SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
||
Alarm uitschakelen en auto starten*
N.B.
Wanneer u het portier met het sleutelblad
ontgrendelt en vervolgens opent, gaat het
alarm af.
Positie back-uplezer in opbergvak.
Schakel het alarm uit door:
1.
Plaats de transpondersleutel op het sleu-
telsymbool in de back-uplezer, die in het
opbergvak van de tunnelconsole zit.
2. Druk op de startknop.
> Het alarmsignaal valt stil en het alarm
wordt uitgeschakeld.
248
Vergrendelen
U kunt de auto ook vergrendelen met het
afneembare sleutelblad van de transponder-
sleutel: bij stroomuitval bijvoorbeeld of als de
batterij in de transpondersleutel leeg is.
Het linker voorportier is te vergrendelen met
de bijbehorende slotcilinder en het afneem-
bare sleutelblad.
De overige portieren hebben geen slotcilin-
ders, maar zijn voorzien van een vergrendeling
op de zijkant van het portier die moet worden
ingedrukt met het sleutelblad, waarna het por-
tier mechanisch is vergrendeld en niet meer
van de buitenzijde kan worden geopend.
De portieren zijn echter nog steeds vanaf de
binnenzijde te openen.
Portier handmatig vergrendelen. Niet te verwarren
met het kinderslot.
Verwijder het afneembare sleutelblad uit
–
de transpondersleutel. Steek het sleutel-
blad in de vergrendelopening en druk de
sleutel er helemaal in, ca. 12 mm (0,5
inch).
Het portier is zowel vanaf de buitenzijde
als vanaf de binnenzijde te openen.
Het portier is niet vanaf de buitenzijde te
openen. Om terug te keren naar stand A
moet de binnengreep van het portier wor-
den geopend.
De portieren zijn ook te ontgrendelen met de
ontgrendelingsknop op de transpondersleutel
of de knop voor centrale vergrendeling op het
bestuurdersportier.
N.B.
De vergrendeling van een portier dient
•
alleen om het desbetreffende portier te
vergrendelen – dus niet alle portieren.
Een handmatig vergrendeld achterpor-
•
tier waarvan ook het mechanische kin-
derslot geactiveerd is, kan niet van de
binnenzijde noch van de buitenzijde
worden geopend. Een achterportier
dat op die manier is vergrendeld, kan
alleen worden ontgrendeld met een
transpondersleutel, met de knop van
de centrale vergrendeling of via Volvo
On Call*.
* Optie/accessoire.