd. Monteer bij vervanging van de ruitenwis- • sers hetzelfde type of een ander type, door Volvo goedgekeurde ruitenwissers. BELANGRIJK Bij het vervangen van de voorruit moet de...
Pagina 342 BESTUURDERSONDERSTEUNING Aanbevolen onderhoud van de City Safety™ peld aan onoplettendheid tot bijna-ongelukken camera kunnen leiden. City Safety kan u met licht- en geluidssignalen De gecombineerde camera en radarsensor en rempedaaltrillingen attenderen op plotseling Het systeem helpt u door automatisch te rem- werkt alleen naar behoren wanneer u vuil, ijs en opdoemende voetgangers, fietsers, grotere die- men, wanneer het gevaar voor een botsing met...
Pagina 343 BESTUURDERSONDERSTEUNING Parameters en deelfuncties van City U wordt geadviseerd om alle paragrafen • WAARSCHUWING Safety over City Safety in de gebruikershandlei- City Safety is een systeem voor aanvul- • ding te lezen en bijvoorbeeld kennis te City Safety kan een botsing met een voorligger, lende rijhulp ter verhoging van de rijveilig- nemen van de beperkingen waar u reke- fietser, voetganger of een groter dier voorkomen...
Pagina 344 BESTUURDERSONDERSTEUNING Deelfuncties van City Safety Als u in deze fase nog steeds niet aan een uit- 1 – Collision Warning wijkmanoeuvre bent begonnen en er een aanrij- Eerst wordt u gewaarschuwd voor een dreigende ding dreigt, wordt er automatisch geremd, onge- botsing.
Pagina 345 BESTUURDERSONDERSTEUNING Waarschuwingsafstand instellen U kunt een remingreep altijd afbreken hard op Safety niet alleen minder vaak waarschuwt, maar voor City Safety het gaspedaal te trappen. ook minder snel. City Safety mag dan altijd geactiveerd zijn, u Gebruik waarschuwingsafstand Laat daarom N.B.
Pagina 346 BESTUURDERSONDERSTEUNING Obstakeldetectie met City Safety WAARSCHUWING N.B. De obstakels die City Safety kan detecteren, zijn Geen enkel automatisch systeem kan in Waarschuwingen via de richtingaanwijzers • voertuigen, fietsers, grotere dieren en voetgan- alle situaties een 100 % feilloze werking voor de Rear Collision Warning worden gers.
Pagina 347 BESTUURDERSONDERSTEUNING Voor optimale systeemprestaties moet de functie Voetganger WAARSCHUWING die verantwoordelijk is voor identificatie van fiet- City Safety is een systeem voor aanvullende sers zo uniform mogelijke informatie over de bestuurdersondersteuning dat niet altijd alle lichaams- en fietscontouren ontvangen – wat fietsers kan detecteren en bijvoorbeeld inhoudt dat kenmerkende (lichaams-)delen zoals moeite heeft met:...
Pagina 348 BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety kan dankzij de koplampen van de auto Grotere dieren WAARSCHUWING ook in het donker voetgangers detecteren. City Safety is een systeem voor aanvullende bestuurdersondersteuning dat niet altijd alle WAARSCHUWING grotere dieren kan detecteren en bijvoorbeeld moeite heeft met: City Safety is een systeem voor aanvullende bestuurdersondersteuning dat niet altijd alle slechts gedeeltelijk zichtbare grotere die-...
Pagina 349 BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety bij kruisend verkeer Beperkingen van City Safety bij WAARSCHUWING kruisend verkeer City Safety kan u helpen als uw auto tijdens het "City Safety bij kruisend verkeer" is een • afslaan op een kruising het pad van een tegen- In bepaalde gevallen kan het voor City Safety systeem voor aanvullende bestuurderson- ligger kruist.
Pagina 350 BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety bij ontoereikende via een uitwijkmanoeuvre een botsing te voorko- N.B. uitwijkmanoeuvre men. De functie maakt gebruik van de gecombi- City Safety kan u helpen door de auto automa- Als City Safety echter inschat dat u niet kunt uit- neerde camera-eenheid en radarsensor die tisch eerder te remmen, wanneer een botsing wijken door verkeer in de aangrenzende rijstro-...
Pagina 351 BESTUURDERSONDERSTEUNING Remingreep City Safety bij Beperkingen van City Safety bij uw eigen rijbaan heeft duidelijke zijmarkerin- • tegenliggers* ontoereikende uitwijkmanoeuvre u rijdt recht vooruit in uw eigen rijbaan • City Safety kan u in noodgevallen helpen bij het N.B. remmen voor een tegenligger in uw rijstrook. de tegenligger rijdt tussen de zijmarkeringen •...
Pagina 352 Beperkingen van de camera (p. 337) • City Safety mogen uitsluitend door een werk- van de voorruit mogelijk niet werkt. Beperkingen van de radarsensor (p. 327) • plaats worden uitgevoerd - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gordelspanners (p. 51) • Electronic Stability Control...
Pagina 353 BESTUURDERSONDERSTEUNING Ingreep van bestuurder Overig zaam rijdende of stilstaande voorliggers en grote dieren. Achteruitrijden WAARSCHUWING Er wordt niet gewaarschuwd noch • Wanneer u achteruitrijdt, is City Safety tijdelijk geremd voor voetgangers en fietsers bij gedeactiveerd. Als de gecombineerde radarsensor en •...
Pagina 354 BESTUURDERSONDERSTEUNING Zoekpad op het hoofdscherm van het middendis- play: • Instellingen My Car IntelliSafe Gerelateerde informatie City Safety™ (p. 340) • Beperkingen van de camera (p. 337) • Beperkingen van de radarsensor (p. 327) •...
Pagina 355 U kunt meldingen verwijderen door kort te druk- ken op de -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • City Safety™ (p. 340)
Pagina 356 BESTUURDERSONDERSTEUNING Rear Collision Warning Beperkingen van Rear Collision N.B. Warning De Rear Collision Warning (RCW) kan u helpen Waarschuwingen via de richtingaanwijzers om aanrijdingen van achteren door naderende In bepaalde gevallen kan het voor RCW moeilijk voor de Rear Collision Warning worden achterliggers te voorkomen.
Pagina 357 BESTUURDERSONDERSTEUNING BLIS* trolelampje over van constant branden op knippe- ren met een feller licht. Het BLIS dient om u te helpen bij het ontdek- ken van naderende achterliggers schuin achter N.B. en naast u bij ritten in druk verkeer op wegen met meerdere rijbanen in dezelfde richting.
Pagina 358 BESTUURDERSONDERSTEUNING Activeren/deactiveren BLIS Gerelateerde informatie Als BLIS bij het uitschakelen van de motor gedeactiveerd is, is dat na de volgende motor- Activeren/deactiveren BLIS (p. 356) • BLIS is te activeren/deactiveren. start nog steeds zo en zal er geen controlelampje Beperkingen van BLIS (p. 357) •...
Pagina 359 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van BLIS Aanbevolen onderhoud van BLIS gelijks op de trekhaak van de auto te monte- ren. BLIS kent mogelijk beperkingen in bepaalde Voor een optimale werking is het belangrijk • situaties. dat de oppervlakken vóór de sensoren WAARSCHUWING schoon worden gehouden.
Pagina 360 BESTUURDERSONDERSTEUNING BELANGRIJK Reparaties aan de componenten van de BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de bumper mogen uitsluitend in een werkplaats worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- plaats wordt aanbevolen. Gerelateerde informatie • BLIS* (p. 355) Cross Traffic Alert* (p. 360) •...
Pagina 361 Melding Betekenis Dodehoeksensor Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Service vereist Dodehoeksysteem uit BLIS en CTA zijn gedeactiveerd, omdat er een aanhangwagen op het elektrische systeem van de auto is aangesloten.
Pagina 362 BESTUURDERSONDERSTEUNING Cross Traffic Alert* kleinere voorwerpen zoals fietsen en voetgangers worden ontdekt. met auto-brake is een hulpmiddel bij CTA is alleen actief als de auto achteruit rolt of in BLIS om u te waarschuwen voor kruisend ver- de achteruit is gezet. keer, als u achteruitrijdt met de auto.
Pagina 363 BESTUURDERSONDERSTEUNING Activeren/deactiveren Cross Traffic Beperkingen van Cross Traffic Alert WAARSCHUWING Alert met auto-brake kent mogelijk beper- De CTA Cross Traffic Alert is een systeem voor • U kunt ervoor kiezen om de waarschuwingssig- kingen in bepaalde situaties. aanvullende rijhulp om de bestuurder te nalen van de functie CTA uit te schakelen –...
Pagina 364 BESTUURDERSONDERSTEUNING Onderhoudsadvies voor Cross vullende informatie in het artikel "Onder- Traffic Alert houdsadvies voor Cross Traffic Alert". CTA wordt automatisch gedeactiveerd bij • Voor een optimale werking is het belangrijk • aansluiting van een aanhangwagen, fietsdra- dat de oppervlakken vóór de sensoren ger of iets dergelijks op het elektrische sys- schoon worden gehouden.
Pagina 365 Collision Warning. BELANGRIJK Reparaties aan de componenten van de BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de bumper mogen uitsluitend in een werkplaats worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- plaats wordt aanbevolen. Gerelateerde informatie Cross Traffic Alert* (p. 360) • •...
Pagina 366 Melding Betekenis Dodehoeksensor Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Service vereist Dodehoeksysteem uit BLIS en CTA zijn gedeactiveerd, omdat er een aanhangwagen op het elektrische systeem van de auto is aangesloten.
Pagina 367 BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie* WAARSCHUWING De verkeersbordinformatie (RSI ) kan u atten- De verkeersbordenherkenning is een sys- • deren op snelheidsspecifieke verkeersborden en teem voor aanvullende bestuurdersonder- bepaalde verbodsborden. steuning om de bestuurder te ontlasten en de rijveiligheid te verhogen, maar het systeem werkt niet in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
Pagina 368 BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie activeren/ Informatie op verkeersbord met informatie • N.B. deactiveren over flitspalen (p. 371) Als de automatische snelheidsbegrenzer • Beperkingen van Verkeersbordinformatie • geactiveerd is, verschijnt verkeersbordin- De verkeersbordinformatie is optioneel: u kunt (p. 372) formatie op het bestuurdersdisplay, ook al kiezen uit Aan of Uit.
Pagina 369 BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie en Samen met het symbool voor Bij een auto met Sensus Navigation* worden nor- bordweergave de geldende maximumsnelheid maal alleen directe snelheidsborden getoond – indirecte snelheidsborden verschijnen alleen als kan ook een aanvullend bord De verkeersbordinformatie (RSI ) toont ver- in de kaartgegevens geen informatie staat over verschijnen, bijvoorbeeld het keersborden op verschillende manieren, afhan-...
Pagina 370 BESTUURDERSONDERSTEUNING symbool met het corresponderende verkeersborg Aanvullende borden Sommige snelheden gelden op het bestuurdersdisplay getoond. bijvoorbeeld alleen een bepaald traject of op een bepaalde tijd Voorbeeld van een direct snel- van de dag. U wordt hierop heidsbord geattendeerd met een symbool voor een aanvullend bord onder het snelheidssymbool.
Pagina 371 BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie en Sensus Verkeersbordinformatie met Gerelateerde informatie Navigation snelheidswaarschuwing en Verkeersbordinformatie* (p. 365) • instellingen Verkeersbordinformatie activeren/deactive- • Bij een auto met Sensus Navigation, wordt er in Waarschuwing max. snelheid ren (p. 366) De deelfunctie de volgende gevallen snelheidsspecifieke infor- is optioneel: u kunt kiezen uit Aan of van RSI Verkeersbordinformatie met snelheidswaar-...
Pagina 372 BESTUURDERSONDERSTEUNING U krijgt altijd een snelheids- U kunt de instelling voor de akoestische waar- Akoestische waarschuwing Aan/Uit waarschuwing bij overschrijding schuwing als volgt wijzigen: Het is ook mogelijk om samen met de snelheids- van de maximumsnelheid voor waarschuwing een akoestische waarschuwing te 1.
Pagina 373 BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidswaarschuwing van Informatie op verkeersbord met Voor meer informatie over snelheidswaarschu- verkeersbordinformatie activeren/ informatie over flitspalen wingen in verband met flitspalen – zie ook de deactiveren artikelen "Verkeersbordinformatie met snelheids- Auto's met RSI en Sensus Navigation* kunnen waarschuwing en instellingen" en "Beperkingen op het bestuurdersdisplay informatie geven over U activeert de deelfunctie Waarschuwing max.
Pagina 374 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van Beperkingen van Verkeersbordinformatie • N.B. Verkeersbordinformatie (p. 372) Om een akoestisch waarschuwingssig- • De verkeersbordinformatie (RSI ) kent mogelijk naal te krijgen bij overschrijding van de beperkingen in bepaalde situaties. maximumsnelheid moet Waarschuwing max. snelheid zijn geactiveerd en moet Voorbeelden van factoren die de RSI mogelijk de deelfunctie Audiowaarschuwing...
Pagina 375 BESTUURDERSONDERSTEUNING Driver Alert Control Een camera tast de zijmarkeringen van de rijbaan N.B. af en vergelijkt de wegrichting met uw stuurbe- Driver Alert Control (DAC) dient om u erop te Het systeem maakt gebruik van de camera- wegingen. attenderen dat u de auto op ongecontroleerde eenheid van de auto, die een aantal alge- wijze bestuurt (omdat u bijvoorbeeld afgeleid mene beperkingen heeft, zie hoofdstuk...
Pagina 376 BESTUURDERSONDERSTEUNING Driver Alert Control activeren/ naar parkeerplaats kiezen bij waarschuwing van WAARSCHUWING deactiveren Driver Alert Control"). Neem een waarschuwing van Driver Alert De Driver Alert Control (DAC) is te activeren/ Als u uw rijgedrag niet corrigeert, wordt de waar- Control altijd serieus, omdat u bij slaperigheid deactiveren.
Pagina 377 BESTUURDERSONDERSTEUNING Begeleiding naar parkeerplaats Beperkingen van Driver Alert Rijbaanassistent kiezen bij waarschuwing van Driver Control De rijbaanassistent (LKA ) moet op snelwe- Alert Control De Driver Alert Control (DAC) kent mogelijk gen, hoofdwegen en dergelijke het risico beper- Begeleiding beperkingen in bepaalde situaties. U kunt aangeven of de functie ken dat uw auto onbedoeld de eigen rijbaan ver- ruststop...
Pagina 378 BESTUURDERSONDERSTEUNING Afhankelijk van de instellingen reageert de rijbaa- WAARSCHUWING nassistent als volgt: De rijbaanassistent is een systeem voor • Sturen geactiveerd: Als de auto een zijlijn • aanvullende bestuurdersondersteuning nadert, zal LKA de auto met een geringe om de rijveiligheid te verhogen, maar het stuurbeweging actief terug de rijbaan in stu- systeem werkt niet in alle verkeers-, ren.
Pagina 379 BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij rijbaanassistent Rijbaanassistent grijpt niet in Symbolen op het bestuurdersdisplay voor de • rijbaanassistent (p. 382) Voor het gebruik van de stuurhulp LKA moet u uw handen aan het stuur houden en het sys- teem controleert dat voortdurend. Als u uw handen niet aan het stuur houdt, verschijnt op het bestuurdersdisplay het vol-...
Pagina 380 BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent activeren/ Assistentie-opties voor Beperkingen van rijbaanassistent deactiveren rijbaanassistent kiezen In bepaalde veeleisende situaties kan de rijbaa- nassistent u moeilijk op de juiste manier helpen De rijbaanassistent LKA is optioneel: u kunt U kunt kiezen wat LKA moet doen, als uw kiezen uit Aan of Uit.
