VERLICHTING
Stadslichten voor/achterlichten
De stadslichten voor/achterlichten zijn te
gebruiken om zichtbaar te blijven voor mede-
weggebruikers als de auto stilstaat of gepar-
keerd staat. Stadslichten voor/achterlichten
zijn in te schakelen via de draairing van de
stuurhendel.
De draairing van de stuurhendel in de stand voor
stadslichten voor/achterlichten.
Zet de draairing in stand
ten voor/achterlichten gaan branden (ook de
kentekenverlichting wordt ingeschakeld).
Als het elektrische systeem van de auto in
contactslotstand II staat, brandt het dagrijlicht
in plaats van de stadslichten vóór. Wanneer de
draairing in deze stand staat, branden de
stadslichten voor en de achterlichten onge-
acht de contactslotstand van het elektrische
systeem van de auto.
150
Als u bij een ingeschakelde en stilstaande auto
de draairing vanuit een willekeurige andere
stand naar de stand voor de stadslichten voor/
achterlichten
lichten voor/achterlichten in plaats van andere
verlichting.
Wanneer u meer dan 30 seconden op een
snelheid van maximaal 10 km/h (zo'n 6 mph)
rijdt of als de rijsnelheid oploopt tot boven
10 km/h (zo'n 6 mph), gaat de dagrijverlich-
ting branden. U dient dan over te schakelen op
een andere stand dan
Als het buiten donker is en de achterklep
wordt geopend, gaan de achterlichten bran-
den (als ze al niet zijn ingeschakeld) om het
achteropkomende verkeer te waarschuwen.
Dat gebeurt altijd, ongeacht de stand van de
draairing of de contactslotstand van het elek-
trische systeem van de auto.
Gerelateerde informatie
– de stadslich-
Verlichtingsbediening (p. 148)
•
Contactslotstanden (p. 440)
•
draait, branden de stads-
.
Dagrijlicht
De auto heeft sensoren die de lichtomstan-
digheden rondom registreren. Wanneer de
draairing van de stuurhendel in stand
of
staat terwijl het elektrische
systeem van de auto in contactslotstand II
staat, brandt het dagrijlicht. In de stand
schakelen de koplampen automatisch over
op het dimlicht bij weinig daglicht of in het
donker.
De draairing van de stuurhendel in stand AUTO.
Wanneer de draairing van de stuurhendel in
stand
staat, brandt het dagrijlicht (DRL
wanneer de auto overdag rijdt. De auto scha-
kelt automatisch over van dagrijlicht op dim-
licht bij een zwakke verlichting overdag of in
het donker. Overschakeling op dimlicht vindt
ook automatisch plaats, als u de mistlampen
voor */mistachterlichten activeert.
,
1
)
* Optie/accessoire.