Pagina 1 GRAAFMACHINE UITVOERING KX080-4 GEBRUIKSAANWIJZING W9294-8144-2 - Vertaling van het origineel - 09/2013...
Pagina 2 (blz. 14). Deze contractuele garantieregelingen worden door de beschrijvingen van deze gebruiksaanwijzing niet uitgebreid noch beperkt. Het bedrijf KUBOTA Baumaschinen GmbH behoudt zich in het belang van de verdere technische ontwikkeling het recht voor, wijzigingen uit te voeren met behoud van de wezenlijke eigenschappen van de beschreven graafma- chine, zonder deze gebruiksaanwijzing gelijktijdig te corrigeren.
Pagina 3: Inhoudsopgave
Overzicht van de uitvoeringen......................... 35 Uitvoering KX080-4 ..........................35 Afmetingen .............................. 36 Afmetingen KX080-4 .......................... 36 Technische gegevens ..........................37 Technische gegevens KX080-4 ......................37 Identificatie van de graafmachine......................38 Serienummer op de machine ......................38 Motornummer ............................. 39 Uitrusting ..............................39...
Pagina 4 Register Opbouw en werking ........................40 Onderdelenoverzicht ..........................40 Bestuurdersplaats............................ 41 Linker bedieningsconsole ........................41 Beschrijving van de onderdelen van de linker bedieningsconsole........... 41 Rijhendels en pedalenmechanisme....................42 Beschrijving van de onderdelen van de rijhendels en het pedalenmechanisme ......42 Rechter bedieningsconsole ........................ 43 Beschrijving van de onderdelen van de rechter bedieningsconsole ..........
Pagina 5 Register Afstelling van de veervoorspanning (gewicht bestuurder) ............67 Afstelling van de rugleuning ......................67 Veiligheidsgordel........................... 67 Afstellen van de buitenspiegels ....................... 67 Veiligheidsaanwijzingen voor het starten van de motor ..............68 Starten van de motor.......................... 69 Starten van de motor bij koude weersomstandigheden ..............71 Uitschakelen van de motor.........................
Pagina 6 Register Gebruik gedurende de winter ......................108 Starten van de graafmachine met starthulp................... 109 Bediening van de nood-uit-functies ....................... 110 Handmatige motorstop ........................110 Handmatig neerlaten van de voorbouwapparatuur ................110 Vullen van de ruitensproei-installatie..................... 111 Graafmachine aftanken ......................... 111 Graafmachine met zuigpomp aftanken.....................
Pagina 7 Toebehoren..........................180 KUBOTA zwaailamp..........................180 KUBOTA leidingbreukbeveiliging ......................180 Gebruiksaanwijzingen........................181 KUBOTA steenslagbescherming......................181 KUBOTA extra circuit-kit ........................181 KUBOTA snelwisselsystemen en aanbouwapparatuur................. 182 KUBOTA baktoebehoren........................182 Vervangen van de bak ........................182 Bak demonteren ..........................182 Bak monteren ..........................183...
Pagina 8: Lijst Van Afkortingen
Register Lijst van afkortingen 1/min omwentelingen per minuut International Organization for Standardiza- tion (Internationale organisatie voor stan- procent daardisatie) ° graden kilogram °C graad Celsius km/h kilometer per uur Ampère kilonewton American Petroleum Institute (Amerikaans kilovolt instituut voor aardolie) kilowatt ASTM American Society for Testing and Materials (Amerikaanse onderneming voor materi-...