Pagina 381 BESTUURDERSONDERSTEUNING Gerelateerde informatie Rijbaanassistent (p. 375) • Snelheidsafhankelijke stuurkracht (p. 274) • Beperkingen van de camera (p. 337) •...
Pagina 382 Betekenis Best.onderst.systeem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Beperkte functionaliteit Service vereist Voorruitsensor Het vermogen van de camera om de rijbaan vóór de auto af te tasten is beperkt.
Pagina 383 U kunt meldingen verwijderen door kort te druk- ken op de -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Rijbaanassistent (p. 375) •...
Pagina 384 BESTUURDERSONDERSTEUNING Symbolen op het Gerelateerde informatie Niet beschikbaar bestuurdersdisplay voor de Rijbaanassistent (p. 375) • rijbaanassistent De rijbaanassistent LKA wordt gevisualiseerd met een symbool op het bestuurdersdisplay. Het symbool is afhankelijk van de situatie. Hier volgt een aantal voorbeel- den van het uiterlijk van het symbool en in welke situaties dit verschijnt: Niet beschikbaar - de zijlijnen van het symbool zijn...
Pagina 385 BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij botsgevaar Stuurhulp bij botsgevaar activeren/ Stuurhulp bij dreigende bermongelukken • deactiveren (p. 384) Hulp bij het voorkomen van aanrijdingen Niveau van stuurhulp bij dreigende bermon- heeft tot taak het risico te helpen beperken dat • De functie is optioneel: u kunt kiezen of deze gelukken (p.
Pagina 386 BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij dreigende Niveau van stuurhulp bij dreigende WAARSCHUWING bermongelukken bermongelukken De stuurhulp bij gevaar voor bermonge- • De deelfunctie helpt het risico beperken dat u Het systeem heeft twee activeringsniveaus bij lukken is een systeem voor aanvullende onbedoeld van de weg raakt door uw auto in het een ingreep: bestuurdersondersteuning om de rijveilig- gegeven geval actief weer de weg op te sturen.
Pagina 387 BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij dreigende Gerelateerde informatie Stuurhulp en remingreep bermongelukken activeren/ Stuurhulp bij botsgevaar (p. 383) • deactiveren Stuurhulp bij dreigende bermongelukken • (p. 384) De functie is optioneel: u kunt kiezen of deze Aan of Uit moet staan. Wissel tussen Aan en Uit met deze knop in het functiescherm op het middendisplay.
Pagina 388 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de stuurhulp bij Stuurhulp bij dreigende Gerelateerde informatie dreigende bermongelukken tegenliggerbotsing Stuurhulp bij botsgevaar (p. 383) • In bepaalde veeleisende situaties kan het sys- Snelheidsafhankelijke stuurkracht (p. 274) De deelfunctie kan u helpen, als u wordt afgeleid •...
Pagina 389 BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij botsgevaar met Het systeem biedt echter geen stuurhulp bij Gerelateerde informatie tegenliggers activeren/deactiveren gebruik van de richtingaanwijzers. En als het sys- Stuurhulp bij botsgevaar (p. 383) • teem detecteert dat u er een actieve rijstijl op na Stuurhulp bij botsgevaar met tegenliggers De functie is optioneel: u kunt kiezen of deze •...
Pagina 390 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de stuurhulp bij N.B. dreigende tegenliggerbotsing De functie maakt gebruik van de gecombi- Het systeem kent mogelijk beperkingen in de neerde camera-eenheid en radarsensor die volgende situaties, zodat bijv. niet wordt ingegre- enkele algemene beperkingen heeft – zie de pen in de volgende gevallen: paragrafen "Beperkingen van de camera-een- heid"...
Pagina 391 -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Stuurhulp bij botsgevaar (p. 383) •...
Pagina 392 BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulp* Hoe korter de afstand tot het obstakel, des te N.B. korter op elkaar klinken de signalen. Wanneer u De parkeerhulp kan u helpen bij het parkeren in Behalve in het gebied rond het autosym- • ondertussen het audiosysteem beluistert, wordt krappe ruimten door de afstand tot obstakels bool, worden alleen geluidssignalen het volume daarvan tijdelijk verlaagd.
Pagina 393 BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulp aan voorzijde, Gerelateerde informatie N.B. achterzijde en zijkanten Parkeerhulp aan voorzijde, achterzijde en zij- • De parkeerhulp wordt gedeactiveerd wanneer kanten (p. 391) De parkeerhulp hanteert verschillende parame- u de parkeerrem aanzet of als u bij een auto Parkeerhulp activeren/deactiveren (p.
Pagina 394 – zonder een originele aanhangerkabel De zijsensoren van de parkeerhulp worden bij het van Volvo – moet u de Park Assist mogelijk starten van de motor automatisch geactiveerd. Ze handmatig uitschakelen om te voorkomen dat zijn actief bij snelheden lager dan 10 km/h de sensoren erop reageren.
Pagina 395 BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulp activeren/deactiveren Beperkingen van parkeerhulp BELANGRIJK De parkeerhulp is te activeren/deactiveren. De parkeerhulp is niet in staat om in alle situaties Obstakels zoals kettingen, smalle glanzende alles te registreren, zodat er soms beperkingen palen of lage obstakels kunnen "afgescha- Aan/Uit gelden voor de werking.
Pagina 396 BESTUURDERSONDERSTEUNING Aanbevolen onderhoud van de BELANGRIJK parkeerhulp In bepaalde omstandigheden kan het par- De parkeerhulp werkt alleen optimaal, wanneer u keerhulpsysteem ten onrechte waarschu- de bijbehorende sensoren regelmatig reinigt met wingssignalen afgeven onder invloed van water en autoshampoo. externe geluidsbronnen met ultrasone geluidssignalen van dezelfde frequentie als de sensoren van het systeem.
Pagina 397 -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • Parkeerhulp* (p. 390) * Optie/accessoire.
Pagina 398 BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera* Trekhaak* – hulplijn voor trekhaak active- ren/deactiveren* De parkeerhulpcamera kan u helpen bij het par- keren in krappe ruimten door obstakels weer te CTA* – Cross Traffic Alert activeren/deacti- geven met camerabeelden en grafische voorstel- veren lingen op het middendisplay. De parkeerhulpcamera is een hulpsysteem dat automatisch wordt geactiveerd bij inschakeling van de achteruitversnelling of handmatig via het...
Pagina 399 BESTUURDERSONDERSTEUNING Camera-aanzichten van de Parkeerhulpcamera starten (p. 403) • WAARSCHUWING parkeerhulpcamera's Beperkingen van parkeerhulpcamera • De parkeerhulpcamera is een systeem • (p. 404) De functie kan een gecombineerde 360°-aan- voor aanvullende bestuurdersondersteu- zicht tonen én een afzonderlijk aanzicht voor de Aanbevolen onderhoud van de parkeerhulp- •...
Pagina 400 BESTUURDERSONDERSTEUNING Het camerasymbool in het de achterbumper zichtbaar plus een eventuele 360°-aanzicht* autosymbool op het middendis- trekhaak. play geeft aan welke camera Voorwerpen op het middendisplay lijken mogelijk actief is. over te hellen – dit is volkomen normaal. Als de auto tevens is uitgerust Parkeerhulpsysteem wordt de afstand tot gedetecteerde obstakels aangeduid met velden in verschillende kleuren.
Pagina 401 BESTUURDERSONDERSTEUNING Hulplijnen voor parkeerhulpcamera Naar voren Naar zijkanten De parkeerhulpcamera's geeft met lijnen op het beeldscherm aan waar de auto zich ten opzichte van de omgeving bevindt. De parkeerhulpcamera aan de voorzijde zit in de De zijcamera's zitten in beide buitenspiegels. grille.
Pagina 402 BESTUURDERSONDERSTEUNING achteruitrijden in krappe ruimten en aankoppelen Hulplijnen in 360°-aanzicht* BELANGRIJK van aanhangwagens. Let erop dat op het beeldscherm alleen • De lijnen op het scherm worden geprojecteerd het gebied achter de auto wordt weerge- als stonden ze op de grond achter de auto. De lij- geven, als u voor de achteruitkijkcamera nen zijn bovendien afhankelijk van de stuuruit- hebt gekozen –...
Pagina 403 BESTUURDERSONDERSTEUNING Sensorvelden van parkeerhulp voor van een hulplijn voor de virtuele "baan" van de Hulplijn voor trekhaak* parkeerhulpcamera trekhaak naar de aanhangwagen. Als de auto uitgerust is met parkeerhulp wordt 1. Druk op Trekhaak (1). voor iedere sensor die een obstakel waarneemt >...
Pagina 404 BESTUURDERSONDERSTEUNING De kleur van de sensorvelden voor en achter ver- Sensorvelden voor en achter andert naarmate de afstand tot het obstakel klei- ner wordt – van GEEL, via ORANJE in ROOD. Veldkleur achter Afstand in meter (feet) Oranje 0,6–1,5 (2,0–4,9) Oranje 0,3–0,6 (1,0–2,0) Rood...
Pagina 405 BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera starten De kleur van de sensorvelden aan zijkant veran- De overige camera-aanzichten doven bij 15 km/h dert naarmate de afstand tot het obstakel kleiner (9 mph) en worden niet opnieuw geactiveerd. De parkeerhulpcamera start automatisch bij wordt – van GEEL in ROOD. inschakeling van de achteruitversnelling of hand- Gerelateerde informatie matig bij het bedienen van een van de functiek-...
Pagina 406 BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van Dode hoeken Defecte camera parkeerhulpcamera Als een camerasector zwart blijft en het nevenstaande sym- De parkeerhulpcamera is niet in staat om in alle bool bevat, betekent dit dat de situaties alles te registreren, zodat er mogelijke desbetreffende camera defect beperkingen gelden voor de werking.
Pagina 407 BESTUURDERSONDERSTEUNING Aanbevolen onderhoud van de kan ertoe leiden dat de beeldweergave ietwat parkeerhulpcamera kan variëren wat lichtsterkte en kwaliteit betreft. Slechte lichtomstandigheden leveren mogelijk De parkeerhulpcamera's bij de kentekenplaat- een slechtere beeldkwaliteit op. houder achterop, de frontgrille en in de beide buitenspiegels vergen enige vorm van onder- Gerelateerde informatie houd.
Pagina 408 U kunt meldingen verwijderen door kort te druk- Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- • Parkeerhulpcamera* (p. 396) ken op de -knop in het midden van de rech- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. ter stuurknoppenset. * Optie/accessoire.
Pagina 409 BESTUURDERSONDERSTEUNING Actieve parkeerhulp* WAARSCHUWING N.B. De actieve parkeerhulp (PAP ) helpt u bij het PAP is een systeem voor aanvullende PAP meet de ruimte en stuurt de auto – aan • in- en uitparkeren. bestuurdersondersteuning om de u de taak om: bestuurder te ontlasten en de rijveiligheid PAP controleert eerst of een goed op de omgeving rond de auto te let-...
Pagina 410 BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeervarianten bij actieve Gerelateerde informatie Achteruit insteken parkeerhulp Actieve parkeerhulp* (p. 407) • Uitparkeren met actieve parkeerhulp De actieve parkeerhulp PAP is te gebruiken • (p. 412) bij de volgende parkeervarianten. Fileparkeren Principe voor (achteruit) insteken. Het PAP-systeem parkeert de auto aan de hand van de volgende stappen: 1.
Pagina 411 BESTUURDERSONDERSTEUNING Inparkeren met actieve parkeerhulp PAP is te activeren als na het starten van de Parkeervakken zoeken en meten motor aan de volgende criteria is voldaan: De functie is te activeren op De actieve parkeerhulp (PAP ) helpt u in drie het functiescherm van het mid- fasen bij het parkeren.
Pagina 412 BESTUURDERSONDERSTEUNING N.B. PAP zoekt een geschikte ruimte om te parke- ren, geeft instructies en parkeert de auto aan de passagierskant in. Desgewenst kunt u de auto ook aan de bestuurderszijde van de straat parkeren: Schakel de richtingaanwijzers aan de • bestuurderszijde in, waarna het systeem een geschikte parkeerplek aan deze kant van de straat zoekt.
Pagina 413 BESTUURDERSONDERSTEUNING kunt beoordelen of de auto goed geparkeerd N.B. staat. Houd uw handen weg van het stuurwiel • als de PAP-functie is geactiveerd. BELANGRIJK Let erop dat het stuurwiel niet door iets • De waarschuwingsafstand is korter, wanneer wordt gehinderd en vrij kan draaien. de sensoren worden gebruikt door PAP dan Wacht voor het beste resultaat totdat het •...
Pagina 414 BESTUURDERSONDERSTEUNING Uitparkeren met actieve Beperkingen van de Actieve het stuur terugdraaien tot de maximale stuuruit- parkeerhulp parkeerhulp* slag om uit het parkeervak te kunnen rijden. Uitparkeren De functie kan u helpen om een Als PAP oordeelt dat u zonder extra manoeuvres De actieve parkeerhulp PAP is niet in staat parkeervak uit te rijden.
Pagina 415 BESTUURDERSONDERSTEUNING Als bestuurder dient u rekening te houden met WAARSCHUWING BELANGRIJK de volgende beperkingen van de actieve parkeer- PAP is een systeem voor aanvullende Onder bepaalde omstandigheden kan PAP • hulp: bestuurdersondersteuning om de geen parkeerplaatsen vinden - een reden kan Parkeren afbreken bestuurder te ontlasten, maar het sys- zijn dat de sensoren worden verstoord door...
Pagina 416 Informeer bij een werkplaats – geadviseerd In smalle straten zijn niet altijd parkeervakken wordt een erkende Volvo-werkplaats. • te vinden, omdat er mogelijk te weinig ruimte voor manoeuvreren is.
Pagina 417 -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Actieve parkeerhulp* (p. 407) • Park Assist Pilot...
Pagina 419 STARTEN EN RIJDEN...
Pagina 420 STARTEN EN RIJDEN Motor starten met ondersteuning voor starten zonder sleutel (passief startsysteem). De auto is te starten met de startknop naast het stuurwiel wanneer de transpondersleutel zich in Om de auto te starten: de passagiersruimte bevindt. 1. Controleer of de transpondersleutel in de auto aanwezig is.
Pagina 421 STARTEN EN RIJDEN Auto afzetten Stuurwiel verstellen (p. 186) • BELANGRIJK Starthulp met andere accu (p. 469) • U zet de auto af met de startknop naast het Als de motor na 3 pogingen niet gestart is, stuurwiel. Contactslotstand kiezen (p. 421) •...
Pagina 422 STARTEN EN RIJDEN Contactslotstanden Starthulp met andere accu (p. 469) • Niveau Functies Contactslotstand kiezen (p. 421) • Het elektrische systeem van de auto is in ver- Kilometerteller, klok en tempera- • schillende standen te zetten voor gebruik van tuurmeter worden verlicht verschillende autosystemen.
Pagina 423 STARTEN EN RIJDEN Contactslotstand kiezen Niveau Functies Niveau Functies Het elektrische systeem van de auto is in ver- Panoramadak, elektrisch bedien- De koplampen worden ontsto- • • schillende standen te zetten voor gebruik van bare ruiten, 12V-aansluitingen in ken. verschillende autosystemen. passagiersruimte, Bluetooth, Waarschuwings-/controlelamp- •...
Pagina 424 Gerelateerde informatie De auto heeft een interface voor elektrische aan- Motor starten (p. 418) • sluiting van de door Volvo goedgekeurde alcohol- Auto afzetten (p. 419) • slotmerken en -modellen. De interface maakt het eenvoudig om een alcoholslot aan te sluiten en Contactslotstanden (p.
Pagina 425 STARTEN EN RIJDEN Alvorens een motor met alcoholslot Alcoholslot* omzeilen Gerelateerde informatie te starten Alcoholslot* (p. 422) • In noodsituaties of als het alcoholslot defect is, kunt u het alcoholslot omzeilen om toch in de De blaasunit wordt automatisch geactiveerd en Alvorens een motor met alcoholslot te star- •...
