Noodprogramma
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 94 en volg deze op.
In geval van een systeemstoring is er een noodprogramma.
Bij functiestoringen van de elektronica van de versnellingsbak werkt de versnel-
lingsbak in een overeenkomstig noodprogramma. Alle displaysegmenten gaan
daarbij branden of gaan uit.
Een functiestoring kan de volgende effecten hebben:
›
de versnellingsbak schakelt alleen in bepaalde rijstanden,
›
de achteruitversnelling R kan niet worden gebruikt,
›
het handmatige schakelprogramma is in de noodloopmodus gedeactiveerd.
Let op
Wanneer de versnellingsbak is omgeschakeld naar de noodloopmodus, zo snel
mogelijk een specialist opzoeken om de storing te laten verhelpen.
Noodontgrendeling keuzehendel
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 94 en volg deze op.
Als de stroomvoorziening wordt onderbroken (bijvoorbeeld door een ontladen ac-
cu van de wagen of een defecte zekering) of een defect van de keuzehendelblok-
kering optreedt, kan de keuzehendel niet meer op de normale manier uit stand P
worden verplaatst en kan de wagen niet meer worden bewogen. De noodont-
grendeling voor de keuzehendel moet worden gebruikt.
›
De handrem stevig aantrekken.
98
Bediening
Afbeelding 88
Noodontgrendeling keuzehendel
›
De afdekking links- en rechtsvoor voorzichtig omhoogtrekken.
›
De afdekking achteraan omhoogtrekken.
›
Met een vinger op het gele kunststof deel in pijlrichting drukken
88.
›
Tegelijkertijd de vergrendeltoets in de keuzehendel indrukken en de hendel in
stand N zetten (als de keuzehendel weer in stand P wordt gezet, wordt deze
opnieuw vergrendeld).
» Afbeelding