BESTUURDERSONDERSTEUNING
||
2. Druk op de stuurknop ◀ (1) of ▶ (3) om
naar een andere functie te gaan.
> De adaptieve cruisecontrol-markering
(4) en het symbool op het bestuurders-
display doven – de opgeslagen maxi-
mumsnelheid is daarmee gewist.
WAARSCHUWING
Wanneer de adaptieve cruisecontrol
•
stand-by staat moet u actief ingrijpen
en zelf de snelheid en afstand aanpas-
sen ten opzichte van voorliggers.
Wanneer de adaptieve cruisecontrol
•
stand-by staat en de auto een voorlig-
ger te dicht nadert, kunt u echter een
waarschuwing krijgen voor de te kleine
afstand van de afstandswaarschu-
wing*.
Gerelateerde informatie
Adaptieve cruisecontrol* (p. 323)
•
Adaptieve cruisecontrol* kiezen en active-
•
ren (p. 326)
Wisselen tussen cruisecontrol en adap-
•
tieve cruisecontrol* op het middendisplay
(p. 330)
Beperkingen van adaptieve cruisecontrol*
•
(p. 329)
64
Adaptive Cruise Control
65
Afhankelijk van de markt is dit een standaardfunctie of een optie.
328
Stand-bystand voor adaptieve
65
cruisecontrol*
De adaptieve cruisecontrol (ACC
den gedeactiveerd en in de stand-bystand
blijven. Dit kan gebeuren door actief ingrijpen
van u of automatisch.
De stand-bystand houdt in dat de functie
geselecteerd is op het bestuurdersdisplay,
maar niet is geactiveerd. De adaptieve cruise-
control regelt dan niet de snelheid of de
afstand ten opzichte van de voorligger.
Stand-by vanwege ingreep van
bestuurder
De adaptieve cruisecontrol wordt gedeacti-
veerd en in de stand-bystand gezet in één van
de volgende gevallen:
U bedient het rempedaal.
•
U zet de schakelhendel in stand N.
•
U houdt langer dan 1 minuut een hogere
•
snelheid aan dan ingesteld.
U bedient het koppelingspedaal langer
•
dan zo'n 1 minuut – geldt voor auto's met
een handgeschakelde versnellingsbak.
Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal
zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instel-
ling ongewijzigd – de auto hervat de laatst
opgeslagen snelheid zodra u het gaspedaal
loslaat.
66
) kan wor-
WAARSCHUWING
Wanneer de adaptieve cruisecontrol
•
stand-by staat moet u actief ingrijpen
en zelf de snelheid en afstand aanpas-
sen ten opzichte van voorliggers.
Wanneer de adaptieve cruisecontrol
•
stand-by staat en de auto een voorlig-
ger te dicht nadert, kunt u echter een
waarschuwing krijgen voor de te kleine
afstand van de afstandswaarschu-
wing*.
Automatische stand-bystand
WAARSCHUWING
Wanneer de auto automatisch stand-by
staat, wordt u gewaarschuwd met een
geluidssignaal en een melding op het
bestuurdersdisplay.
Als bestuurder moet u dan zelf de snel-
•
heid aanpassen, zo nodig remmen en
een veilige afstand houden tot voorlig-
gers.
* Optie/accessoire.