WAARSCHUWING
Let erop dat kinderen of andere inzittenden
niet bekneld raken, wanneer u alle ruiten
tegelijkertijd sluit via de transpondersleutel
of de functie passief openen* met de por-
tiergreep.
BELANGRIJK
Controleer of het panoramadak bij sluiten
goed vergrendelt.
Het dak komt tot stilstand, als u bij handma-
tige bediening de bedieningsknop loslaat of
als het glas de comfortstand
4
heeft bereikt of
maximaal geopend of gesloten is. De bewe-
ging van het panoramadak en het zonne-
scherm wordt eveneens onderbroken, als u
een tegengesteld commando geeft met de
bedieningsknop aan het plafond.
Het panoramadak en het zonnescherm zijn
ook voorzien van een inklembeveiliging. Bij
problemen met de inklembeveiliging kunt u
een resetprocedure proberen.
4
De comfortstand is een stand waarbij het dak zover geopend is dat rijwind- en resonantiegeluiden op een aangenaam laag niveau liggen.
N.B.
Bij handmatige opening is het panorama-
dak pas te openen, wanneer het zonne-
scherm volledig geopend is. Bij de omge-
keerde procedure moet het panoramadak
eerst volledig dichtstaan, voordat het zon-
nescherm helemaal kan worden gesloten.
N.B.
De ruiten zijn bij lage temperaturen moge-
lijk niet te bedienen.
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS
Openen en sluiten, ventilatiestand
Ventilatiestand, achterkant verticaal opengekanteld.
Open het dak door de bedieningsknop
eenmaal omhoog te duwen.
Sluit het dak door de bedieningsknop een-
maal omlaag te duwen.
Bij activering van de ventilatiestand wordt het
voorste glassegment aan de achterzijde open-
gekanteld. Als het zonnescherm helemaal
dichtstaat bij activering van de ventilatiestand,
wordt het automatisch zo'n 50 mm (2 inch)
geopend.
Het zonnescherm beweegt automatisch mee,
als u het panoramadak vanuit de ventilatie-
stand sluit.
}}
173
* Optie/accessoire.