Pagina 9: Algemene Symbolen
Register Algemene symbolen Waarschuwingslamp Rijrichting vooruit Indicatie brandstof Rijrichting achteruit Indicatie motorolie Boom omhoog Indicatie laadstroom Boom omlaag Indicatie voorgloeien Arm uitzwenken Hydraulische olie Arm intrekken Claxon Bak intrekken Gebruiksaanwijzing lezen Bak uitzwenken Ruitenwis-/sproeischakelaar Indicatie koelvloeistoftemperatuur Dieselolie Indicatie onderhoudsinterval Vergrendeld Boom zwenken (links) Ontgrendeld Boom zwenken (rechts)
Pagina 10 Register Werklamp boom Indicatie keuze naar rechts Werklampen cabine Indicatie keuze naar beneden Schakelaar AUTO IDLE Indicatie sleutel Indicatie AUTO IDLE Indicatie verkeerde sleutel Ventilator Indicatie registratiemodus afgesloten Menutoets Indicatie registratiemodus Schakelaar waarschuwing overbelas- Indicatie geen waarschuwing overbe- ting lasting Informatietoets Indicatie waarschuwing overbelasting Vergrendeling van de bedieningshendel...
Pagina 11: Algemeen
Algemeen Algemeen Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing is alleen voor de KUBOTA-graafmachine KX080-4 geldig, die onder de navolgen- de EG-conformiteitsverklaring (blz. 11) valt. De in deze gebruiksaanwijzing aangegeven veiligheidsaanwijzingen evenals de voorschriften en wetten voor het gebruik van de graafmachines gelden voor de in deze documentatie vermelde graafmachine.
Pagina 12: Uitgavedatum Van De Gebruiksaanwijzing
Algemeen Uitgavedatum van de gebruiksaanwijzing De uitgavedatum van de gebruiksaanwijzing is op de voorzijde van het boek rechtsonder afgedrukt. Bedieningspersoneel De bevoegdheden van het personeel moeten door de exploitant duidelijk worden vastgelegd; voor het bedienen, onderhouden, herstellen en voor de veiligheidstechnische controle. Het te instrueren personeel mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon aan of met de graafmachine wer- ken.
Pagina 13: Bewaren Van De Gebruiksaanwijzing
Aan de linkerkant van de cabine zit een opbergvak voor de ge- bruiksaanwijzing (1). Onderdelen Originele reserveonderdelen kunnen bij de KUBOTA-leveranciers onder vermelding van de uitvoering en het se- rienummer worden besteld. De artikelnummers van de onderdelen bevinden zich in het onderdelenboek.
Pagina 14: Veiligheidsbepalingen
Veiligheidsbepalingen Veiligheidsbepalingen Primaire veiligheidsaanwijzingen Voor de bediening van de hiervoor genoemde graafmachine geldt de EG-richtlijn arbeidsmiddelen (2009/104/EG) van 16.09.2009. Voor het onderhoud en herstel gelden de gegevens in deze gebruiksaanwijzing. Zo nodig moeten nationale voorschriften worden toegepast. Verplichtingen, aansprakelijkheid en garantie Basisvoorwaarde voor het veilige gebruik en het storingsvrije bedrijf van de graafmachine is de kennis van de vei- ligheidsaanwijzingen en van de veiligheidsvoorschriften.
Pagina 15: Veiligheidssymbolen
Veiligheidsbepalingen De exploitant moet op eigen verantwoording ervoor zorgen, dat de veiligheidsbepalingen (blz. 14) in acht worden genomen, dat een niet goedgekeurd gebruik (blz. 16) alsmede een ontoelaatbaar bedrijf uitgesloten zijn en dat bovendien een goedgekeurd gebruik (blz. 16) gewaarborgd is en de graafmachine overeenkomstig de contractueel overeengekomen gebruiksvoorwaarden wordt gebruikt.
Pagina 16: Goedgekeurd Gebruik
Veiligheidsbepalingen Goedgekeurd gebruik De in deze gebruiksaanwijzing vermelde graafmachine mag worden gebruikt voor het losmaken, uitgraven, opne- men, transporteren en storten van aarde, stenen en anderen materialen alsmede voor egaliseringswerkzaamhe- den en gebruik als een hydraulische hamer. Daarbij mag het transport van het laadgoed voornamelijk zonder ver- plaatsen van de graafmachine plaatsvinden.
