Registrazione di immagini
Transizioni senza stacchi
È possibile ottenere transizioni senza stacchi
tra l'ultima scena registrata e la successiva
fintanto che non si estrae la cassetta, anche se
si spegne la videocamera. Se si utilizza un
nastro con memoria cassetta, è però possibile
ottenere una transizione senza stacchi anche
dopo l'espulsione della cassetta se si utilizza la
funzione di ricerca della fine (p. 38).
Tuttavia, controllare quanto segue:
•Se si cambia il blocco batteria, impostare
l'interruttore POWER su OFF (CHG).
•Non eseguire sullo stesso nastro registrazioni
nel modo SP e registrazioni nel modo LP.
Nota sulle transizioni su nastro
L'immagine riprodotta potrebbe risultare
distorta o il codice temporale non essere scritto
correttamente tra una scena e l'altra se:
•Viene modificato il modo di registrazione
(SP/LP).
•Viene utilizzato il modo LP.
Se si lascia la videocamera nel modo di
attesa per cinque minuti mentre è inserita
una cassetta
La videocamera si spegne automaticamente.
Questo serve a conservare la carica del blocco
batteria e ad evitare l'usura del nastro. Per
tornare al modo di attesa, impostare
l'interruttore POWER su OFF (CHG), quindi di
nuovo su CAMERA. Se non vi è alcuna
cassetta inserita, la videocamera non si spegne.
26
Video-opnamen maken
Voor soepel aansluitende opnamen
Het begin van een nieuwe video-opname zal
altijd direct aansluiten op het eind van de
voorgaande opnamen, ook al schakelt u de
camcorder uit, mits u de videocassette niet uit
de camcorder verwijdert. Bij gebruik van een
videoband met cassettegeheugen kunt u zelfs
na het verwijderen van de cassette de video-
opnamen weer perfect laten aansluiten door
gebruik van de eindzoekfunctie (zie blz. 38).
Controleer evenwel het volgende:
•Als u tijdens het opnemen het batterijpak
moet verwisselen, zet u dan eerst de POWER
schakelaar in de OFF (CHG) stand.
•Maak geen opnamen met SP en LP snelheid
door elkaar op dezelfde videocassette.
Opmerking bij aansluitende opnamen
Bij weergave kan vervorming in het beeld
optreden, of de tijdcode tussen de scènes kan
niet juist worden aangebracht als:
•u de opnamesnelheid verandert (SP/LP);
•u opneemt in de LP stand.
Als u de camcorder, met een cassette erin,
langer dan 5 minuten in de
opnamepauzestand laat staan
De camcorder wordt dan automatisch
uitgeschakeld. Dit is bedoeld om te voorkomen
dat de band slijt en de batterij uitgeput raakt.
Om in de opnamepauzestand daarna weer in
te schakelen zet u de POWER schakelaar eerst
op OFF (CHG) en daarna weer terug in de
CAMERA stand. Als er geen cassette is
ingebracht, schakelt uw camcorder niet uit.