RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS
Voorruitwissers gebruiken
De voorruitwissers hebben tot taak om de
voorruit te reinigen. Met de rechter stuurhen-
del zijn verschillende instellingen voor de rui-
tenwissers mogelijk.
Rechter stuurhendel.
Het duimwiel is te gebruiken om de
gevoeligheid van de regensensor en de
wissnelheid in te stellen.
Enkele slag
Haal de hendel omlaag en laat deze
weer los om de wissers een enkele
wisslag te laten maken.
Voorruitwissers uitgeschakeld
Haal de hendel naar stand 0 om de
voorruitwissers uit te schakelen.
176
Intervalstand
Beweeg de hendel omhoog voor de
intervalstand van de wissers. Met het
duimwiel kunt u het aantal wisslagen per een-
heid van tijd instellen wanneer u de interval-
stand hebt geselecteerd.
Ononderbroken wissen
Haal de hendel omhoog om de wissers
op normale snelheid te laten wissen.
Haal de hendel nog eens omhoog om
de wissers op hoge snelheid te laten
wissen.
BELANGRIJK
Controleer voordat u de wissers activeert
of de wisserbladen niet zijn vastgevroren
en of eventuele sneeuw- en ijsresten op
voor- en achterruit zijn verwijderd.
BELANGRIJK
Gebruik voldoende sproeiervloeistof als de
wissers de voorruit schoonmaken. De voor-
ruit moet nat zijn als de ruitenwissers wer-
ken.
Gerelateerde informatie
Regensensor gebruiken (p. 177)
•
Voorruit- en koplampsproeiers gebruiken
•
(p. 178)
Automatische activering achterruitwisser
•
bij achteruitrijden (p. 180)
Wisserbladen en sproeiervloeistof (p. 175)
•
Geheugenfunctie van regensensor gebrui-
•
ken (p. 178)
Achterruitwisser en -sproeier (p. 179)
•
Vulopening voor sproeiervloeistof (p. 659)
•
Wisserbladen in de servicestand zetten
•
(p. 658)
Wisserblad voorruit vervangen (p. 657)
•
Wisserbladen achterruit vervangen
•
(p. 656)