Pagina 17: Geluidsemissies En Trillingen
Afvalproducten moeten volgens de geldige milieubeschermings- en veiligheidsbepalingen worden afgevoerd. Indien er vragen over vakkundige afvoering of over opslag van afvalproducten en gevaarlijke afvalstoffen zijn, neem dan s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer of uw plaatselijk afvoerbedrijf. Geluidsemissies en trillingen De in deze gebruiksaanwijzing aangegeven waarden werden in een testcyclus van een identieke machine bere- kend en gelden voor standaarduitvoeringen van de machine.
Pagina 18: Veiligheidssymbolen Op De Graafmachine
Veiligheidsbepalingen Veiligheidssymbolen op de graafmachine Alle veiligheidssymbolen (stickers), die op de graafmachine zijn aangebracht, moeten in een goed leesbare toe- stand worden gehouden en zo nodig worden vervangen. De aanbrengplaatsen van de veiligheidssymbolen zijn op de navolgende afbeeldingen weergegeven. Artikelnummer: RC788-5727-0 Levensgevaar door inklemmen! Een kleine veiligheidsafstand ten opzichte van de graafmachine en ob- stakels kan de vluchtweg uit de gevarenzone blokkeren.
Pagina 19 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: RD809-5745-0 Gevaar voor verbrandingen door hete componenten! Oppervlakken kunnen heet zijn en verbrandingen veroorzaken. Géén hete delen, zoals de uitlaat enz., aanraken. Artikelnummer: V0511-5739-0 Gevaar voor snijwonden door draaiende componenten! De draaiende ventilator kan snijwonden in lichaamsdelen veroorzaken. Inklemgevaar door draaiende componenten! De draaiende riemaandrijving kan lichaamsdelen naar binnen trekken en inklemmen.
Pagina 20 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: 69198-5722-0 Levensgevaar door inklemmen! Een kleine veiligheidsafstand ten opzichte van de graafmachine en ob- stakels kan de vluchtweg uit de gevarenzone blokkeren. Inklemmen door de graafmachine leidt tot zwaar letsel of de dood. Kom niet binnen het zwenkbereik van de boom. Voor voldoende veiligheidsafstand ten opzichte van obstakels en bewegingsvrijheid zorgen.
Pagina 21 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: RB419-5796-0 Geen bevestigingspunt voor hijswerktuig. Artikelnummer: RD809-5739-0 Let op! Schade aan onderdelen mogelijk! Bij het gebruik van een brede of diepe bak moet bij het zwenken resp. intrekken van de voorbouwapparatuur opgelet worden, dat de bak niet tegen de cabine stoot. Gebruiksaanwijzing van het aanbouwapparaat lezen.
Pagina 22 Wanneer de voorruit omhooggeschoven en niet juist vergrendeld werd, bestaat het gevaar, dat de voorruit vanzelf sluit en het hoofd van de ge- bruiker raakt. De voorruit moet altijd goed worden vergrendeld. Artikelnummer: RD819-5745-0 KX080-4 met standaard tegengewicht Artikelnummer: RD819-5748-0 KX080-4 met zwaar tegengewicht...
Pagina 23 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: RD809-5743-0 Verwondingsgevaar! Altijd de veiligheidsgordel aanbrengen. Artikelnummer: RC809-5733-0 (aan beide kanten) Bevestigingspunt alleen voor het bevestigen van de graafmachine op een transportvoertuig gebruiken.
Pagina 24 Veiligheidsbepalingen Artikelnummer: RD829-5765-0 Gevaar voor ongelukken! De beschermkap kan bij belasting breken. Niet betreden Artikelnummer: RD809-5714-0 Vluchtroute! Artikelnummer: RD158-5745-0 Gevaar voor verbrandingen door hete componenten! Oppervlakken kunnen heet zijn en verbrandingen veroorzaken. Géén hete delen, zoals de uitlaat enz., aanraken.
