BESTUURDERSONDERSTEUNING
||
Wijzig de opgeslagen snelheid door kort
–
op de stuurknoppen
drukken of door ze ingedrukt te houden.
Kort drukken: Iedere keer dat u de
•
knop indrukt past u de snelheid aan in
stappen van +/- 5 km/h (+/- 5 mph).
Knop indrukken en vasthouden: Laat
•
de knop los als de snelheidsindicator
(3) de gewenste snelheid aangeeft.
> De laatst verrichte aanpassing met de
knop wordt in het geheugen opgesla-
gen.
Invloed via het gaspedaal
Als de snelheid met het gaspedaal wordt ver-
hoogd voordat op de stuurknop
gedrukt, wordt de actuele rijsnelheid bij het
drukken op de knop opgeslagen, op voor-
waarde dat u bij het drukken op de knop uw
voet op het gaspedaal houdt.
Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal
zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instel-
ling ongewijzigd – de auto hervat de laatst
opgeslagen snelheid zodra u het gaspedaal
loslaat.
Mogelijke snelheid
Automatische versnellingsbak
De rijhulpsystemen kunnen voorliggers volgen
bij snelheden van stilstand tot 200 km/h
(125 mph).
346
Pilot Assist kan stuurhulp bieden bij snelheden
van om en nabij stilstand tot 140 km/h
(1) of
(2) te
(87 mph).
Let erop dat 30 km/h (20 mph) de instelbare
minimumsnelheid is – ook al kan het systeem
een voorligger volgen tot aan stilstand, is het
kiezen/opslaan van een lagere snelheid dan de
genoemde 30 km/h (20 mph) niet mogelijk.
Handgeschakelde versnellingsbak
De rijhulpsystemen kunnen voorliggers volgen
bij snelheden van 30 km/h (20 mph) tot
200 km/h (125 mph).
Pilot Assist kan stuurhulp bieden bij snelheden
van 30 km/h (20 mph) tot 140 km/h
(87 mph).
(1) wordt
30 km/h (20 mph) is de instelbare minimum-
snelheid – 200 km/h (125 mph) is de maxi-
mumsnelheid.
Gerelateerde informatie
Rijhulpsystemen (p. 284)
•
Snelheidsbegrenzer (p. 313)
•
Cruisecontrol (p. 320)
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 323)
•
Pilot Assist* (p. 332)
•
Tijdsverschil ten opzichte van
voorliggers instellen
Het is mogelijk om het tijdsverschil ten
opzichte van voorliggers in te stellen die de
functies adaptieve cruisecontrol*, Pilot
Assist* en afstandswaarschuwing* moeten
aanhouden.
U kunt verschillende tijdsver-
schillen ten opzichte van
voorliggers kiezen en deze
worden op het bestuurders-
display weergegeven met
1–5 horizontale streepjes –
hoe meer streepjes, hoe gro-
ter het tijdsverschil. Eén streepje komt over-
een met zo'n 1 seconde ten opzichte van de
voorligger en 5 streepjes komt overeen met
zo'n 3 seconden.
N.B.
Wanneer op het bestuurdersdisplay het
autosymbool met een stuur verschijnt,
volgt Pilot Assist een voorligger met het
gekozen tijdverschil.
Wanneer alleen het autosymbool ver-
schijnt, is er binnen een redelijke afstand
geen voorligger aanwezig.
* Optie/accessoire.