Pagina 426 STARTEN EN RIJDEN Remsystemen Rempedaal City Safety™ (p. 340) • De remmen van de auto worden gebruikt om Afdalingsremregeling* (p. 451) Het rempedaal is onderdeel van het remsys- • snelheid te minderen of om te voorkomen dat teem. een geparkeerde auto wegrolt. De auto is uitgerust met twee remkringen.
Pagina 427 De test is waar- remsysteem te laten controleren – gead- niveau waarop het ABS-systeem ingrijpt. De neembaar in de vorm van trillingen in het rempe- viseerd wordt een erkende Volvo-werk- regeling wordt uitgeschakeld, wanneer u de druk daal. plaats.
Pagina 428 Volvo raadt aan uitsluitend rem- voordat u opnieuw de weg op gaat. blokken te monteren die voor uw Volvo zijn goed- Gerelateerde informatie gekeurd. Rempedaal (p. 424) •...
Pagina 429 STARTEN EN RIJDEN Parkeerrem Parkeerrem activeren en Gerelateerde informatie deactiveren Parkeerrem activeren en deactiveren • De parkeerrem voorkomt met behulp van mecha- (p. 427) nische blokkering/vergrendeling van twee wielen Gebruik de parkeerrem om te voorkomen dat dat een stilstaande auto kan wegrollen. Op een helling parkeren (p.
Pagina 430 STARTEN EN RIJDEN 3. Start de motor. Symbool op bestuurdersdisplay N.B. 4. Bij een automatische versnellingsbak: Symbool Betekenis Bij activeren van de noodrem bij hogere snel- heden klinkt er tijdens het remmen een sig- Kies de schakelstand D of R en geef gas. Het symbool brandt wanneer de naal.
Pagina 431 Bij een storing in de parkeerrem activering van de parkeerrem Maak altijd gebruik van de parkeerrem bij het Neem contact op met een erkende Volvo-werk- Geef aan of de parkeerrem automatisch moet parkeren op een helling. plaats als het na meerdere pogingen niet lukt om worden geactiveerd bij uitschakeling van de de parkeerrem te activeren of te deactiveren.
Pagina 432 (p. 427) (p. 431) zeker van te zijn dat de auto helemaal stil- Startaccu (p. 617) • staat. Serviceprogramma van Volvo (p. 598) • De parkeerrem wordt geactiveerd als: de auto wordt afgezet • het bestuurdersportier wordt geopend •...
Pagina 433 STARTEN EN RIJDEN Automatische rem bij stilstand Hulp tijdens het wegrijden op een Het systeem blijft uitgeschakeld, totdat u het • activeren en deactiveren helling weer activeert. Bij uitschakeling van het systeem blijft de De automatische rem bij stilstand is te activeren •...
Pagina 434 STARTEN EN RIJDEN Automatisch remmen na een Versnellingsbak Gerelateerde informatie aanrijding Rear Collision Warning (p. 354) • De versnellingsbak is een onderdeel van de aan- Bij een aanrijding waarbij het activeringsniveau drijflijn (krachtoverbrenging) tussen motor en BLIS* (p. 355) • voor pyrotechnische gordelspanners of airbags aandrijfwielen.
Pagina 435 STARTEN EN RIJDEN Handgeschakelde versnellingsbak Symbolen op het bestuurdersdisplay Volg het schakelpatroon op de schakelhen- • del en begin in de neutrale stand. Druk de Bij een eventuele storing in de versnellingsbak Bij een handgeschakelde versnellingsbak kiest u schakelhendel vervolgens naar stand R. verschijnen op het bestuurdersdisplay een sym- zelf een geschikte versnelling op basis van de bool en een melding.
Pagina 436 STARTEN EN RIJDEN Schakelstanden van een Verander van schakelstand door de veerbelaste WAARSCHUWING automatische versnellingsbak keuzehendel voor- of achteruit te duwen of, bij Gebruik bij het parkeren op een helling altijd handmatig schakelen, opzij. Bij een auto met een automatische versnellings- de parkeerrem.
Pagina 437 STARTEN EN RIJDEN Schakelen met stuurpaddles* naar de eerstvolgende hogere versnelling en Achteruitrijstand – R laat de hendel weer los. Kies de stand R om achteruit te rijden. De auto De stuurpaddles vormen een aanvulling op de moet stilstaan, wanneer u de achteruitrijstand Duw de keuzehendel naar links in de richting •...
Pagina 438 STARTEN EN RIJDEN Keuzehendelblokkering Wisselen Systeem uitschakelen U kunt als volgt schakelen: De keuzehendelblokkering voorkomt onbedoeld Handmatig uitschakelen in schakelstand D schakelen tussen schakelstanden bij een auto- Haal een van de paddles naar achteren – in Schakel de stuurpaddles uit door de rechter –...
Pagina 439 STARTEN EN RIJDEN Kickdownfunctie Gerelateerde informatie Gerelateerde informatie Schakelstanden van een automatische ver- Schakelstanden van een automatische ver- • • Gebruik de kickdown om zo snel mogelijk te snellingsbak (p. 434) snellingsbak (p. 434) accelereren zoals bij het inhalen. Als u het gaspedaal volledig intrapt (tot voorbij de normale volgasstand), schakelt de versnellings- bak automatisch terug naar een lagere versnel- ling.
Pagina 440 STARTEN EN RIJDEN Schakelindicator Vierwielaandrijving* geeft dat geadviseerd wordt om terug te schake- len. De schakelindicator op het bestuurdersdisplay Bij vierwielaandrijving, AWD (All Wheel Drive), geeft aan welke versnelling er ingeschakeld is in worden alle vier de wielen van de auto tegelijk de handmatige schakelstand en wanneer u voor aangedreven, wat de wegligging verbetert.
Pagina 441 STARTEN EN RIJDEN Rijmodi* veerd. De aanpassingen in deze stand zorgen In de rijmodus Off road zit er een kompas tussen ervoor dat de auto comfortabel aandoet, licht de snelheidsmeter en de toerenteller op het De gekozen rijmodus past de rijeigenschappen stuurt, soepel veert en dat de carrosserie mini- bestuurdersdisplay.
Pagina 442 STARTEN EN RIJDEN 3. Kies onder Presets een rijmodus als uit- INDIVIDUAL Comfort Dynamisch Deze stand biedt de mogelijkheid om uw gangspunt: • eigen rijinstellingen op te slaan. Instellingen die kunnen worden aangepast, Kies een van de rijmodi als uitgangspunt en pas zijn instellingen voor: de instellingen voor de rijeigenschappen geheel Bestuurdersscherm...
Pagina 443 STARTEN EN RIJDEN Rijmodus ECO Rijmodus* wijzigen 2. U kunt op twee manieren een rijmodus kie- zen: Kies de rijmodus die zich het beste leent voor de De rijmodus Eco optimaliseert de rijeigenschap- actuele rijomstandigheden. pen van de auto om zuiniger en milieuvriendelij- Tik direct op het touchscreen op een rij- •...
Pagina 444 STARTEN EN RIJDEN matisch losgekoppeld van de motor, die voor een de snelheid ligt buiten het interval van Cruisecontrol Eco Cruise • lager verbruik stationair gaat draaien. zo'n 65–140 km/h (40–87 mph). Bij gebruik van de cruisecontrol in de rijmodus Eco accelereert en decelereert de auto minder het hellingspercentage van een aflopende •...
Pagina 445 STARTEN EN RIJDEN Rijmodus ECO activeren en ECO-meter op bestuurdersdisplay Eco-klimaat deactiveren met functieknop In de rijmodus Eco wordt automatisch het Eco- klimaat voor de passagiersruimte geactiveerd om Er zit een functieknop voor de rijmodus Eco op het stroomverbruik te beperken. het functiescherm van het middendisplay, als de auto niet is voorzien van rijmodusknop op de N.B.
Pagina 446 STARTEN EN RIJDEN Start/Stop-systeem Rijden met Start/Stop-systeem In de rijmodus Eco of Comfort kan de motor automatisch stoppen voordat de auto helemaal Het Start/Stop-systeem zet de motor tijdelijk af Het Start/Stop-systeem zet de motor tijdelijk af, stilstaat. wanneer de auto stilstaat voor bijvoorbeeld ver- als de auto stilstaat en start hem vervolgens keerslichten of in een file en start de motor ver- weer als u uw weg vervolgt.
Pagina 447 STARTEN EN RIJDEN Bij een automatische versnellingsbak Symbolen op het bestuurdersdisplay Hulp tijdens het wegrijden op een helling • (p. 431) De melding READY verschijnt op de toeren- • Laat het rempedaal los. De motor start auto- • teller, wanneer het systeem beschikbaar is. Automatische rem bij stilstand (p.
Pagina 448 STARTEN EN RIJDEN Start/Stop-systeem tijdelijk Voorwaarden voor het Start/Stop- de temperatuur van de startaccu ligt onder of • uitschakelen systeem boven de toelaatbare grenswaarden. u maakt grote stuurbewegingen. Soms is het raadzaam om het Start/Stop-sys- Het Start/Stop-systeem werkt alleen, wanneer •...
Pagina 449 STARTEN EN RIJDEN Gerelateerde informatie Bij een automatische versnellingsbak: de ruiten beslaan door de hoge luchtvochtig- • heidsgraad in het interieur. Start/Stop-systeem (p. 444) • De bestuurder draagt geen gordel, de keuze- • de omstandigheden in de passagiersruimte • Rijden met Start/Stop-systeem (p. 444) hendel staat in stand P en het bestuurders- •...
Pagina 450 STARTEN EN RIJDEN Niveauregeling* en schokdemping Schokdemping (Four-C) optimaal comfort en wordt continu bijgeregeld op basis van de ondergrond, de mate van versnel- De schokdemping is afgestemd op de gekozen De niveauregeling en schokdemping van de auto ling/vertraging en de vraag of de auto op rechte rijmodus en de actuele rijsnelheid van de auto.
Pagina 451 Stop veilig Vering Er is een storing opgetreden. Als de melding tijdens het rijden verschijnt, neem dan contact op met een werkplaats Afremmen Auto te hoog Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • Rijmodi* (p. 439) * Optie/accessoire.
Pagina 452 STARTEN EN RIJDEN Lagesnelheidsregeling* Lagesnelheidsregeling* activeren en N.B. deactiveren met functieknop De lagesnelheidsregeling Low Speed Control Wanneer het LSC met HDC geactiveerd is, (LSC) biedt ondersteuning bij ritten in het terrein Er zit een functieknop voor de lagesnelheidsre- veranderen het gaspedaalgevoel en de Hill Descent Control en op een gladde ondergrond en verbetert de geling van...
Pagina 453 STARTEN EN RIJDEN Afdalingsremregeling* Gerelateerde informatie ongeacht het hellingspercentage en zonder dat u daarvoor het rempedaal hoeft te bedienen. Bij Lagesnelheidsregeling* (p. 450) • Afdalingsremregeling, Hill Descent Control activering van het systeem gaan de remlichten (HDC), is een systeem dat op lage snelheden Rijmodus* wijzigen (p.
Pagina 454 STARTEN EN RIJDEN Afdalingsremregeling* activeren en Gerelateerde informatie N.B. deactiveren met functieknop Afdalingsremregeling* (p. 451) • Wanneer het LSC met HDC geactiveerd is, Er zit een functieknop voor de afdalingsremrege- Rijmodus* wijzigen (p. 441) • veranderen het gaspedaalgevoel en de Hill Descent Control ling van op het functie-...
Pagina 455 STARTEN EN RIJDEN Zuinig rijden Laat de motor niet stationair warmdraaien, • WAARSCHUWING maar rijd direct na het starten weg met nor- Rijd zuinig en milieubewuster door rustig en met Zet de motor nooit af tijdens het rijden (zoals male belasting – een koude motor verbruikt vooruitziende blik te rijden én door uw rijstijl en op een aflopende helling), omdat daarbij meer brandstof dan een warme.
Pagina 456 STARTEN EN RIJDEN Voorbereidingen voor een lange rit Rijden tijdens de winter Rijden tijdens de winter (p. 454) • Zuinig rijden (p. 453) Voor aanvang van een autovakantie of een lan- • Bij rijden in de winter is het belangrijk om gere autorit is het belangrijk om de functies en bepaalde controles op de auto uit te voeren, Instellingen voor automodem (p.
Pagina 457 45 cm (17 inch) diep rijden. Wees Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of ijs extra voorzichtig als u door stromend water rijdt. adviseert Volvo u om de auto rondom van winter- banden te voorzien. Houd een lage snelheid aan tijdens het waden en breng de auto niet in het water tot stilstand.
Pagina 458 "Benzine" of "Dieselolie". Alleen vergrendeling en ontgrendeling via de transpondersleutel, het Keyless-systeem of via Volvo On Call is van invloed op de status van de tankvulklep. De aanduiding conform de CEN-norm EN16942 zit aan de binnenkant van de tankklep en uiterlijk eind 2018 ook op de desbetreffende brandstofpompen en vulpistolen bij tankstations in heel Europa.
Pagina 459 De vulpijp heeft twee Gebruik geen brandstof met een kwaliteit die afdekkingen die te openen zijn. Zorg dat u slechter is dan de kwaliteit die door Volvo wordt het mondstuk van het vulpistool langs de aanbevolen, omdat dit een negatief effect heeft beide afdekkingen hebt gestoken, voordat u op het motorvermogen en het brandstofverbruik.
Pagina 460 Een ethanolgehalte hoger dan E10 • Dit zijn de aanduidingen die gelden voor de hui- len brandstof vervallen de garanties van Volvo (maximaal 10 volumeprocent ethanol) dige standaardbrandstoffen in Europa. In een en evt. aanvullende serviceovereenkomsten.
Pagina 461 Gebruik geen toevoegingen die niet door • • Bij frequente ritten op lage snelheden of her- Volvo zijn aanbevolen. haalde koude starts bij lage temperaturen is mogelijk actieve regeneratie vereist. De regene- ratie van het roetfilter vindt automatisch plaats en Gerelateerde informatie duurt normaal 10-20 minuten.
Pagina 462 Dergelijke brandstoffen voldoen niet aan de hoog gehalte aan zwavel- of metaaldeeltjes. neemt af, als u de tank altijd goed gevuld houdt. kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan- leiding tot verhoogde vormen van slijtage en Aanduiding Houd tijdens het tanken het gebied rond de vul-...
Pagina 463 STARTEN EN RIJDEN Wanneer u de tank leegrijdt van een Roetfilter bagageruimte ligt. Let erop dat u de buis van de dieselmodel trechter goed in de vulpijp steekt. De vulpijp heeft Een dieselmodellen is uitgerust met een roetfilter twee afdekkingen die te openen zijn. Zorg dat u Na motoruitval door brandstofgebrek heeft het voor een effectievere uitlaatgasreiniging.
Pagina 464 STARTEN EN RIJDEN ®17 Uitlaatgasreiniging met AdBlue een storing verschijnt er een melding op het BELANGRIJK bestuurdersdisplay. AdBlue is een additief (toevoeging) dat de Als het filter helemaal vol deeltjes zit, kan het -katalysator gebruikt om bij een dieselmo- moeilijk zijn om de motor te starten en het fil- BELANGRIJK tor de uitstoot van schadelijke stoffen te beper- ter wordt onbruikbaar.
Pagina 465 STARTEN EN RIJDEN ®20 Gerelateerde informatie AdBlue hanteren Wat te doen bij morsen ® Spoel gemorste AdBlue op de grond, de auto of • AdBlue hanteren (p. 463) AdBlue bestaat voor het merendeel uit water op gelakte oppervlakken met een ruime hoeveel- ®...