Pagina 25: Veiligheidsvoorzieningen
De veiligheidsgordel moet bij gebruik van de graafmachine zijn omgedaan. Geen veranderingen aan de constructie van het beschermdak of de kantelbeveiligingsinrichting aanbrengen. Bij beschadigingen wendt u zich tot uw KUBOTA-dealer. (Niet repareren!) De graafmachine nooit zonder beschermdak of kantelbeveiligingsinrichting in bedrijf stellen.
Pagina 26: Noodhamer
Wanneer het dozerblad bij hefwerkzaamheden ondersteund toege- past, moet een aanvullende leidingbreukbeveiliging volgens EN 474-1 zijn gemonteerd. Ga naar uw KUBOTA-leverancier om de graafmachine klaar te ma- ken voor het heffen. De leidingbreukbeveiliging is vanaf de fabriek op de desbetreffende graafmachine afgesteld.
Pagina 27: Waarschuwingssysteem Tegen Overbelasting
Een waarschuwingssysteem tegen overbelasting kan enkel ge- bruikt worden als de graafmachine uitgerust is met de hefinstallatie. Ga naar uw KUBOTA-leverancier om de graafmachine klaar te ma- ken voor het heffen. De boom en de arm van een graafmachine die gebruikt wordt om te heffen, moeten volgens EN 474-5 met minstens één leidingbreuk-...
Pagina 28: Brandbeveiliging
Veiligheidsbepalingen Brandbeveiliging Onderdelen en aanbouwapparaten van de graafmachine bereiken al hoge temperaturen onder nor- male bedrijfsomstandigheden, met name de motor en het uitlaatsysteem. Beschadigde of niet onder- STOP houden elektrische installaties kunnen de oorzaak zijn van vonkoverslag of lichtbogen zijn. De vol- gende brandveiligheidsrichtlijnen helpen u, uw uitrusting in stand en efficiënt te houden en het bran- drisico te minimaliseren.
Pagina 29: Bergen, Laden En Transport
Bergen, laden en transport Bergen, laden en transport Veiligheidsbepalingen bij het bergen Voor het bergen van de graafmachine moet een trekvoertuig met minimaal dezelfde gewichtsklasse als de graafmachine worden gebruikt. Voor het bergen moet een sleepstang worden gebruikt. Bij het gebruik van een sleepkabel moet een rem- voertuig worden gebruikt.
Pagina 30: Veiligheidsbepalingen Bij Het Transport
Bergen, laden en transport Veiligheidsbepalingen bij het transport De gebruikte laadperrons moeten een voldoende draagvermogen bezitten, om het gewicht van de graafma- chine te kunnen opnemen. Zij moeten veilig op het transportvoertuig worden geplaatst en bevestigd. Het laadvlak aan de achterzijde van het transportvoertuig met voldoende grote steunen ondersteunen. De laadperrons moeten breder zijn dan de rupsband van de graafmachine en zijdelings zijn voorzien van dwarsverbindingen.
Pagina 31: Bergen
Bergen, laden en transport Bergen Hoofdstuk Veiligheidsbepalingen (blz. 14) en para- graaf Veiligheidsbepalingen bij het bergen (blz. 29) in STOP acht nemen. Het bergen mag alleen over een kleine afstand en stapvoets (0,5 m/s ~ 1,0 m/s) plaatsvinden. Sleepstang resp. -kabel aan het bevestigingspunt (1) van de graafmachine en aan het trekvoertuig bevestigen.
Pagina 32 Bergen, laden en transport Hijsjuk (1) rechts en links om het dozerblad (2) bevestigen. Do- zerblad met doeken tegen beschadigingen beschermen. Niet de hijsogen (3) gebruiken. STOP Hijskabel (3), zoals in de afbeelding weergegeven, om de boom bevestigen. Boom met doeken (4) tegen beschadigingen beschermen.
