STARTEN EN RIJDEN
Doorwaaddiepte
Doorwaden houdt in dat de auto door een
waterpartijen rijdt zoals op een ondergelopen
weggedeelte. Waden dient met de nodige
voorzichtigheid te gebeuren.
Let bij het doorwaden op het volgende om
schade aan de auto te voorkomen:
Het water mag niet hoger staan dan de
•
vloer van de auto. Controleer voor het
doorwaden zo mogelijk hoe hoog het
water staat op het diepste punt. Wees
extra voorzichtig als u door stromend
water rijdt.
Rijd niet sneller dan stapvoets.
•
Breng de auto niet in het water tot stil-
•
stand. Rijd de auto voorzichtig voor- of
achteruit uit het water.
Let erop dat golven veroorzaakt door tege-
•
moetkomend verkeer boven de vloer van
de auto uit kunnen komen.
Rijd niet door zout water (corrosiegevaar).
•
472
BELANGRIJK
Bepaalde auto-onderdelen (zoals motor,
versnellingsbak, aandrijving of elektrische
componenten) raken mogelijk beschadigd
bij het doorwaden op plekken waar het
water hoger staat dan de autovloer.
Schade aan een component veroorzaakt
door overstroming, hydrostatische vergren-
deling of oliegebrek valt niet onder de
garantie.
Probeer bij een motorstop in water niet
opnieuw te starten. Berg in plaats daarvan
de auto uit het water en vervoer deze met
een bergingsauto naar een werkplaats. Wij
adviseren een erkende Volvo-werkplaats.
Trap na het oversteken van de waterpartij
lichtjes op het rempedaal om te controleren of
de remwerking in orde is. Bij water en vuil op
de remblokken kunnen er vertragingen in de
remwerking optreden.
Maak een eventuele aansluiting voor de aan-
hangwagenkoppeling schoon na ritten in
water en modder.
Gerelateerde informatie
Bergen (p. 492)
•
Tankvulklep openen en sluiten
De tankvulklep is te ontgrendelen met een
knop op het instrumentenpaneel.
Op het bestuurdersdisplay
wordt met de pijl naast het
tanksymbool aangegeven aan
welke kant van de auto de
tankvulklep zit.