Download Print deze pagina

Volvo XC40 TWIN ENGINE 2019 Gebruikershandleiding pagina 345

Advertenties

Inhaalassistent*
De inhaalassistent kan u helpen bij het inha-
len van andere voertuigen. De functie is te
gebruiken in combinatie met de adaptieve
cruisecontrol* of de Pilot Assist*.
Als de adaptieve cruisecontrol of de Pilot
Assist een ander voertuig volgt en u geeft met
86
de richtingaanwijzer
te kennen dat u wilt
inhalen, dan helpen de systemen u door naar
de voorligger te accelereren voordat uw auto
de inhaalstrook heeft bereikt.
De functie vertraagt daarna de snelheidsverla-
ging om te vroeg afremmen te voorkomen als
de auto een langzamer voertuig nadert.
De functie is actief totdat u het ingehaalde
voertuig bent gepasseerd.
WAARSCHUWING
Let erop dat dit systeem mogelijk in meer
situaties wordt geactiveerd dan tijdens het
inhalen, zoals bij het gebruik van de rich-
tingaanwijzers om aan te geven dat u van
rijbaan wilt wisselen of wilt afslaan – de
auto accelereert dan kort.
86
Alleen bij gebruik van de linker richtingaanwijzers bij een auto met het stuur links of de rechter richtingaanwijzers bij een auto met het stuur rechts.
WAARSCHUWING
De functie is een systeem voor aanvul-
lende rijhulp om de bestuurder te ont-
lasten en de rijveiligheid te verhogen,
maar het systeem werkt niet in alle ver-
keers-, weers- en wegomstandighe-
den.
U wordt geadviseerd om alle paragra-
fen over het systeem in de gebruikers-
handleiding door te nemen en bijvoor-
beeld te lezen over de beperkingen die
u moet kennen voordat u het systeem
gebruikt.
De rijhulpsystemen ontslaan u niet van
de plicht om alert en adequaat te rea-
geren, zodat u de auto altijd op een vei-
lige manier moet blijven besturen, met
inachtneming van een passende snel-
heid en geschikte afstand tot andere
weggebruikers en met respect voor de
geldende verkeersregels en -bepalin-
gen.
Gerelateerde informatie
Rijhulpsystemen (p. 284)
Inhaalassistent gebruiken (p. 343)
Adaptieve cruisecontrol* (p. 323)
Pilot Assist* (p. 332)
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Inhaalassistent gebruiken
De inhaalassistent is te gebruiken in combi-
natie met de adaptieve cruisecontrol* of de
Pilot Assist*. Er gelden enkele voorwaarden
voor het gebruik van de inhaalassistent.
Om de inhaalassistent te kunnen activeren, is
het volgende vereist:
er is een voorligger (doelvoertuig) aanwe-
zig
de actuele snelheid van uw auto is mini-
maal 70 km/h (43 mph)
de opgeslagen snelheid is hoog genoeg
om veilig te kunnen inhalen.
Om de inhaalassistent te starten:
Activeer de richtingaanwijzer.
Gebruik de linker richtingaanwijzer bij een
auto met het stuur links of de rechter bij
een auto met het stuur rechts.
> De inhaalassistent wordt gestart.
}}
343
* Optie/accessoire.

Advertenties

loading