Noodontgrendeling van de achterklep
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 37 en volg deze op.
In geval van een storing aan de centrale vergrendeling kunt u de achterklep
handmatig ontgrendelen.
Achterklep ontgrendelen
›
De rugleuning van de achterbank naar voren klappen
›
In de opening in de bekleding in pijlrichting
draaier of een vergelijkbaar gereedschap tot de aanslag aanbrengen.
›
Het slot
onder de bekleding in pijlrichting
3
›
De achterklep openen.
Elektrische ruitbediening
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Schakelaar in het bestuurdersportier en in de achterportieren
Sluitkrachtbegrenzing van de ruitbediening
Comfortbediening van de ruiten
Storingen
38
Bediening
Afbeelding 17
Noodontgrendeling van de ach-
terklep
» pagina
56.
» Afbeelding 17
een schroeven-
1
ontgrendelen.
2
39
39
39
40
ATTENTIE
Als de wagen van buitenaf wordt vergrendeld, mogen er geen personen in
■
de wagen achterblijven, omdat de ruiten in geval van nood niet van binnenuit
kunnen worden geopend.
Het systeem is uitgerust met een sluitkrachtbegrenzing
■
weerstand door een obstakel wordt het sluiten onderbroken en gaat de ruit
weer enkele centimeters omlaag. De ruiten moeten desondanks voorzichtig
worden gesloten! Anders zou u aanzienlijke verwondingen door knellen kun-
nen veroorzaken!
Als er op de zitplaatsen achterin kinderen worden vervoerd, wordt geadvi-
■
seerd de elektrische ruitbediening van de achterportieren uit te schakelen
(veiligheidsschakelaar)
» Afbeelding
S
VOORZICHTIG
De ruiten schoon houden, om een correcte werking van de elektrische ruitbe-
■
dieningen te waarborgen.
Als de ruiten bevroren zijn, eerst het ijs
■
verwijderen en pas dan de ruitbediening in werking stellen, omdat het ruitmecha-
nisme anders beschadigd kan raken.
Bij het verlaten van de vergrendelde wagen erop letten dat de ruiten gesloten
■
zijn.
Let op
Als het contact wordt uitgeschakeld, kunnen de ruiten nog circa 10 minuten
■
worden geopend of gesloten. Pas bij het openen van het bestuurders- of bijrijder-
sportier wordt de elektrische ruitbediening volledig uitgeschakeld.
Voor het ventileren van het interieur tijdens het rijden bij voorkeur gebruikma-
■
ken van het aanwezige verwarmings-, airconditioning- en ventilatiesysteem. Als
de ruiten openstaan, kan er stof of ander vuil in de wagen terechtkomen en kan
er bovendien bij bepaalde snelheden windgeruis ontstaan.
» pagina
39. Bij
18.
» pagina
137, Ruiten en buitenspiegels