Controle na 10 minuten rijden
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 168 en volg deze op.
Na 10 minuten rijden de bandenspanning controleren!
De bandenspanning is 1,3 bar of lager:
›
Niet verder rijden! De band kan met de afdichtset niet voldoende worden afge-
dicht.
›
De hulp van een specialist inroepen.
De bandenspanning is 1,3 bar of hoger:
›
De bandenspanning weer tot de juiste waarde corrigeren (zie binnenzijde van
de tankklep).
›
De rit voorzichtig voortzetten naar de dichtstbijzijnde specialist met maximaal
80 km/h (50 mph).
Starthulp
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Starthulp uitvoeren
Starthulp bij wagens met start-stopsysteem
Als de motor niet aanslaat omdat de accu ontladen is, kan de accu van een andere
wagen worden gebruikt om de motor te starten. Daarvoor zijn startkabels nodig.
Beide accu's moeten een nominale spanning van 12 V hebben. De capaciteit (Ah)
van de stroomleverende accu mag niet wezenlijk lager zijn dan de capaciteit van
de ontladen accu.
Startkabels
Alleen startkabels gebruiken met een voldoende grote diameter en met geïso-
leerde poolklemmen. De aanwijzingen van de fabrikant opvolgen.
Pluskabel - kleuraanduiding in het algemeen rood.
Minkabel - kleuraanduiding in het algemeen zwart.
ATTENTIE
Een ontladen accu kan al bij temperaturen net onder 0 °C bevriezen. Bij een
■
bevroren accu niet proberen te starten met behulp van startkabels - explosie-
gevaar!
De waarschuwingsaanwijzingen bij werkzaamheden in de motorruimte op-
■
volgen
» pagina
143.
De niet-geïsoleerde delen van de poolklemmen mogen in geen geval met
■
elkaar in aanraking komen. Bovendien mag de op de pluspool van de accu
aangesloten startkabel niet met elektrisch geleidende delen van de wagen in
aanraking komen - gevaar voor kortsluiting!
De startkabel niet op de minpool van de ontladen accu aansluiten. Door
■
vonkvorming bij het starten zou knalgas dat uit de accu stroomt, kunnen ont-
steken.
De startkabels zo leggen, dat ze niet door draaiende delen in de motorruim-
■
te kunnen worden geraakt.
Nooit over de accu heen hangen - gevaar door bijtende werking!
■
De sluitdoppen van de accucellen moeten zijn vastgeschroefd.
■
Ontstekingsbronnen (open vuur, brandende sigaretten enzovoort) uit de
■
buurt van de accu houden - gevaar voor explosie!
Nooit starthulp gebruiken bij accu's met een te laag accuvloeistofpeil - ex-
■
plosiegevaar en gevaar door bijtende werking.
Let op
172
Tussen beide wagens mag geen contact bestaan, omdat er anders al bij het
■
172
aansluiten van de pluspolen een stroomverbinding tot stand wordt gebracht.
De ontladen accu moet volgens voorschrift op de elektrische installatie zijn aan-
■
gesloten.
Wij adviseren de startkabels aan te schaffen bij een speciaalzaak voor voertuig-
■
accu's.
171
Tips om het zelf te doen