Airconditioning instellen
Aanbevolen basisinstellingen van de bedieningselementen van de airconditioning
voor de betreffende bedrijfsfuncties:
Instelling
Voorruit en zijruiten ontdooien -
ontwasemen
a)
Tot de aanslag naar
De snelste verwarming
Aangename verwarming
Tot de aanslag naar
De snelste afkoeling
Optimale koeling
Tot de aanslag naar
Frisse lucht - ventilatie
a)
In landen met een hoge luchtvochtigheid adviseren wij u deze instelling niet te gebruiken. Het ruitoppervlak kan hierdoor sterk afkoelen en aan de buitenzijde beslaan.
b)
Het controlelampje in toets
brandt ook na het inschakelen als niet aan alle voorwaarden voor de werking van de koelfunctie wordt voldaan. Hiermee wordt aangegeven dat de koeling beschikbaar is als aan alle
2
voorwaarden wordt voldaan
» pagina
77, Inleidende informatie.
c)
Onder bepaalde omstandigheden kan de circulatiefunctie
Let op
Bedieningselementen
» Afbeelding
■
A
Luchtroosters 4
» pagina
75.
■
Wij adviseren u de luchtroosters 3
■
Circulatiefunctie
In de circulatiefunctie wordt voorkomen dat bijvoorbeeld buitenlucht met sterke
geuren in het interieur kan komen, bijvoorbeeld bij het rijden door tunnels of in
files.
Circulatiefunctie inschakelen
›
De toets
» Afbeelding 76
indrukken, in de toets gaat het controlelampje
1
branden.
Stand van de draaiknop
A
B
Gewenste tempe-
3 of 4
ratuur
3
rechts
Gewenste tempe-
2 of 3
ratuur
Kort 4, dan 2 of 3
links
Gewenste tempe-
1, 2 resp. 3
ratuur
Gewenste stand
links
» pagina 79
automatisch inschakelen, in de toets
76,
,
en de toetsen
en
B
C
1
» pagina 75
in de geopende stand te laten.
C
1
Niet inschakelen
Kort inschakelen
Niet inschakelen
Kort inschakelen
Niet inschakelen
Niet inschakelen
brandt dan het controlelampje.
Circulatiefunctie uitschakelen
›
De toets
» Afbeelding 76
1
toets gaat uit.
.
2
Als de luchtverdeelregelaar
tiefunctie automatisch uitgeschakeld. Door opnieuw op toets
ook in deze stand de circulatiefunctie weer worden ingeschakeld.
ATTENTIE
De circulatiefunctie niet gedurende langere tijd ingeschakeld laten, omdat
door de "verbruikte" lucht vermoeidheidsverschijnselen bij de bestuurder en
medepassagiers kunnen optreden, waardoor de oplettendheid vermindert.
Ook kunnen de ruiten beslaan. Het gevaar voor ongevallen neem toe. De cir-
culatiefunctie uitschakelen, zodra de ruiten beslaan.
Toets
2
Automatisch ingescha-
Openen en op de zijruit rich-
keld
b)
Uitgeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
c)
Openen en naar het dak rich-
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
opnieuw indrukken, het controlelampje in de
» Afbeelding 76
in stand staat, wordt de circula-
C
Verwarming en airconditioning
Luchtroosters 4
ten
Openen
Openen
Openen
ten
Openen
te drukken, kan
79