Onderhoud
Spanning rubberen rupsbanden contro-
leren
•
De rupsband staat met de naad (8-35) boven
het bovenste wiel.
•
Rupsbanddoorhanging, zoals op afb. 8-36
weergegeven, controleren.
Rupsbanddoorhanging (A)
Indien de rupsbanddoorhanging groter is dan
25 mm, moet de rupsband worden nagespan-
nen.
•
Zo nodig rupsband spannen of ontspannen.
Het spannen resp. ontspannen vindt
plaats zoals bij stalen rupsbanden.
•
Graafmachine starten en geheven rupsband
kort laten draaien.
Voorzichtig; de omgeving van de draaiende rupsband moet vrij van personen zijn. Na
het draaien moet de startschakelaar in stand OFF worden gezet en de contactsleutel
worden verwijderd.
•
Rupsbandspanning opnieuw controleren, zo nodig afstellen.
•
Dezelfde werkzaamheden aan de tweede rupsband uitvoeren.
Afb. 8-35
10-15 mm
Afb. 8-36
∞
8 - 25