De interieurbewaking activeert het alarm als een beweging in de wagen wordt
geregistreerd.
Interieurbewaking en afsleepalarm uitschakelen
›
Het contact uitschakelen.
›
Het bestuurdersportier openen.
›
De toets
» Afbeelding 15
in het bestuurdersportier indrukken.
›
De wagen binnen 30 seconden vergrendelen.
De interieurbewaking en het afsleepalarm worden automatisch weer ingescha-
keld bij de eerstvolgende vergrendeling van de wagen.
Let op
De interieurbewaking en het afsleepalarm uitschakelen als de mogelijkheid be-
■
staat dat het alarm zal afgaan door bewegingen in het interieur (bijvoorbeeld
door kinderen of huisdieren) resp. als de wagen wordt vervoerd (bijvoorbeeld per
spoor of boot) of moet worden afgesleept.
Een geopend brillenvak veroorzaakt een verminderde werking van de interieur-
■
bewaking. Om een ongehinderde werking van de interieurbewaking te waarbor-
gen, moet voor het vergrendelen van de wagen altijd het brillenvak worden ge-
sloten.
Achterklep
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Achterklep
Noodontgrendeling van de achterklep
ATTENTIE
Na het sluiten controleren of de achterklep goed is vergrendeld. Anders zou
■
de achterklep tijdens het rijden plotseling open kunnen gaan, ook wanneer
het slot van de achterklep is vergrendeld - gevaar voor ongevallen!
Nooit met een geopende achterklep rijden, omdat dan giftige uitlaatgassen
■
het interieur kunnen binnendringen - gevaar voor vergiftiging!
Bij het sluiten van de achterklep niet op de achterruit drukken, deze zou
■
kunnen barsten - gevaar voor verwondingen!
Let op
Na het sluiten van de achterklep wordt deze binnen 1 seconde automatisch
■
vergrendeld en wordt het alarmsysteem geactiveerd. Dat geldt alleen als de wa-
gen vóór het sluiten van de achterklep vergrendeld was.
Bij het wegrijden, vanaf een snelheid van meer dan 5 km/h, wordt de functie
■
van de handgreep boven de kentekenplaat uitgeschakeld. Na het stoppen en
openen van een portier wordt de bedieningsfunctie van de handgreep weer inge-
schakeld.
Achterklep
Afbeelding 16 Achterklep ontgrendelen / handgreep van de achterklep
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 37 en volg deze op.
Na het ontgrendelen van de wagen kan de achterklep worden geopend door het
37
indrukken van de handgreep boven de kentekenplaat.
38
Achterklep openen
›
Bij wagens zonder centrale vergrendeling de toets
tier indrukken
» Afbeelding 16
beelding 16
- .
›
Bij wagens met centrale vergrendeling op de handgreep drukken en tegelijker-
tijd de achterklep openen
Achterklep sluiten
›
De achterklep omlaagzwenken en met een lichte zwaai sluiten.
In de binnenbekleding van de achterklep bevindt zich een greep, die het sluiten
vergemakkelijkt.
in het bestuurderspor-
- en de achterklep openen in pijlrichting
» Afbeelding 16
- .
Openen en sluiten
» Af-
37