Pagina 466 Controleer regelmatig het AdBlue-peil en vul bij als een melding voor een laag AdBlue-peil ver- schijnt op het bestuurdersdisplay. Tijdens het onderhoud aan de auto vult de Volvo- werkplaats AdBlue bij, maar afhankelijk van de rijstijl moet u mogelijk ook tussen de servicebeur- Status ten door bijvullen.
Pagina 467 STARTEN EN RIJDEN minder dan 10 % resteert wordt het uiteinde- 3. Vul AdBlue bij van de juiste kwaliteit lijk rood. Giet het reservoir niet te vol. De bij te vullen hoeveelheid AdBlue staat aangegeven in de Bijvullen Auto status Wanneer het AdBlue-peil te laag dreigt te worden, gaat een WAARSCHUWING...
Pagina 468 STARTEN EN RIJDEN Symbolen en meldingen voor ®23 AdBlue De uitlaatgasreiniging bewaakt voortdurend het peil, de kwaliteit en de dosering van AdBlue. Bij een storing verschijnt er een melding op het bestuurdersdisplay. Symbool Melding Betekenis AdBlue-niveau laag Het AdBlue-peil is laag zodat het reservoir moet worden bijgevuld. AdBlue-dosering Het systeem werkt niet naar behoren.
Pagina 469 • peilaanduiding. Startblokkering motor Het systeem werkt niet naar behoren. Bezoek een werkplaats voor een controle van de werking. Service AdBlue-systeem nodig voor herstart Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie ® • AdBlue controleren en bijvullen (p. 464) ®...
Pagina 470 STARTEN EN RIJDEN Oververhitting van motor en meer een waarschuwingssymbool gaat bran- Symbolen op het bestuurdersdisplay aandrijving den en op het bestuurdersdisplay de melding Symbool Betekenis Transmissie warm Ga langzamer rijden In bepaalde omstandigheden, bij zware belas- om temperatuur te verlagen Hoge motortemperatuur.
Pagina 471 STARTEN EN RIJDEN Overbelasting van de startaccu Starthulp met andere accu Gerelateerde informatie Startaccu (p. 617) • De elektrische functies van de auto belasten de Als de startaccu uitgeput is, kunt u de auto star- startaccu in verschillende mate. Laat het con- Contactslotstanden (p.
Pagina 472 STARTEN EN RIJDEN 4. Bevestig de ene klem van de rode startkabel 11. Start de motor in de auto met de uitgeputte WAARSCHUWING aan de pluspool (1) van de hulpaccu. accu. De startaccu kan het zeer explosieve • knalgas produceren. Eén enkele vonk, BELANGRIJK BELANGRIJK veroorzaakt door een onjuiste aansluiting...
Pagina 473 • hangen is. Er zijn verschillende trekhaakuitvoeringen ver- krijgbaar voor de auto – neem voor informatie contact op met een Volvo-dealer. BELANGRIJK Als de motor wordt afgezet, kan de constante accuspanning voor het aanhangercontact automatisch worden uitgeschakeld om de startaccu niet te ontladen.
Pagina 474 STARTEN EN RIJDEN In- en uitklapbare trekhaak* Afmetingen, bevestigingspunten in mm (inch) De in-/uitklapbare trekhaak is altijd gemakkelijk 939 (37) bereikbaar en eenvoudig uit of in te klappen als dat nodig is. In de ingeklapte stand is de trek- 72 (2,8) haak volledig onzichtbaar.
Pagina 475 STARTEN EN RIJDEN 1. Open de achterklep Druk de knop rechtsach- ter in de bagageruimte in en laat hem weer los – drukt u te lang, dan kan dat betekenen dat het inklappen niet start. > De trekhaak klapt automatisch uit in een onvergrendelde positie.
Pagina 476 STARTEN EN RIJDEN Rijden met aanhangwagen versnelling bij handmatig schakelen en pas uw snelheid aan. Bij ritten met een aanhangwagen moet u op Neem de geldende bepalingen in acht ten enkele dingen letten zoals de trekhaak, de aan- • aanzien van de toelaatbare snelheden en hangwagen en hoe u de aanhangwagen laadt.
Pagina 477 Gebruik houden (tenzij het maximaal toelaatbare gewicht 1. Trap het rempedaal in. een door Volvo goedgekeurde adapter. Zorg dat wordt overschreden). Wanneer de auto stilstaat, 2. Kies de schakelstand D. de kabel niet over de grond sleept.
Pagina 478 STARTEN EN RIJDEN Aanhangwagenstabilisering* Werking van de bilisering dan niet kan bepalen of de slingering wordt veroorzaakt door de aanhangwagen of aanhangwagenstabilisering De aanhangwagenstabilisering (TSA ) heeft tot door uzelf. De aanhangwagenstabilisering houdt continu de taak een auto met aanhangwagen te stabiliseren bewegingen van de auto in de gaten en in het Wanneer de aanhangwagen- wanneer de combinatie slingerneigingen ver-...
Pagina 479 STARTEN EN RIJDEN Aanhangwagenverlichting in dat geval neemt het mistachterlicht op de aan- 4. Kijk of alle lampen op de aanhangwagen ook controleren hangwagen de functie over. Controleer daarom in daadwerkelijk branden. deze gevallen bij activering van het mistachter- Controleer na het aankoppelen van een aan- 5.
Pagina 480 • Trekhaak* (p. 471) maximale veiligheid tijdens het rijden. De fietsdra- de gereduceerde bodemvrijheid • gers van Volvo zijn te verkrijgen bij erkende het gewijzigde remvermogen. • Volvo-dealers. Adviezen voor het vervoer van fietsen Volg nauwgezet de instructies op die bij de fiets- op een fietsdrager drager zijn geleverd.
Pagina 481 STARTEN EN RIJDEN Slepen Starten met hulpaccu WAARSCHUWING Probeer de motor niet aan te slepen. Gebruik een Bij het slepen wordt de auto met behulp van een De rem- en stuurbekrachtiging werken niet hulpaccu als de startaccu dusdanig ontladen is sleepkabel voortgetrokken door een ander voer- als de motor is uitgeschakeld.
Pagina 482 STARTEN EN RIJDEN Sleepoog monteren en demonteren Gebruik het sleepoog bij het slepen. Schroef het sleepoog vast in een draadbus achter een afdekking in de bumper, voor of achter. Sleepoog monteren Voor: Verwijder de afdekking – druk met één Achter: Verwijder de afdekking – druk met vinger op de markering.
Pagina 483 STARTEN EN RIJDEN Bergen 4. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag kan de auto beschadigd raken wanneer men naar binnen. deze met een sleepoog op het bergingsvoer- Bij het bergen wordt de auto met behulp van tuig probeert te trekken. een ander voertuig weggesleept.
Pagina 484 STARTEN EN RIJDEN ® HomeLink Knop 3 BELANGRIJK ®28 HomeLink is een programmeerbare afstands- Controlelampje Berg de auto altijd zo dat de wielen in de rij- bediening die in het elektrische systeem van de richting draaien. ® HomeLink wordt geleverd in een uitvoering die auto geïntegreerd is en tot drie verschillende ingebouwd is in de achteruitkijkspiegel.
Pagina 485 STARTEN EN RIJDEN ® HomeLink programmeren 1. Richt de afstandsbediening op de te pro- 3. Laat de knoppen pas los als het led-lampje ® niet meer langzaam (ca. 1 maal per seconde) grammeren HomeLink -knop en houd de ® Volg de instructies op om HomeLink te pro- maar snel knippert (ca.
Pagina 486 STARTEN EN RIJDEN Neem bij programmeringsproblemen contact op Houd de buitenste knoppen (1 en 3) op – ® ® met HomeLink via: www.HomeLink.com, HomeLink zo'n 10 seconden ingedrukt. www.youtube.com/HomeLinkGentex of bel > Wanneer het controlelampje niet meer 00 8000 466 354 65 (of het betaalnummer constant brandt, maar is gaan knipperen +49 6838 907 277) zijn de knoppen gereset en weer gereed...
Pagina 487 STARTEN EN RIJDEN ® Typegoedkeuring voor HomeLink gebruiken WAARSCHUWING ® HomeLink ® Zodra HomeLink geprogrammeerd is, vormt het ® • Als HomeLink wordt gebruikt om een een vervanging voor de afzonderlijke originele garagedeur of hek te bedienen, moet u Typegoedkeuring voor de EU afstandsbedieningen.
Pagina 488 STARTEN EN RIJDEN Kompas* Kompas* activeren en deactiveren Kompas kalibreren* In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld. spiegel zit een display waarop wordt aangege- spiegel zit een display waarop wordt aangege- Het kompas dient te worden gekalibreerd als u ven in welke richting de voorkant van de auto ven in welke richting de voorkant van de auto...
Pagina 489 STARTEN EN RIJDEN 7. Voor auto’s met elektrische voorruitver- warming*: Als bij activering van de elektri- sche voorruitverwarming het teken op het display verschijnt, kalibreer dan volgens punt 6 hierboven met de elektrische voorruitver- warming ingeschakeld. 8. Herhaal de bovenstaande procedure zo nodig.
Pagina 491 GELUID, MEDIA EN INTERNET...
Pagina 492 GELUID, MEDIA EN INTERNET Audio, media en internet Audio-instellingen dates te downloaden voor optimale functionaliteit, zie support.volvocars.com. Het audio- en mediasysteem bestaat uit een Het audiosysteem is vooraf ingesteld voor opti- mediaspeler en een radio. Het is ook mogelijk male geluidsweergave maar is ook naar wens Gerelateerde informatie een telefoon aan te sluiten via Bluetooth om aan te passen.
Pagina 493 GELUID, MEDIA EN INTERNET Geluidservaring* Premium Sound* (Harman Kardon) Gerelateerde informatie Equalizer – instelling voor equalizer. Geluidservaring* (p. 491) • • Geluidservaring is een app die toegang biedt tot aanvullende geluidsinstellingen. Balans – onderlinge balans tussen de luid- Mediaspeler (p. 501) •...
Pagina 494 GELUID, MEDIA EN INTERNET Apps Start een app door in het appscherm op het mid- dendisplay de desbetreffende app aan te klikken. Op het appscherm staan applicaties (apps) die toegang bieden tot bepaalde autofuncties. Gerelateerde informatie Apps downloaden (p. 493) •...
Pagina 495 GELUID, MEDIA EN INTERNET Apps downloaden Apps bijwerken 3. Druk op een bepaalde app om de lijst uit te vouwen en meer informatie over de app te Wanneer de auto een internetverbinding heeft, Wanneer de auto een internetverbinding heeft, is krijgen.
Pagina 496 GELUID, MEDIA EN INTERNET Apps verwijderen Radio Alle apps bijwerken 1. Open de app Download Center op het Wanneer de auto een internetverbinding heeft, is Het is mogelijk de radiofrequentiebanden voor appscherm. het mogelijk apps te verwijderen. AM, FM en digitale radio (DAB)* te beluisteren. Wanneer de auto een internetverbinding heeft is U kunt een app niet verwijderen, wanneer deze het ook mogelijk om webradio te beluisteren.
Pagina 497 GELUID, MEDIA EN INTERNET Radio starten Digitale radio* (p. 500) Van radioband en radiozender wisselen • • (p. 496) RDS-radio (p. 499) De radio is te starten vanuit het appscherm van • Radiofavorieten instellen (p. 497) het middendisplay. • Auto met actieve internetverbinding* •...
Pagina 498 GELUID, MEDIA EN INTERNET Van radioband en radiozender Radiokanaal zoeken 2. Kies weergave via Zenders Favorieten wisselen Genres Ensembles De radio maakt automatisch een kanaallijst met Hier volgen instructies voor het wisselen van fre- de best doorkomende radiokanalen binnen het 3.
Pagina 499 GELUID, MEDIA EN INTERNET Radiofavorieten instellen 3. Voer de zoekterm in. Van radioband en radiozender wisselen • (p. 496) > Naarmate u meer letters invoert wordt de U kunt een radiokanaal toevoegen aan de app zoekopdracht verfijnd. De treffers staan Radiofavorieten Stembediening radio en media (p.
Pagina 500 GELUID, MEDIA EN INTERNET Instellingen voor radio Bij het verwijderen van een favoriet wordt deze De functie Verkeersinformatie moet tege- eveneens verwijderd uit de lijst met favorieten van lijkertijd geactiveerd zijn. Er zijn diverse radiofuncties te activeren en de desbetreffende radioband. Nieuws : lopende mediaweergave onder- deactiveren.
Pagina 501 GELUID, MEDIA EN INTERNET RDS-radio Alarm : lopende mediaweergave onderbre- DAB* (digitale radio) ken en waarschuwingen voor calamiteiten en Service sorteren : aangeven hoe de kanalen • RDS (Radio Data System) zorgt ervoor dat de rampen doorgeven. De weergave van de moeten worden gesorteerd.
Pagina 502 GELUID, MEDIA EN INTERNET Digitale radio* uitzenden. Druk om eerder te onderbreken op DAB-subkanaal Secundaire componenten worden vaak aange- op de rechter stuurknoppenset of druk op Digitale radio (DAB ) is een systeem voor digi- duid als subkanalen. Dergelijke componenten zijn Annuleren op het middendisplay.
Pagina 503 GELUID, MEDIA EN INTERNET Schakelen tussen de radiobanden Mediaspeler Gerelateerde informatie FM en digitale radio* Media afspelen (p. 502) • De mediaspeler kan geluidsbestanden weerge- ven via op externe mediabronnen die zijn aange- Media regelen en van media wisselen Dankzij deze functie kan de digitale radio (DAB) •...
Pagina 504 GELUID, MEDIA EN INTERNET Media afspelen 4. Open de app Bluetooth vanuit het app- USB-stick scherm. 1. Plaats de USB-stick. De mediaspeler wordt bediend via het midden- > Het afspelen start. display. Veel functies zijn ook te bedienen vanaf 2. Open de app vanuit het appscherm.
Pagina 505 GELUID, MEDIA EN INTERNET Media regelen en van media Media regelen en van media wisselen • onder het middendisplay of op van de rech- wisselen (p. 503) ter stuurknoppenset. Eenheid aansluiten via USB-poort (p. 508) • De weergave van media is te regelen via stem- Van track/nummer wisselen - op de gewenste bediening, de stuurknoppenset of het midden- ®...
Pagina 506 GELUID, MEDIA EN INTERNET Media zoeken Vergelijkbaar - op de knop Gerelateerde informatie drukken om aan de hand van Mediaspeler (p. 501) • U kunt artiesten, componisten, tracks, albums, Gracenote naar soortgelijke video’s, luisterboeken, speellijsten en bij een Auto met actieve internetverbinding* •...
Pagina 507 GELUID, MEDIA EN INTERNET ® Video Gracenote Gerelateerde informatie Media afspelen (p. 502) • Videobestanden op apparaten die zijn aangeslo- Gracenote geeft bij het afspelen van muziek de Licentieovereenkomst voor audio en media ten op de USB-poort zijn via de mediaspeler uitvoerende artiesten, albums, tracks en eventu- •...
Pagina 508 GELUID, MEDIA EN INTERNET ® Video afspelen Instellingen voor video DivX weergeven Video's zijn af te spelen via de app op het U kunt de instellingen voor videoweergave wijzi- Om Video-on-Demand-films (VOD) in DivX-for- appscherm. gen, bijv. de te hanteren taal. maat te kunnen afspelen moet u deze DivX ®...
Pagina 509 GELUID, MEDIA EN INTERNET ® ® Media AUX/USB-poort Media via Bluetooth Eenheid aansluiten via Bluetooth ® Via de USB-poort is een externe audiobron zoals De mediaspeler in de auto is uitgerust met Verbind een Bluetooth -apparaat met de auto een iPod® of mp3-speler aan te sluiten op het Bluetooth en kan draadloos audiobestanden op om draadloos media af te spelen en een eventu- audiosysteem.
