Gebruik
KX121-3 α α α α α /KX161-3 α α α α α /U45-3 α α α α α /U50-3 α α α α α
•
Om de motor uit te schakelen de hendel (6-
61.1/1) naar links tot de aanslag duwen, tot-
dat de motor tot stilstand is gekomen.
De graafmachine mag pas na het
verhelpen van de storingsoorzaak
weer in bedrijf worden gesteld.
6.14.2 Handmatig neerlaten van de boom
Bij uitval van de motor of delen van het hydraulisch systeem kan de boom en de arm worden neerge-
laten.
•
Startschakelaar staat in stand RUN.
•
Met de bedieningshendels, zie paragraaf 6.3.6 , de boom en de arm zo nodig neerlaten.
Bij het in nood neerlaten moet zijn gewaarborgd, dat zich geen personen binnen de
daalzone bevinden.
De neerlaatfunctie is alleen voor korte tijd beschikbaar, omdat deze functie via de accu-
mulator in het hydraulisch systeem wordt gestuurd. De cilinders schuiven door de zwaar-
tekracht in resp. uit.
6.15 Ruitensproei-installatie vullen
•
Rugleuning naar voren omklappen.
•
Afsluitdop van het ruitensproeireservoir
(6-62/1) openen en water resp. reinigingsmid-
del vullen.
In de winter moet ruitenreinigings-
middel met antivriestoevoegingen
worden gebruikt.
Afb. 6-61.1
Afb. 6-62
1
1
6 - 37