De zij-airbags zijn in de rugleuningvulling van de voorstoelen ondergebracht
beelding
102.
Functie van de zij-airbags
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 118 en volg deze op.
Bij het activeren van de zij-airbags worden aan de betreffende zijde ook de
hoofdairbag en de gordelspanner geactiveerd.
Bij het contact met de volledig opgeblazen airbag wordt de voorwaartse bewe-
ging van de inzittenden gedempt en het gevaar voor letsel voor het volledige bo-
venlichaam (borst, buik en bekken) aan de zijde die naar het portier is gericht ver-
minderd.
Hoofdairbags
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Beschrijving van de hoofdairbags
Functie van de hoofdairbags
» Af-
Afbeelding 103
Gasgevulde zij-airbag
120
120
ATTENTIE
Op de plaats waar de hoofdairbags naar buiten komen mogen zich geen
■
voorwerpen bevinden, zodat de airbags zich ongehinderd kunnen ontvouwen.
Aan de kledinghaken in de wagen uitsluitend kleding met weinig gewicht
■
ophangen. In de zakken van de kledingstukken geen zware of scherpe voor-
werpen laten zitten. Bovendien mogen voor het ophangen van kleding geen
kledinghangers worden gebruikt.
Het airbagregelapparaat werkt met sensoren die in de voorportieren zijn
■
aangebracht. Daarom mogen zowel aan de portieren als aan de portierbekle-
dingen geen aanpassingen (bijvoorbeeld inbouwen van extra luidsprekers)
worden uitgevoerd. De daarbij optredende beschadigingen kunnen de werk-
ing van het airbagsysteem negatief beïnvloeden. Alle werkzaamheden aan de
voorportieren en de portierbekleding mogen alleen door een specialist wor-
den uitgevoerd.
Tussen de inzittenden en het werkingsgebied van de hoofdairbag mogen
■
zich geen andere personen (bijvoorbeeld kinderen) of dieren bevinden. Boven-
dien mag niemand van de inzittenden tijdens het rijden met het hoofd uit het
raam leunen of armen en handen uit het raam steken.
De zonnekleppen mogen niet in het werkingsgebied van de hoofdairbag
■
naar de zijruiten worden gedraaid, als daaraan voorwerpen zijn bevestigd,
zoals balpennen enzovoorts. Bij het activeren van de hoofdairbags zouden de
inzittenden letsel kunnen oplopen.
Door het aanbrengen van niet daarvoor bedoelde accessoires in het wer-
■
kingsgebied van de hoofdairbags kan bij het activeren van de airbag de be-
schermende werking van de hoofdairbag aanzienlijk worden beperkt. Bij het
ontvouwen van de geactiveerde hoofdairbag zouden daarbij delen van het ge-
monteerde accessoire in het interieur van de wagen gelanceerd kunnen wor-
den en daardoor inzittenden kunnen verwonden
wijzigingen en vervanging van onderdelen.
» pagina
162, Accessoires,
119
Airbagsysteem