Pagina 510 GELUID, MEDIA EN INTERNET Eenheid aansluiten via USB-poort Technische specificaties voor USB- eenheden Via een van de USB-poorten in de auto is een ® Om de inhoud van USB-eenheden te kunnen externe audiobron zoals een iPod of mp3-spe- lezen moet de eenheid aan de volgende specifi- ler aan te sluiten op het audiosysteem.
Pagina 511 GELUID, MEDIA EN INTERNET Compatibele formaten voor media Technische specificaties voor USB-C- Formaat Bestandsextensie poort Voor het afspelen van media zijn de volgende .avi Aansluiting type C • bestandsformaten vereist. Versie 3.1 • AVI (DivX) .avi, .divx Audiobestanden Voeding 5 V •...
Pagina 512 GELUID, MEDIA EN INTERNET ® DivX Speciale functies Alternatieve ondertitels, DivX-gecertificeerde eenheden zijn getest op alternatieve audiotracks, Wanneer de auto een bepaalde snelheid bereikt, hoogkwalitatieve videoweergave van DivX weergave hervatten wordt er geen beeld weergegeven. Het geluid is (.divx, .avi). Wanneer het DivX-logo zichtbaar is, dan nog wel hoorbaar.
Pagina 513 GELUID, MEDIA EN INTERNET Tv* gebruiken Instellingen voor tv* Tv-gids U beschikt over een tv-gids met informatie over De tv is te starten vanuit het appscherm. Tik op U kunt bepaalde instellingen verrichten in het tv-programma's voor de komende 48 uur. hoofdscherm of tijdens het tv kijken op volledige de app en kies een zender.
Pagina 514 Apple CarPlay of voor het er soms toe leiden dat de verbinding tussen bron gebruiken. Gebruik Wi-Fi of de geïnte- gebruik door iemand anders. iPhone en de auto wegvalt. Let erop dat Volvo greerde automodem*. niet verantwoordelijk is voor de inhoud van Gerelateerde informatie CarPlay.
Pagina 515 GELUID, MEDIA EN INTERNET 4. Neem de voorwaarden door en druk vervol- 4. Tik op de gewenste app. 3. Haal de verbinding op de USB-poort los voor gens op Accepteren om een verbinding te het Apple-apparaat en sluit het apparaat >...
Pagina 516 GELUID, MEDIA EN INTERNET ® ® ® Instellingen voor Apple CarPlay Gerelateerde informatie Tips voor het gebruik van Apple ® ® ® • Apple CarPlay * (p. 512) CarPlay Instellingen voor een Apple-eenheid aangesloten ® ® met CarPlay • Apple CarPlay * gebruiken (p.
Pagina 517 Android Auto of de www.android.com/auto/. Zie Google Play voor functies of applicaties ervan. Wanneer u apps van derden. Let erop dat Volvo niet verant- Android Auto gebruikt, zet uw auto woordelijk is voor de inhoud van Android Auto.
Pagina 518 GELUID, MEDIA EN INTERNET Android Auto* gebruiken Gerelateerde informatie 3. Als u niet gekozen hebt voor automati- sche activering – open de app Android Android Auto* gebruiken (p. 516) • Android Auto Om de app te gebruiken moet de Auto vanuit het appscherm.
Pagina 519 GELUID, MEDIA EN INTERNET Tips voor het gebruik van Android Instellingen voor Android Auto* Gerelateerde informatie Auto* Android Auto* (p. 515) • Instellingen voor een telefoon die voor het eerst via Android Auto is verbonden. Android Auto* gebruiken (p. 516) Hier vindt u handige tips voor het gebruik van •...
Pagina 520 GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon Overzicht Telefoon automatisch verbinden met de auto • via Bluetooth (p. 520) Een telefoon met Bluetooth is draadloos aan te Telefoon handmatig verbinden met de auto sluiten op het geïntegreerde handsfreesysteem • via Bluetooth (p. 521) van de auto.
Pagina 521 GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon eerste keer verbinden met Alternatief 1 – telefoon zoeken vanuit N.B. de auto via Bluetooth de auto Bij sommige telefoons moet de berich- • 1. Maak de telefoon identificeerbaar/zichtbaar Verbind een telefoon met geactiveerde tenfunctie geactiveerd worden. via Bluetooth.
Pagina 522 GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon automatisch verbinden 5. In de auto verschijnt een pop-upvenster met compatibel met de auto. Zie met de auto via Bluetooth informatie over de verbinding. Bevestig de support.volvocars.com voor compatibiliteit. verbinding. Het is mogelijk om een telefoon automatisch via Gerelateerde informatie Bluetooth te verbinden.
Pagina 523 GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon handmatig verbinden met Internetverbinding voor de auto maken via Internetverbinding voor de auto maken via • • de auto via Bluetooth een telefoon met Bluetooth-verbinding een telefoon met Bluetooth-verbinding (p. 529) (p. 529) Het is mogelijk om een telefoon handmatig via Contactslotstanden (p.
Pagina 524 GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon met Bluetooth-verbinding Andere telefoon met Bluetooth- Bluetooth-eenheden verwijderen loskoppelen verbinding kiezen Apparaten zoals telefoons zijn te verwijderen van U kunt een telefoon met een actieve Bluetooth- U kunt een andere telefoon met Bluetooth-ver- de lijst met geregistreerde Bluetooth-eenheden. verbinding loskoppelen van de auto door binding kiezen.
Pagina 525 GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoonfuncties Het is ook mogelijk om te bellen via de gesprek- 2. Druk op om het gesprek te beëindigen. kenlijst in het appmenu, dat toegankelijk is via de Verwerking van gesprekken in de auto voor een Telefoonoproepen tijdens lopende rechter stuurknoppenset telefoon met Bluetooth-verbinding.
Pagina 526 Druk op het pictogram om de melding om het bericht te laten voorlezen. te laten voorlezen. Geldt alleen voor bepaalde markten. Neem voor meer informatie contact op met een Volvo-dealer. Alleen bepaalde telefoons kunnen berichten verzenden via de auto. Kijk voor de compatibiliteit op support.volvocars.com.
Pagina 527 GELUID, MEDIA EN INTERNET Instellingen voor tekstbericht Telefoonboekfuncties Reactie dicteren op bestuurdersdisplay Nadat een bericht is voorgelezen kunt u een Instellingen voor tekstbericht op aangesloten Wanneer een telefoon via Bluetooth is verbon- korte reactie dicteren als de auto een internetver- telefoon.
Pagina 528 GELUID, MEDIA EN INTERNET Instellingen voor telefoon Instellingen voor Bluetooth- Sorteren apparaten De lijst met contacten staat op alfabetische volg- Wanneer de telefoon verbonden is met de auto orde en speciale tekens en cijfers staan onder zijn de volgende instellingen te kiezen. Er zijn instellingen te verrichten voor apparaten .
Pagina 529 GELUID, MEDIA EN INTERNET Draadloze telefoonoplader* Draadloze telefoonoplader* Auto met actieve internetverbinding* • (p. 528) Onder het middendisplay zit een oplaadplaat Op de met rubber beklede plaat onder het mid- Telefoon eerste keer verbinden met de auto voor draadloze oplading van telefoons. dendisplay kunt u een telefoon opladen zonder •...
Pagina 530 GELUID, MEDIA EN INTERNET Auto met actieve Als de telefoon niet wordt opgeladen: N.B. internetverbinding* Controleer of er geen andere voorwerpen op • Bij gebruik van internet wordt data overge- de oplaadplaat liggen. Wanneer de auto een internetverbinding heeft bracht (dataverkeer) en dat kan kosten met Controleer of de telefoon ondersteuning kunt u bijvoorbeeld gebruikmaken van webradio •...
Pagina 531 Android-telefoons. Bij iPhone-telefoons via Wi-Fi of de automodem*. moet tevens de menupagina “internet sha- Techniek en veiligheid rond Wi-Fi (p. 534) • ring” geopend zijn totdat een internetverbin- Volvo ID (p. 30) • Gerelateerde informatie ding is gemaakt. Gebruiksvoorwaarden en gegevensuitwisse- •...
Pagina 532 GELUID, MEDIA EN INTERNET Internetverbinding voor de auto Geen internetverbinding of een slechte ver- auto is verbroken (zoals wanneer u de auto • maken via een telefoon (Wi-Fi) binding (p. 533) ergens parkeert tot de volgende keer dat u hem nodig hebt).
Pagina 533 Auto met actieve internetverbinding* (p. 528) • een andere verbindingsmethode. Wi-Fi-netwerk verwijderen (p. 534) Bij auto's met Volvo On Call* is het mogelijk een • internetverbinding te maken via de automodem 6. Geef de pincode van de simkaart aan. Geen internetverbinding of een slechte ver- •...
Pagina 534 Let erop dat dit tot hoge kosten kan leiden. Controleer uw roamingovereenkomst met betrekking tot dataverkeer in het buiten- land met uw netwerkprovider in uw eigen land. Pincode simkaart • Alleen auto's met Volvo On Call. Geldt niet wanneer de auto een internetverbinding via Wi-Fi heeft.
Pagina 535 GELUID, MEDIA EN INTERNET Geen internetverbinding of een De provider (simkaart) moet ondersteuning bie- N.B. slechte verbinding den voor tethering (delen van de internetverbin- Het activeren van Wi-Fi-hotspot kan tot ver- ding). Factoren die van invloed zijn op de internetver- dere kosten van uw provider leiden.
Pagina 536 GELUID, MEDIA EN INTERNET Wi-Fi-netwerk verwijderen Techniek en veiligheid rond Wi-Fi Telefoon herstarten Problemen met de internetverbinding zijn soms Niet gebruikte netwerken verwijderen. Mogelijke netwerktypes voor aansluiting. te verhelpen door de telefoon opnieuw op te star- 1. Druk op Instellingen in het hoofdscherm.
Pagina 537 Apps (p. 492) • N.B. Toestemming voor gegevensuitwisseling is te verstrekken via het instellingsmenu van het mid- Na een bezoek aan een Volvo-werkplaats dendisplay. moet u de gegevensuitwisseling mogelijk opnieuw inschakelen om weer gebruik te Gerelateerde informatie kunnen maken van connectiviteitsdiensten en Gegevensuitwisseling activeren en deactive- •...
Pagina 538 Hier volgen de teksten van de overeenkomsten tus- sen Volvo en producenten/ontwikkelaars. Een groot aantal van deze teksten is in het Engels. ® Dirac Unison ®...
Pagina 539 GELUID, MEDIA EN INTERNET stemt u ermee in op geen enkele wijze meer bevatten of dat het functioneren van de Grace- Licentieovereenkomst Gracenote ® gebruik te maken van de Gracenote-gegevens, note-software of Gracenote-servers ononderbro- Deze toepassing of dit apparaat bevat software de Gracenote-software en de Gracenote-servers.
Pagina 540 GELUID, MEDIA EN INTERNET material licensed to the University of California by INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS", American Telephone and Telegraph Co. or Unix ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, System Laboratories, Inc.
Pagina 541 GELUID, MEDIA EN INTERNET You have the right of acquisition, modification, of conditions and the following disclaimer in "Data Files") or Unicode software and any and distribution of the source code of the GPL/ the documentation and/or other materials associated documentation (the "Software") to LGPL software.
Pagina 542 GELUID, MEDIA EN INTERNET OR OTHER TORTIOUS ACTION, ARISING OUT Verklaring van overeenstemming OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THE DATA FILES OR SOFTWARE. Except as contained in this notice, the name of a copyright holder shall not be used in advertising or otherwise to promote the sale, use or other dealings in these Data Files or Software without prior written authorization of the copyright holder.
Pagina 543 GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio Brazilië: Este equipamento opera em caráter secundário isto e, náo tem direito a protecão contra interferéncia prejudicial, mesmo tipo, e não pode causar interferéncia a sistemas operando em caráter primário. Para consultas, visite: www.anatel.gov.br Producent: Mitsubishi Electric Corporation Sanda Works 2-3-33, Miwa, Sanda-city.
Pagina 544 GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio Kazach- stan: Modelnaam: NR-0V Producent: Mitsubishi Electric Corporation Exportland: Japan...
Pagina 545 GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio China: ■ 使用频率 2.4 - 2.4835 GHz ■ 等效全向辐射率(EIRP) 天线增益 10dBi 时 ≤100 mW 或≤20 dBm ① ■ 最大率谱密度天线增益 10dBi 时 ≤20 dBm / MHz(EIRP) ① ■ 载频容限 20 ppm ■ 帯外发射率(在 2.4-2.4835GHz 頻段以外) ≤-80 dBm / Hz (EIRP) ■...
Pagina 546 GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio B 급 기기 (가정용 방송통신기자재) Korea: 이 기기는 가정용(B 급) 전자파적합기기로서 주로 가정에서 사용하는 것을 적으로 하며, 든 지역에서 사용할 수 있습니다. 해당 무선설비는 전파혼신 가능성이 있으므로 인명안전과 관련된 서비스는 할 수 없습니다. Maleisië This device has been certified under the Communications &...
Pagina 547 GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio Mexico: 低功率電波輻射性電機管理辦法 Taiwan: 第十二條經型式認證合格之低功率射頻電機，非經許可，公司商號或使用者均不得擅自變更頻率加大功率或變更原設計之特性及功能第十四條低功率射頻電機之使用不得影響飛航安全及干擾合法通信；經發現有干擾現象時，應立停用，改善至無干擾時方得繼續使用前項合法通信，指依電信法規定作業之無線電通信低功率射頻電機須忍受合法通信或工業科學及醫療用電波輻射性電機設備之干擾 Gerelateerde informatie Audio, media en internet (p. 490) • Auto met actieve internetverbinding* (p. 528) • Mediaspeler (p. 501) •...
Pagina 549 ECALL...
Pagina 550 Wegenhulp (p. 549) • alarmcentrale, die vervolgens de vereiste hulp- Voor auto's zonder Volvo On Call* geldt Pan- diensten sturen. European eCall, een wettelijke verplichting in Europa. Het systeem biedt toegang tot automati- Bij triggering van een van de veiligheidssystemen...
Pagina 551 ECALL Acute hulp via eCall Wegenhulp Druk in een noodsituatie op de SOS-knop om Hulp inroepen bij problemen met de auto via de ON CALL-knop op de plafondconsole. contact op te nemen met de dichtstbijzijnde alarmcentrale. Druk bij bijv. een lekke band, een lege brandstof- Als iemand onwel wordt of als de auto of de inzit- tank of een uitgeputte accu minstens tenden in bedreigende situaties belanden kunt u...
Pagina 552 ECALL Geldt voor bepaalde markten.
Pagina 553 WIELEN EN BANDEN...
Pagina 554 Aanbevolen banden der voor winterbanden. De laatste cijfers van de De auto wordt aangeleverd met originele Volvo- De banden moeten tijdens hun hele levens- • cijferreeks geven de week en het jaar van pro- banden met aan de zijkant het opschrift VOL duur dezelfde rotatierichting hebben.
Pagina 555 (p. 587) opnieuw. Volvo zijn aangegeven om te voldoen aan strenge eisen als het gaat om stabiliteit Volvo adviseert u contact op te nemen met een en rijeigenschappen. Niet-goedgekeurde erkende Volvo-werkplaats, als u niet zeker bent combinaties van velg- en bandenmaten van de profieldiepte.
Pagina 556 WIELEN EN BANDEN Maataanduiding voor banden Snelheidsklasse 270 km/h (168 mph) Elke band is berekend op een bepaalde maxi- Aanduidingen voor de afmetingen, lastindex en 300 km/h (186 mph) mumsnelheid. De snelheidsklasse, SS (Speed snelheidsklasse van de banden. Symbol), van de banden moet minimaal overeen- De typegoedkeuring van de auto geldt in combi- komen met de topsnelheid van de auto.
