SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
Vergrendelingsindicatie
De alarmlichten knipperen bij vergrendeling
of ontgrendeling van de auto.
Indicatie exterieur
Vergrendeling
Bij vergrendeling knipperen de alarmlich-
•
ten van de auto eenmaal en daarnaast
worden de buitenspiegels ingeklapt
Ontgrendelen
Bij ontgrendeling knipperen de alarmlich-
•
ten van de auto tweemaal en daarnaast
worden de buitenspiegels uitgeklapt
Om aan te geven dat de auto vergrendeld is,
moeten alle portieren, de achterklep en de
motorkap dichtstaan. Als er wordt vergrendeld
terwijl alleen het bestuurdersportier dicht-
2
staat
, vindt er vergrendeling plaats maar de
alarmlichten geven pas aan dat er vergrende-
ling heeft plaatsgevonden nadat alle portieren,
de achterklep en de motorkap dichtstaan.
1
Alleen een auto met elektrisch inklapbare buitenspiegels.
2
Geldt niet voor auto's met passieve vergrendeling/ontgrendeling*.
234
Vergrendelings- en alarmindicatie op
het dashboard
1
.
1
.
De vergrendelings- en alarmindicatie laat de
status van het vergrendelingssysteem zien:
Eenmaal lang knipperen betekent dat er
•
wordt vergrendeld.
Snel knipperen betekent dat de auto is
•
vergrendeld.
Snel knipperen na uitschakeling van het
•
alarm* geeft aan dat het alarm is afge-
gaan.
Led in vergrendelingsknoppen
Voorportier
Vergrendelingsknoppen met led in voorportier.
Als de led in de desbetreffende vergrende-
lingsknop van de voorportieren brandt, bete-
kent dit dat alle portieren zijn vergrendeld. Als
er een portier wordt geopend, gaat het lampje
in beide portieren uit.
* Optie/accessoire.