Pagina 557 WIELEN EN BANDEN Maataanduiding voor wielen De draairichting van de banden. N.B. Wiel- en velgmaten worden aangeduid zoals in Bij banden met een speciaal profiel dat alleen Let erop dat u hetzelfde type, dezelfde maat de onderstaande tabel. goed werkt wanneer de banden in een bepaalde en ook hetzelfde merk voor beide wielparen richting draaien, staat deze richting aangegeven hebt.
Pagina 558 WIELEN EN BANDEN Slijtage-indicator van banden Bandenspanning controleren Koude banden De bandenspanning moet worden gecontroleerd De slijtage-indicator geeft de status aan van de Een juiste bandenspanning is een hulpmiddel als de banden koud zijn. profieldiepte van de band. voor een betere rijstabiliteit, een lager brandstof- verbruik en banden die langer meegaan.
Pagina 559 WIELEN EN BANDEN Bandenspanning aanpassen Gerelateerde informatie 3. Plaats de ventieldop terug. Bandenspanning aanpassen (p. 557) • Dat de bandenspanning na verloop van tijd daalt N.B. Aanbevolen bandenspanning (p. 558) is normaal. Daarom moet u om de aanbevolen • bandenspanning te handhaven de bandenspan- Plaats na het oppompen van een band •...
Pagina 560 WIELEN EN BANDEN Aanbevolen bandenspanning Gerelateerde informatie N.B. Bandenspanning controleren (p. 556) • Op de sticker voor op de portierstijl aan de Als u een band te hard hebt opgepompt, kunt bestuurderszijde (tussen voor- en achterportier) Goedgekeurde bandenspanningswaarden • u lucht laten ontsnappen door op de metalen staat de juiste bandenspanning voor uw auto (p.
Pagina 561 WIELEN EN BANDEN Bandenspanningscontrolesysteem* tot stilstand te komen. Let erop dat TPMS geen Algemene informatie over vervanging is voor normaal bandenonderhoud. De bandenspanningscontrolesystemen Het bandenspanningscontrolesysteem waar- bestuurder dient de juiste bandenspanning te In de onderstaande informatie wordt het banden- schuwt u met een controlesymbool op het handhaven, óók als de grenswaarde voor een spanningscontrolesysteem aangeduid met de bestuurdersdisplay voor een te lage banden-...
Pagina 562 (p. 560) tierstijl aan bestuurderszijde voor de aanbe- de bandenspanning die Volvo adviseert. volen spanning voor originele banden. Als u wielen met een bandenmaat anders •...
Pagina 563 WIELEN EN BANDEN 5. Tik op TPMS 8. Rijd in de auto totdat de kalibratie voltooid is. N.B. Het kalibreren vindt plaats als de auto rijdt Vergeet niet om altijd het bandenspannings- op een snelheid van meer dan 35 km/h controlesysteem te kalibreren als u wielen (22 mph).
Pagina 564 WIELEN EN BANDEN Bandenspanningsstatus op het Maatregel bij een waarschuwing voor een • middendisplay* bekijken lage bandenspanning (p. 563) Bandenspanningscontrolesysteem* (p. 559) • Het bandenspanningscontrolesysteem biedt u de mogelijkheid om op het middendisplay de bandenspanningsstatus te bekijken. Status controleren 1. Open de app Auto status op het app- scherm.
Pagina 565 (p. 563) Het systeem kan plotselinge banden- • schade onmogelijk voorzien. Bandenspanningscontrolesysteem* (p. 559) • Autostatus (p. 600) • Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Indirect Tyre Pressure Monitoring System (ITPMS) * Optie/accessoire.
Pagina 566 • Neem bij montage van een andere bandenmaat tieset voor banden (p. 577) altijd contact op met een erkende Volvo-werk- plaats voor een update van de software. Bij mon- tage van een grotere of kleinere bandenmaat en ook bij het vervangen van zomerbanden door win- terbanden is mogelijk een update van de soft- ware vereist.
Pagina 567 Gebruik alleen velgen die getest en goedgekeurd model bestemd is. Als de auto vaker zijn door Volvo en deel uitmaken van de originele moet worden opgekrikt of voor langere accessoires van Volvo. tijd zoals bij het onderling roteren van de...
Pagina 568 WIELEN EN BANDEN Wielen demonteren Gerelateerde informatie WAARSCHUWING Wielen demonteren (p. 566) • Instructie voor het demonteren van wielen bij het Activeer de parkeerrem en zet de keuze- • Wiel monteren (p. 568) verwisselen van wielen. Het vervangen van wie- •...
Pagina 569 WIELEN EN BANDEN 1. Plaats een gevarendriehoek en schakel de 5. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag in 8. Bij het opnemen van de auto is het belangrijk alarmlichten in, als u een wiel moet verwisse- de wielsleutel* vast volgens de instructie. dat u de krik* of de dragerarmen onder de len langs een drukke weg.
Pagina 570 WIELEN EN BANDEN Wiel monteren 10. Breng de krik omhoog totdat deze goed zit WAARSCHUWING en contact maakt met het kriksteunpunt van Instructie voor het monteren van wielen bij het Activeer de parkeerrem en zet de keuze- • de auto. Controleer of de kop van de krik (of verwisselen van wielen.
Pagina 571 Als het reservewiel kapot mocht gaan is via de Volvo-dealer een nieuw te bestellen. Gerelateerde informatie Bij het verwisselen van wielen (p. 564) •...
Pagina 572 WIELEN EN BANDEN Reservewiel tevoorschijn halen WAARSCHUWING BELANGRIJK Neem voor het gebruik van het reservewiel de Rijd met een reservewiel op de auto nooit Er mag niet met de auto worden gereden met • volgende instructies in acht: sneller dan 80 km/h (50 mph). banden van verschillende maten of met een reserveband die niet bij de auto is meegele- 1.
Pagina 573 Informeer bij een Volvo-dealer naar de tingen zijn toegestaan. geschiktste velgen en banden. Volvo adviseert u om bij twijfel over het juiste type sneeuwketting contact op te nemen met Tips bij het monteren van winterbanden een erkende Volvo-werkplaats. Een verkeerde...
Pagina 574 én ken, zij het met de volgende beperkingen: bochten bij ritten met sneeuwkettingen. om de bandenspanning te controleren en zo Volvo raadt het gebruik van sneeuwket- • nodig aan te passen. Rijd niet op sneeuwvrije wegen, omdat de •...
Pagina 575 WIELEN EN BANDEN Noodreparatieset voor banden Bus met afdichtmiddel gebruiken Knop Dicht een lek met de noodreparatieset voor ban- den, Temporary Mobility Kit (TMK). Aansluiten Overzicht Uiterste gebruiksdatum van de bus met afdichtmiddel De bus met afdichtmiddel moet worden vervan- gen als de uiterste gebruiksdatum van de bus is verstreken (zie de sticker op de bus).
Pagina 576 Laat een eventuele spijker of iets dergelijks Huid: Was blootgestelde delen van de • een erkende Volvo-werkplaats. in de lekke band zitten. Het lek is zo beter af huid met zeep en water. Neem bij eventu- te dichten.
Pagina 577 Als de bandenspanning lager is dan 1,8 bar de auto naar een bandenwerkplaats te slepen. (22 psi), is het gat in de band te groot. Beëin- Geadviseerd wordt een erkende Volvo-ban- N.B. dig in dat geval de rit. Roep pechhulp onder- denwerkplaats.
Pagina 578 16. Lees de bandenspanning van de manometer Vervang de bus met afdichtmiddel na gebruik. te voorkomen dat restanten afdichtmiddel Volvo adviseert u de vervanging te laten uitvoeren weglekken. Leg de uitrusting in de bagage- door een erkende Volvo-werkplaats. Bij een spanning lager dan 1,3 bar •...
Pagina 579 WIELEN EN BANDEN Band oppompen met compressor 4. Schakel de compressor in door de knop in N.B. uit reparatieset voor banden stand I (aan) te zetten. De compressor is een elektrisch apparaat, De originele banden van de auto zijn op te pom- zodat u zich dient te houden aan de plaatse- BELANGRIJK pen met de compressor uit de noodreparatieset...
Pagina 581 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR...
Pagina 582 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Auto-interieur rugleuning van de voorstoel alsmede USB-poort* in de tunnelconsole. Overzicht van het auto-interieur en de opberg- mogelijkheden. WAARSCHUWING Voorstoel Bewaar losse voorwerpen, zoals een mobiele telefoon, camera, afstandsbediening voor extra uitrusting e.d., in het dashboardkastje of andere opbergruimten.
Pagina 583 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Tunnelconsole Stroomaansluitingen (p. 583) • WAARSCHUWING Klimaatregelingsbediening (p. 201) De tunnelconsole zit tussen de voorstoelen. • Bewaar losse voorwerpen, zoals een mobiele telefoon, camera, afstandsbediening voor extra uitrusting e.d., in het dashboardkastje of andere opbergruimten. Bij krachtig afremmen of een botsing kunnen deze anders inzitten- den verwonden.
Pagina 584 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Aansteker* gebruiken Asbak* legen Gerelateerde informatie Auto-interieur (p. 580) • De aansteker kan een aanvulling vormen op de Als de auto een aansteker heeft zit er een uit- 12V-aansluiting vóór in de tunnelconsole. neembare asbak in de tunnelconsole. Asbak* legen (p.
Pagina 585 Neem bij problemen met een stroomaansluiting of mobiele telefoons. contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Het elektrische systeem van de auto moet mini- maal in contactslotstand I staan, anders geven de Elektrische 12V-aansluiting aansluitingen geen stroom.
Pagina 586 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR N.B. WAARSCHUWING BELANGRIJK Let erop dat het gebruik van de elektrische Gebruik geen accessoires met grote of Het maximale vermogen is 120 W (10 A) per • aansluitingen bij een uitgeschakelde motor zware stekkers; ze kunnen de aansluiting aansluiting.
Pagina 587 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Dashboardkastje gebruiken Het dashboardkastje zit aan de passagierszijde. In het dashboardkastje kunt u bijvoorbeeld de gedrukte versie van de gebruikershandleiding en eventuele kaarten bewaren. Er is ook voorzien in een pen- en kaarthouder. Opbergplek voor de sleutel. De afbeelding is schema- De afbeelding is schematisch, zodat de vorm kan varië- tisch, zodat de vorm kan variëren.
Pagina 588 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Zonnekleppen Bagageruimte Koeling* dashboardkastje gebruiken U kunt de koeling van het dashboardkastje Aan het plafond voor de bestuurder en de voor- De auto heeft een flexibele bagageruimte waarin gebruiken om bijvoorbeeld dranken of etenswaar passagier zitten zonnekleppen die omlaag en u grote spullen kunt vervoeren en vastzetten.
Pagina 589 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Adviezen voor het vervoer van Let erop dat het WHIPS niet door voorwerpen WAARSCHUWING bagage mag worden gehinderd, als een of meer rugleu- Een los voorwerp van 20 kg (44 pound) kan ningen van de achterbank zijn omgeklapt. Er zijn enkele dingen waar u rekening mee moet zich bij een frontale botsing op een snelheid houden bij het inladen van de auto.
Pagina 590 Aan de zijkanten Dit om schade aan de auto te voorkomen en voor maximale veiligheid tijdens het rijden. De lastdra- gers van Volvo zijn te verkrijgen bij erkende Gerelateerde informatie Volvo-dealers. Adviezen voor het vervoer van bagage •...
Pagina 591 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Verankeringsogen Doorsteekluik in achterbank* Onder het vloerluik* Gebruik de verankeringsogen in de bagage- U kunt het luik in de rugleuning van de achter- ruimte om spanbanden aan te bevestigen. bank openen om lange en smalle voorwerpen te vervoeren, zoals ski's.
Pagina 592 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Laadvloer omhoogklappen Opvouwbare laadvloer* losnemen Gerelateerde informatie Adviezen voor het vervoer van bagage • De laadvloer is in omhooggeklapte stand vast te De opvouwbare laadvloer is los te nemen om (p. 587) zetten met behulp van de steunarm. bijv.
Pagina 593 3. Haal de druk van de borgveer, maar houd de Volvo adviseert u om de laadvloer niet van de laadvloer in de geheven stand vast. voorste scharnieren te halen. 5. Duw de laadvloer omlaag om deze weer in zijn bevestigingen te vergrendelen.
Pagina 594 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Bagagenet monteren en 2. Haak de ene bevestigingshaak van het net WAARSCHUWING demonteren* vast aan de voorste of achterste plafondbe- Lading in de bagageruimte moet goed wor- vestiging, met de sluiting van de spanbanden Het bagagenet voorkomt dat bagage in de baga- den vastgezet, ook met een correct gemon- naar u toe.
Pagina 595 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR 5. Span het bagagenet met de spanbanden. Bagagenet demonteren Het bagagenet is eenvoudig te demonteren en op te vouwen. 1. Verminder de spanning in het bagagenet door de knop in de sluiting van de spanband in te drukken en aan weerszijden iets van de spanbanden uit te voeren.
Pagina 596 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Hoedenplank van auto demonteren Hoedenplank opbergen Met in delen opvouwbare laadvloer: en opbergen De hoedenplank is te demonteren om meer ruimte in de bagageruimte te creëren. Hoedenplank demonteren De losgenomen hoedenplank is onder de laad- vloer op te bergen. Vouw de opvouwbare laadvloer naar voren Klap de laadvloer omhoog en zet deze in toe op, keer de hoedenplank om en leg deze...
Pagina 597 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Gevarendriehoek EHBO-set* De EHBO-set bevat materiaal voor het verlenen Gebruik de gevarendriehoek om medewegge- van eerste hulp. bruikers te waarschuwen, als u onderweg met pech stil komt te staan. Bewaar de EHBO-set achter de elastische band voor zover aanwezig.
Pagina 598 LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Gerelateerde informatie Bagageruimte (p. 586) • Alarmlichten (p. 151) •...
Pagina 599 ONDERHOUD EN SERVICE...
Pagina 600 Ser- netwerk voor beveiligde gegevensoverdracht plaatsnetwerk en -systeem. viceprogramma van Volvo op te volgen zoals die tussen uw auto en de werkplaats. Dit betekent omschreven staan in het Service- en garantie- eenvoudigere en effectievere werkplaatsbezoek- Gerelateerde informatie boekje van Volvo.
Pagina 601 ONDERHOUD EN SERVICE Download Center Systeemupdates hanteren via N.B. Download Center Meerdere systemen in de auto zijn bij te werken Het downloaden van data kan van invloed zijn vanaf het middendisplay bij een auto met inter- Via Download Center zijn systeemupdates te op andere diensten die gebruik maken van downloaden voor connectiviteits- en infotain- netverbinding...
Pagina 602 ONDERHOUD EN SERVICE Autostatus ® Afzonderlijk systeemsoftwareproduct • Uitlaatgasreiniging met AdBlue (p. 462) bijwerken Via het middendisplay is de algemene status van Kies Installeren voor het gewenste softwa- – de auto te bekijken en zijn ook serviceafspraken reproduct. te maken Softwaredownloads annuleren De app Auto status...
Pagina 603 Voordat de dienst te gebruiken is 3. Tik op Afspraak aanvragen verstuurd bevat autogegevens voor de werkplan- ning van de werkplaats. Registreer een Volvo ID en koppel deze aan • 4. Zorg ervoor dat u het juiste Volvo-id invult. de auto.
Pagina 604 (p. 108) 1. Open de app Auto status vanuit het app- identificatienummer van de auto (VIN • scherm op het middendisplay. Volvo ID (p. 30) • softwareversie van de auto • Auto met actieve internetverbinding* (p. 528) • 2. Tik op Afspraken diagnosegegevens van de auto.
Pagina 605 Auto opnemen N.B. Bij het opnemen van de auto is het belangrijk Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken dat u de krik of werkplaatskrik/garagekrik onder die bij de auto hoort. Volg bij gebruik van een de voorziene steunpunten in het onderstel van andere krik dan door Volvo geadviseerd de de auto aanbrengt.
Pagina 606 ONDERHOUD EN SERVICE De driehoeken op de kunststof afdekking geven aan waar de kriksteunpunten/hefpunten (rood gemarkeerd) zitten. Gerelateerde informatie Wielen demonteren (p. 566) • Krik* (p. 565) • * Optie/accessoire.
Pagina 607 Als het waarschuwingssymbool brandt of het waarschuwingssymbool klinkt, ook al is de kap goed dicht, ga dan naar een werkplaats - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- Trek aan de hendel bij de pedalen om de kap plaats. te openen vanuit de volledig gesloten positie.
Pagina 608 Storingen opsporen en verhelpen De airconditioning bevat een fluorescerend tra- ceermiddel. Bij zoeken naar lekken moet ultravio- let licht worden gebruikt. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Auto's met koudemiddel R134a Motorkap volledig gesloten. De afbeelding is schema- tisch, zodat er afhankelijk van het model afwijkingen mogelijk zijn.
Pagina 609 6 minuten na uitschakeling van de motor kan aanslaan of blijven draaien. Laat de motorreiniging altijd uitvoeren door een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Als de motor warm is, bestaat er brandgevaar. WAARSCHUWING Het ontstekingssysteem werkt met een zeer hoge en levensgevaarlijke spanning.
Pagina 610 Voor ritten onder ongunstige omstandig- en dat zowel bij het bijvullen als bij het verver- heden adviseert Volvo een olie van een hogere sen van olie. Een negatieve invloed op de kwaliteit dan de aangegeven.
Pagina 611 Service vereist , bezoek dan een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te hoog. 1. Open de app Auto status vanuit het app- scherm op het middendisplay.
Pagina 612 ONDERHOUD EN SERVICE Koelvloeistof bijvullen N.B. De koelvloeistof koelt de verbrandingsmotor af Als niet aan de gestelde voorwaarden voor tot de juiste bedrijfstemperatuur. De warmte die meting van het oliepeil is voldaan (verstreken de motor overdraagt op de koelvloeistof is te tijd na motoruitschakeling, hellingshoek van benutten voor verwarming van de passagiers- de auto, buitentemperatuur e.d.), zal de mel-...
Pagina 613 Gebruik kant-en-klare koelvloeistof vol- • voor een laagje op de reflector die dan kapot Halogeenkoplampen zijn niet beschikbaar voor gens de aanbevelingen van Volvo. Zorg er kan gaan. alle modellen en markten. Neem voor meer infor- bij gebruik van geconcentreerde koel-...
Pagina 614 De buitenverlichting van de auto omvat meer- (p. 615) dere verschillende lampen. Laat vervanging van een led -lamp over aan een werkplaats. Gead- Lampspecificaties (p. 616) • viseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Koplampen Remlicht – derde (led) Mistachterlicht Achterlicht (led) Richtingaanwijzer Dagrijlicht/stadslichten voor/achterlichten/...
Pagina 615 ONDERHOUD EN SERVICE Richtingaanwijzerlamp achter vervangen De lampen voor richtingaanwijzers zitten achter een paneel aan de zijkant van de bagageruimte. 3. Draai het verende boutje linksom los, duw de 4. Neem de grijze lamphouder los door deze clips aan de zijkanten naar binnen en linksom te draaien en naar buiten te trekken.
Pagina 616 ONDERHOUD EN SERVICE Remlichtlamp vervangen BELANGRIJK De remlichtlampen zitten achter een paneel aan Raak het glas van de gloeilampen nooit recht- de zijkant van de bagageruimte. streeks met uw vingers aan. Vet van uw vin- gers wordt door de warmte verdampt en zorgt voor een laagje op de reflector die dan kapot kan gaan.
Pagina 617 ONDERHOUD EN SERVICE Gloeilamp mistachterlicht Gerelateerde informatie 5. Plaats een nieuwe gloeilamp door deze in de vervangen houder te duwen en rechtsom te draaien. Positie buitenverlichting (p. 612) • Lampspecificaties (p. 616) Het mistachterlicht zit in de achterbumper aan 6. Zet de lamphouder vast door deze rechtsom •...
Pagina 618 Neem contact op met een werkplaats, als een van de andere lampen defect raakt Functie Type Richtingaanwijzers achter PY24W Remlichten H21W LL Mistachterlicht H21W LL Watt Gerelateerde informatie Positie buitenverlichting (p. 612) • Lampen vervangen (p. 611) • Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 619 Controleer of de kabels van de startaccu op • de motorruimte gebruikt. de juiste manier zijn aangesloten en stevig vastzitten. Bij opladen wordt zowel de startaccu als de hulp- accu opgeladen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 620 ONDERHOUD EN SERVICE Positie BELANGRIJK N.B. Bij het negeren van het volgende valt na aan- Als de startaccu vaak ontladen wordt, heeft sluiting van een externe startaccu of accula- dat een negatief effect op zijn levensduur. der de energiebesparingsfunctie voor het De levensduur van de startaccu hangt af van infotainmentsysteem mogelijk tijdelijk uit meerdere factoren, waaronder de rijomstan-...
Pagina 621 Capaciteit (Ah) Volgens EN-norm. Cold Cranking Amperes. Volvo adviseert om accu's altijd te laten vervan- gen door een erkende Volvo-werkplaats. BELANGRIJK Bij vervanging van de accu moet u erop letten dat u een accu van dezelfde afmetingen, met...
Pagina 622 De hulpaccu vergt doorgaans niet meer service dan de normale startaccu. Neem bij vragen of problemen contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De hulpaccu zit onder in de motorruimte. Ook afgebeeld is de startaccu (bovenaan).
Pagina 623 ONDERHOUD EN SERVICE Symbolen op de accu's N.B. 150×90×130 mm Afmetingen, l×b×h (5,9×3,5×5,1 inch) Op de accu's zitten symbolen die informatie ver- Als de startaccu dermate ontladen is dat de strekken en waarschuwen. elektrische standaardsystemen van de auto's Capaciteit (Ah) zijn uitgeschakeld en u start de motor vervol- Volgens EN-norm.
Pagina 624 Zekering vervangen (p. 623) N.B. betekent dit dat het bijbehorende onderdeel een • storing vertoont. Volvo adviseert u om dan voor Zekeringen in motorruimte (p. 624) • Een uitgediende start- of steunaccu moet op controle contact op te nemen met een erkende een milieuvriendelijke manier worden gerecy- Zekeringen onder linker voorstoel (p.
Pagina 625 WAARSCHUWING Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats voor de zekeringen die niet in de gebruikershandleiding worden genoemd. Als dat op een verkeerde manier gebeurt, kan dat ernstige schade aan de elektrische systemen veroorzaken.
Pagina 626 ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen in motorruimte De zekeringen in de motorruimte beschermen onder meer de motor- en remfuncties.
Pagina 627 NOx-sensor (diesel) Regeleenheid voor het inscha- Koelpomp voor EGR (diesel) 12V-aansluiting in kofferbak/ kelen/wijzigen van schakel- bagageruimte* Rechter koplamp standen van de automatische versnellingsbak Motorregeleenheid Linker koplamp Regeleenheid transmissie Bobines; bougies Airbags Motorregeleenheid Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 628 ONDERHOUD EN SERVICE Gerelateerde informatie Functie Ampère Functie Ampère Zekeringen en relais- en zekeringenhouders • Elektrisch bedienbare bestuur- (p. 622) dersstoel* Zekering vervangen (p. 623) • Claxon Sirene alarmsysteem* Voorruitwissers Regeleenheid voor remsys- teem (kleppen, parkeerrem) Regeleenheid voor remsys- teem (ABS-pomp) Brandstoffilterverwarming (diesel) Actuator voor transmissie...
Pagina 629 ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen onder linker voorstoel De zekeringen onder de linker voorstoel beschermen onder meer de elektrische aanslui- tingen, displays en portiermodules.
Pagina 630 Module voor multiband- trisch bedienbare stoelen*. Achterbankverwarming* antenne Ventilatormodule voor klimaat- Relaisspoelen regeling voorin Elektrische achterklepbedie- Detectiemodule schopbewe- ning* ging* (om de elektrisch Regeleenheid voor reductie bedienbare achterklep te ope- van stikstofoxiden (diesel) nen) Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 631 ONDERHOUD EN SERVICE Functie Ampère Functie Ampère Functie Ampère Regeleenheid Sensus Regeleenheid voor airbags en Koplampsproeiers* gordelspanners Tv* (bepaalde markten) Achterruitsproeier Achterruitwisser Diagnoseaansluiting OBDII Panoramadak met zonne- Alcoholslot scherm* Vergrendelmotor voor rugleu- Zonnesensor ning linksachter Interieurverlichting; auto-dim- Vergrendelmotor voor rugleu- functie achteruitkijkspiegel*;...
Pagina 632 ONDERHOUD EN SERVICE Gerelateerde informatie Zekeringen en relais- en zekeringenhouders • (p. 622) Zekering vervangen (p. 623) •...
Pagina 633 Gerelateerde informatie Middendisplay reinigen (p. 631) • Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autover- Vuil, vlekken en vettige vingerafdrukken kunnen zorgingsproducten die door Volvo geadviseerd Textielbekleding en hemelbekleding reinigen ertoe leiden dat het middendisplay minder goed • worden. Reinig het interieur regelmatig en (p.
Pagina 634 De microvezeldoek moet bij het schoonma- Leren bekleding reinigen (p. 634) • Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autover- ken van het middendisplay vrij van zand en zorgingsproducten die door Volvo geadviseerd Leren stuurwiel reinigen (p. 634) • vuil zijn. worden. Reinig het interieur regelmatig en Interieuronderdelen van kunststof, metaal en •...
Pagina 635 Veiligheidsgordels reinigen (p. 633) • in het bijzonder het textielreinigingsmiddel dat bij Haal de inlegmatten uit de auto om de vloerbe- erkende Volvo-dealers verkrijgbaar is. Zorg dat de kleding en de inlegmatten ieder apart schoon te Leren bekleding reinigen (p. 634) •...
Pagina 636 Leren stuurwiel Leren bekleding* met een lichte cirkelvormige beweging. De leren bekleding van Volvo is behandeld om de Leer moet kunnen ademen. Dek het leren stuur- bekleding in oorspronkelijke staat te bewaren. wiel nooit af met kunststof bescherming. Reinig 2.
Pagina 637 Met de hand wassen (p. 637) • tigde splitfiber- of microvezeldoeken geadviseerd, Automatische wasstraat (p. 638) • die verkrijgbaar zijn bij een erkende Volvo-werk- plaats. Hogedrukreinigers (p. 639) • Wisserbladen reinigen (p. 639) Krab of wrijf nooit over een vlek. Gebruik nooit •...
Pagina 638 Poets de lak eerst op en behandel deze Alleen lakbehandelingen uitvoeren die door • daarna met was in vloeibare of vaste vorm. Volvo geadviseerd worden. Andere behande- Volg de aanwijzingen op de verpakking lingen zoals lakconservering, verzegeling, nauwkeurig op. Veel preparaten bevatten bescherming, glansverzegeling e.d.
Pagina 639 Gebruik nooit was voor de rubberen lijs- • seerd een dergelijke verkleuring te laten her- ten rond het panoramadak. stellen door een erkende Volvo-werkplaats. BELANGRIJK Spoel de bodem van de auto af, met inbegrip • van de wielkasten en bumpers.
Pagina 640 N.B. 3. Rijd de wasstraat binnen. Volvo raadt het af om een nieuwe auto de 4. Deactiveer de functie "Automatische rem eerste maanden in een automatische was- bij stilstand" met de knop...
Pagina 641 ONDERHOUD EN SERVICE Hogedrukreinigers Wisserbladen reinigen Gerelateerde informatie Exterieur reinigen (p. 635) • Was de auto zodra deze vuil geworden is. De Was de auto zodra deze vuil geworden is. De Poetsen en in de was zetten (p. 636) auto is dan gemakkelijker te reinigen, omdat het auto is dan gemakkelijker te reinigen, omdat het •...
Pagina 642 3,5 en 11,5. onderdelen zoals glimmende strips, wordt geadvi- seerd het speciale reinigingsmiddel te gebruiken dat bij de Volvo-werkplaats verkrijgbaar is. Volg BELANGRIJK bij het gebruik van dit reinigingsmiddel de Waxen en polijsten van kunststof en rubber gebruiksvoorschriften nauwkeurig op.
Pagina 643 Gebruik alleen de velgreinigingsmiddelen die ring en schade aan de finish tegen te gaan. rende vloeistof op kwetsbare plaatsen. In het Volvo adviseert. chassis zijn de kwetsbare delen van de wielo- Sterke velgreinigingsmiddelen kunnen het opper- Gerelateerde informatie...
Pagina 644 ONDERHOUD EN SERVICE Autolak Geringe lakschade herstellen Kunststof en rubber sieronderdelen exterieur • reinigen (p. 640) De lak die uit meerdere lagen bestaat vormt een De lak vormt een belangrijk onderdeel van de Velgen reinigen (p. 641) • belangrijk onderdeel van de roestwering van de roestwering van de auto en moet daarom regel- auto en moet daarom regelmatig worden gecon- matig worden gecontroleerd.
Pagina 645 Afplaktape. Bijwerkpennen en spuitbussen zijn verkrijgbaar • bij de Volvo-dealer. Fijn schuurlinnen • Als de schade niet tot aan het metalen oppervlak N.B. (blanke plaat) reikt, kunt u de bijwerklak na reini- Als de steenslag niet tot het metalen opper- ging van het oppervlak direct aanbrengen.
Pagina 646 ONDERHOUD EN SERVICE Kleurcodes Wisserbladen achterruit vervangen Wisserbladen achterruit vervangen De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en Kleurcode achterruit. In combinatie met sproeiervloeistof De sticker voor kleurcode zit op de portierstijl reinigen ze de ruiten voor een goed zicht tijdens rechtsachter en wordt bij het openen van het het rijden.
Pagina 647 ONDERHOUD EN SERVICE Wisserblad voorruit vervangen 3. Druk het nieuwe wisserblad vast, u moet een Klap de wisserarm omhoog als deze in de klik horen. Controleer of het goed vastzit. servicestand staat. De servicestand is te acti- De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en veren/deactiveren via het functiescherm van achterruit.
Pagina 648 ONDERHOUD EN SERVICE Wisserbladen in servicestand sers niet zijn ingeschakeld. De servicestand is te N.B. activeren/deactiveren via het functiescherm op U moet de wisserbladen op de voorruit in Let er bij het vervangen van wisserbladen op het middendisplay: bepaalde gevallen in de servicestand (verticale dat ze een verschillende lengte hebben.
Pagina 649 ONDERHOUD EN SERVICE Vulopening voor sproeiervloeistof Gerelateerde informatie Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- len sproeiervloeistof – met antivries bij koud weer Regensensor gebruiken (p. 170) • Om de koplampen en de voor- en achterruit en temperaturen onder het vriespunt. Voorruit- en koplampsproeiers gebruiken schoon te houden wordt sproeiervloeistof •...
Pagina 650 ONDERHOUD EN SERVICE Geheugenfunctie van regensensor gebruiken • (p. 171) Achterruitwisser en -sproeier (p. 172) • Wisserbladen in servicestand (p. 646) • Wisserblad voorruit vervangen (p. 645) • Wisserbladen achterruit vervangen (p. 644) • Voorruitwissers gebruiken (p. 169) • Wisserbladen en sproeiervloeistof (p. 169) •...
Pagina 651 SPECIFICATIES...
Pagina 652 De afbeelding is schematisch – afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Wanneer u contact opneemt met uw erkende Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen of accessoires wilt bestellen, kan het handig zijn om de typeaanduiding, het chassisnummer en het...
Pagina 653 SPECIFICATIES Sticker voor typeaanduiding, chassisnummer, Sticker A/C-systeem voor auto's met het Sticker voor motorcode en serienummer van maximaal toelaatbaar gewicht, kleurcode voor koudemiddel R134a. de motor. lakwerk en typegoedkeuringsnummer. De sticker zit op de portierstijl en wordt bij het openen van het rechter achterportier zichtbaar.
Pagina 654 SPECIFICATIES N.B. De in de gebruikershandleiding afgebeelde stickers hoeven niet per definitie overeen te komen met de stickers die in of op uw auto aanwezig zijn. De afbeeldingen zijn alleen bedoeld om aan te geven hoe de stickers er in grote lijnen uitzien en waar ze ongeveer zit- ten.
Pagina 655 SPECIFICATIES Maten In de tabel ziet u de maten van de auto wat de lengte, hoogte en dergelijke betreft. Maten inch Maten inch Maten inch Laadlengte, 34,9 Laadbreedte, 1059 41,7 Bodemspeling vloer vloer Wielbasis 2702 106,4 1658 65,3 Breedte 1873 73,7 Hoogte Lengte...
Pagina 656 SPECIFICATIES Maten inch Breedte incl. 2034 80,1 buitenspiegels Breedte incl. 1910 75,2 ingeklapte bui- tenspiegels Bij rijklaar gewicht + 1 inzittende. /Varieert enigszins afhankelijk van de bandenmaat, chassisopties et cetera.) Inclusief antenne op het dak, bij rijklaar gewicht. Carrosseriebreedte Gerelateerde informatie Gewichten (p.
Pagina 657 SPECIFICATIES Gewichten N.B. Het maximale totaalgewicht staat aangegeven Het gedocumenteerde rijklare gewicht geldt op een sticker in de auto. voor een auto in de basisuitvoering, dus een auto zonder extra uitrusting of opties. Dat Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het houdt in dat voor elke optie die wordt toege- gewicht van de bestuurder, dat van de brandstof- voegd, de laadcapaciteit van de auto afneemt...
Pagina 658 SPECIFICATIES Trekgewichten en kogeldruk Max. gewicht geremde aanhangwagen De trekgewichten en de kogeldruk voor ritten N.B. met een aanhangwagen staan in de tabellen. Voor een aanhangwagen zwaarder dan 1800 kg wordt geadviseerd een trillingsdem- per op de trekhaak te gebruiken. Motor Versnellingsbak Max.
Pagina 659 SPECIFICATIES BELANGRIJK Bij ritten met een aanhanger achter de auto is het toegestaan het totale gewicht van de auto (inclusief het trekgewicht) tot 100 kg (220 lbs) te overschrijden, op voorwaarde dat er maximaal 100 km/h (62 mph) wordt gere- den.
Pagina 660 SPECIFICATIES Motorspecificaties N.B. De motorspecificaties (vermogen et cetera) voor Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle de verschillende motoralternatieven staan in de markten. onderstaande tabel. Motor Vermogen Vermogen Max. nominaal vermo- Max. nominaal vermo- Koppel Aantal cilin- Motorcode ders (kW bij omw/min) (pk bij omw/min) (Nm bij omw/min) (kW bij omw/min)
Pagina 661 SPECIFICATIES Specificaties van de motorolie De motoroliekwaliteit en de te hanteren hoeveel- heden voor de verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Volvo adviseert: Motor Oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode (liter, ca.) B3154T Castrol Edge Professional V 0W-20 of VCC RBS0-2AE 0W-20...
Pagina 662 SPECIFICATIES Gerelateerde informatie Typeaanduidingen (p. 650) • Ongunstige rijomstandigheden voor motor- • olie (p. 661) Motorolie controleren en bijvullen (p. 608) • Motorolie (p. 607) •...
Pagina 663 Volvo adviseert: aan de motor gerelateerde onderdelen beschadigd raken. Volvo Cars wijst garantie- aanspraken voor dit type schade af. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- werkplaats te laten verversen. Gerelateerde informatie Specificaties van de motorolie (p. 659) •...
Pagina 664 Handgeschakelde versnellingsbak Om slechtere koelprestaties, motorstoringen e.d. Voorgeschreven kwaliteit: Volvo Original of tegen te gaan dient u alleen een door Volvo Voorgeschreven versnellingsbakolie vloeistof van vergelijkbare kwaliteit die voldoet goedgekeurde koelvloeistof te gebruiken. aan DOT 4, DOT 5.1 en ISO 4925 klasse 6.
Pagina 665 SPECIFICATIES ®2 Brandstoftank – inhoud Specificaties van de airconditioning Bij te vullen hoeveelheid AdBlue De inhoud van de brandstoftank staat aangege- De klimaatregeling van de auto maakt, afhanke- De inhoud van het AdBlue-reservoir is zo'n 14,5 ven in de onderstaande tabel. lijk van de markt, gebruik van het freonvrije kou- liter.
Pagina 666 SPECIFICATIES Sticker voor R1234yf WAARSCHUWING Symbool Betekenis In de airco-installatie zit koudemiddel Onderhoud aan de mobiele airco R1234yf onder druk. Conform de SAE-norm (MAC) is voorbehouden aan een J2845 (“Technician Training for Safe Service bevoegd onderhoudsmonteur and Containment of Refrigerants Used in Mobile A/C System”) mogen service en repa- Brandbaar koudemiddel ratie aan het koudemiddelsysteem alleen wor-...
Pagina 667 SPECIFICATIES Brandstofverbruik en CO -uitstoot stadsverkeer handgeschakelde versnellingsbak Het brandstofverbruik van een auto wordt geme- snelwegrit automatische versnellingsbak ten in liter per 100 km en de CO -uitstoot in gram CO per km. combinatierit Uitleg N.B. Bandenklassen op basis van de rol- gram CO Als de gegevens over brandstofverbruik en weerstand conform de EU-richtlijn...
Pagina 668 SPECIFICATIES T5 AWD (B4204T14) D3 (D4204T16) D3 (D4204T16) D3 AWD (D4204T16) D3 AWD (D4204T16)
Pagina 669 SPECIFICATIES D4 AWD (D4204T12) De brandstofverbruiks- en emissiewaarden in de De brandstofkwaliteit, de weg- en verkeers- • EU-rijcycli bovenstaande tabel zijn gebaseerd op specifieke omstandigheden, de weersgesteldheid en de De officiële brandstofverbruikscijfers zijn geba- EU-rijcycli (zie onder), die gelden voor een auto staat van de auto.
Pagina 670 SPECIFICATIES Stadsverkeer – De meting begint met een • koude start van de motor. Het betreft hier een gesimuleerde rit. Snelwegrit – De auto moet optrekken en • afremmen bij snelheden van 0–120 km/h (0–75 mph). Het betreft hier een gesimu- leerde rit.
Pagina 671 ✓ D4 AWD (D4204T12) autom. 235/60 R17 en 235/55 R18 zijn niet goedgekeurde maten voor gebruik in combinatie met 18 inch remmen. Informeer bij de Volvo-dealer naar de uitrusting van uw auto. Gerelateerde informatie Maataanduiding voor banden (p. 554) •...
Pagina 672 SPECIFICATIES Minimaal toelaatbare lastindex en snelheidsklassen voor banden In de onderstaande tabel staan de minimaal toe- laatbare lastindex (LI) en snelheidsklasse (SS). Motor handb./ Minimaal toelaatbare lastindex (LI) Minimaal toelaatbare snelheidsklasse (SS) autom. B3154T handb. B4204T47 autom. T4 AWD B4204T47 autom.
Pagina 673 SPECIFICATIES Gerelateerde informatie Goedgekeurde wiel- en bandenmaten • (p. 669) Goedgekeurde bandenspanningswaarden • (p. 672) Typeaanduidingen (p. 650) • Maataanduiding voor banden (p. 554) • Maataanduiding voor wielen (p. 555) •...
Pagina 674 SPECIFICATIES Goedgekeurde N.B. bandenspanningswaarden Alle motoren, banden of combinaties daarvan De goedgekeurde bandenspanningen voor de zijn niet altijd beschikbaar op alle markten. verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Motor Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning Voor Achter Voor Achter Voor/achter (kPa)
Pagina 675 ALFABETISCH REGISTER ALFABETISCH REGISTER Klimaat inhalen 303, 304 1, 2, 3 ... ruggedeelten omklappen Radarsensor snelheid instellen 297, 299 Achterklep Storingzoeken elektrisch bediend van cruisecontrolfunctie wisselen openen/sluiten met schopbeweging volgtijd instellen 300, 301 van binnenuit ontgrendelen vergrendelen/ontgrendelen 233, 254 AdBlue Aandrijflijn Bijvullen Achterruit...
Pagina 676 ALFABETISCH REGISTER Airconditioning, vloeistof Autofuncties Automodem hoeveelheid en kwaliteit op middendisplay auto aansluiten op internet Instellingen alarm Autogordel, zie Veiligheidsgordel beperkt alarmniveau Auto opnemen Auto hold bewegings- en hellingsensoren Autostatus Automatische hervergrendeling 232, 253 deactiveren Bandenspanning Automatische rem Alarmlichten Autovakantie activeren en deactiveren Alcoholslot 422, 423...
Pagina 677 ALFABETISCH REGISTER maten Bedrijfsrem Boordcomputer 83, 84 monteren Beglazing Botsing, zie Aanrijding opbergen Behoud van klimaatcomfort Brandstof 457, 458, 460 profieldiepte start/uitschakelen aanduiding 458, 460 rotatie brandstofverbruik Bekleding 631, 632, 633, 634, 635 slijtage-indicator Brandstofdampen spanning benzine specificaties 669, 670, 672 Brandstofgebrek Benzineroetfilter Winterbanden...
Pagina 678 ALFABETISCH REGISTER ® Centrale vergrendeling tijdelijk deactiveren 291, 292 DivX uitschakelen City Safety bij kruisend verkeer Doorluchtfunctie CTA – Cross Traffic Alert 360, 361, 362, 364 City Safety bij uitblijven van een actieve uit- Doorsteekluik wijkmanoeuvre CZIP (Clean Zone Interior Package) Doorwaaddiepte City Safety™...
Pagina 679 ALFABETISCH REGISTER Elektrische aansluiting Foutmeldingen Gordelspanners gebruiken Adaptieve cruisecontrol Resetten zie Meldingen en symbolen 308, 324 Elektrische achterklepbediening Gordelwaarschuwing Foutmeldingen BLIS Elektrische parkeerrem Gracenote® FSC, milieulabel Elektrische stoelbediening Groot licht Elektrische verwarming Ruiten 209, 211 Stoelen en achterbank 203, 204 stuurwiel 205, 206 Gebruikershandleiding...
Pagina 680 76, 77 iTPMS - Indirect Tyre Pressure Monitoring Instrumentenoverzicht System auto met stuur links IAQS (Interior Air Quality System) auto met stuur rechts IC (Inflatable Curtain) Instrumentenpaneel ID, Volvo instellingen Identificatienummer IntelliSafe Kachel rijhulp hulpverwarming Immobilizer, startblokkering Standverwarming Elektronische startblokkering...
Pagina 681 ALFABETISCH REGISTER Kinderveiligheidszitje 62, 63, 65, 66 Klok, instellen Lampen Bovenste bevestigingspunten aanhanger Koelsysteem i-Size/ISOFIX-bevestigingspunten positie oververhitting onderste bevestigingspunten specificaties Koelvloeistof plaatsen/monteren 65, 66 vervangen Koelvloeistof, bijvullen plaatsingstabel Lane Keeping Aid (LKA) - Rijbaanassis- tabel voor i-Size Kompas tent 375, 377, 378, 380, 382 tabel voor ISOFIX kalibreren Lastdragers...
Pagina 682 ALFABETISCH REGISTER Milieu Motortemperatuur hoog Mistverlichting Maten achter Motor uitzetten Trekhaak Voor Max. dakbelasting Mobiele telefoon, zie Telefoon Mediaspeler 501, 502, 503 Motor compatibele bestandsformaten 508, 509 oververhitting spraakherkenning Start/Stop-functie bagageruimte Meldingen BLIS starten Niveauregeling uitschakelen Meldingen en symbolen schokdemping Adaptieve cruisecontrol Motor afzetten Noodremlichten...
Pagina 683 ALFABETISCH REGISTER Onderhoud Parkeerhulpcamera 396, 397, 399, 401, Privacybeleid voor klanten roestwering 404, 405, 406 Private locking Instellingen Ontdooien Activeren/deactiveren Parkeerklimaat Ontgrendelen Profieldiepte 556, 571 Symbolen en meldingen instellingen met sleutelblad Parkeerrem activeren en deactiveren Op afstand bediende startblokkering automatische activering Opbergmogelijkheden lage accuspanning Radareenheid...
Pagina 684 ALFABETISCH REGISTER Velgen Rijbaanassistent Rugleuning wasstraat 635, 637, 638, 639, 640, 641 bediening achterbank, omklappen stoel voorin, verstellen 176, 177, 180, 181 Remfuncties Rijbaanassistent - Lane Keeping Aid (LKA) 375, 377, 378, 380, 382 Ruitenwisser voor Remhulp Regensensor 170, 171 na een aanrijding Rijden koelsysteem...
Pagina 685 ALFABETISCH REGISTER Servicestand Spraakherkenning Startaccu 469, 617 Instellingen overbelasting Sfeerverlichting Klimaat Startblokkering Side Impact Protection System radio en media Starten met hulpaccu SIM-kaart Telefoon Steenslagplekken en krassen 642, 644 SIPS-airbag Sproeien voorruit Stembediening SIPS-airbag (Side Impact Protection Sys- Sproeier tem) Stickers Achterruit 172, 173...
Pagina 686 ALFABETISCH REGISTER Storingzoeken Symbolen en meldingen voor hulp bij een Toetsenbord 119, 123 Adaptieve cruisecontrol dreigende botsing taal wijzigen Stroombesparingsfunctie Systeemupdates Toetsensets op stuurwiel Stuurhulp bij botsgevaar 383, 384, 385, Totaalgewicht 386, 387, 388, 389 Traction Control Stuurhulp bij gevaar voor tegenliggerbot- Trailer Stability Assist 276, 476 sing...
Pagina 687 ALFABETISCH REGISTER Typeaanduidingen Velgen Bedieningselementen 142, 152, 154 Reinigen bochtverlichting Typegoedkeuring dagrijlicht radarsysteem Velgen reinigen Dimlicht radioapparatuur Ventilatie 196, 197 Follow Me Home-verlichting transpondersleutelsysteem Stoelen en achterbank gloeilampen, specificaties Ventilator Groot licht blaasmonden in interieur 152, 154 Luchtverdeling instellingen Regeling lampposities uitlaatgasreiniging Verankeringsogen...
Pagina 688 Wisserblad Lage oliedruk Vloeistoffen en oliën 662, 663 Servicestand parkeerrem ingeschakeld VOL-aanduiding vervangen 644, 645 startaccu wordt niet opgeladen Volvo ID Wisserbladen en sproeiervloeistof storing in remsysteem aanmaken en registreren Waarschuwing Wisserbladen reinigen Voorruit Waarschuwingssymbolen elektrische verwarming veiligheid Voorstoel - elektrisch bediend...
Pagina 689 ALFABETISCH REGISTER Zonnescherm inklembeveiliging panoramadak 164, 168 Zuinigheid Zuinig rijden 441, 453...
Pagina 690 ALFABETISCH REGISTER...

Volvo XC40 2018 Gebruikershandleiding

Quick Links

Gerelateerde Handleidingen voor Volvo XC40 2018

Samenvatting van Inhoud voor Volvo XC40 2018