Pagina 33: Transport Met Dieplader
Bergen, laden en transport Transport met dieplader Hoofdstuk veiligheidsbepalingen (blz. 14) en para- graaf Veiligheidsbepalingen bij het transport (blz. 30) STOP in acht nemen. Oprijbanen in een hoek van 10° tot 15° op het transportvoertuig plaatsen. Daarbij op de rupsbandbreedte letten. Laadperrons zo op het transportvoertuig bevestigen, dat ze bij het oprijden niet kunnen wegglijden.
Pagina 34 Bergen, laden en transport Voor de veilige bevestiging de arm en de bak geheel intrekken en de boom zo ver neerlaten, totdat de bakverbindingen het laadvlak aanraken. Rupsbanden en het dozerblad met houten balken (2) borgen. Graafmachine op het transportvoertuig met geschikte spanrie- men of kettingen (1) (gewicht van het voertuig in acht nemen) bevestigen.
Pagina 35: Beschrijving Van De Graafmachine
Beschrijving van de graafmachine Beschrijving van de graafmachine Overzicht van de uitvoeringen De graafmachine wordt uitsluitend als uitvoering met bestuurderscabine geleverd. Uitvoering KX080-4...
Pagina 36: Afmetingen
Beschrijving van de graafmachine Afmetingen De afmetingen van de uitvoering KX080-4 zijn in de volgende afbeelding en tabel te vinden. Afmetingen KX080-4 Alle afmetingen in mm met originele bak van Kubota en rubberen rupsbanden KX080-4 2200 7060 5010 4250 3510...
Pagina 37: Technische Gegevens
Beschrijving van de graafmachine Technische gegevens Navolgend zijn de technische gegevens voor deze uitvoeringen beschreven. Technische gegevens KX080-4 KUBOTA-graafmachine Uitvoering KX080-4 met zwaar tegen- met standaard te- Type (rubberen rupsband) gengewicht gewicht Werkgewicht (zonder bestuurder) 7960 8195 Volume (SAE/CECE) m³...
Pagina 38: Identificatie Van De Graafmachine
Motorvermogen Werkgewicht Uitvoering Fabrikant Gevolmachtigde MANU ANUFACTURER TURER REPRESEN REPRESENTATIVE TIVE KUBOTA A Corpo poration tion KUBOTA Baumaschinen GmbH A Baumaschinen GmbH 1-1-1,Na 1-1-1,Nakami amiya Oike a Oike Hirakata ta STEINH STEINHAUSER STR. 100 USER STR. 100 Osaka, 573-8573 JA...
Pagina 39: Motornummer
Beschrijving van de graafmachine Motornummer De motornummer (1) is op het motorblok ingeslagen. Uitrusting De uitrusting van de graafmachine omvat een basisuitrusting en een extra uitrusting (toebehoren). Basisuitrusting De basisuitrusting van de uitvoeringen omvat de navolgende onderdelen: Gebruiksaanwijzing met hoes Onderdelenboek Vetspuit Reservezekeringen (20 A, 2x30 A, 50 A, 60 A, 100 A)
Pagina 40: Opbouw En Werking
Opbouw en werking Opbouw en werking Onderdelenoverzicht Bovenwagen Boomcilinder Onderwagen Buitenspiegel links Bakverbinding Bestuurdersplaats Bakcilinder Cabinedeur Extra-circuit-aansluitingen Aandrijfwiel Rupsband Armcilinder Loopwiel Boom Dozerblad Werklamp (boom) Dozerbladcilinder Werklampen (cabine) Zwenkblok Cabine Buitenspiegel rechts...
Pagina 41: Bestuurdersplaats
Opbouw en werking Bestuurdersplaats De bestuurdersplaats is centraal in de cabine geplaatst. Deze bevat de navolgende bedieningsvoorzieningen: Linker bedieningsconsole Rijhendels en pedalenmechanisme Rechter bedieningsconsole Bestuurdersstoel Linker bedieningsconsole De linker bedieningsconsole bevat de navolgende onderdelen: Vergrendeling van de bedieningshendels Wipschakelaar extra circuit 2 Polssteun Linker bedieningshendel Beschrijving van de onderdelen van de linker bedieningsconsole...
Pagina 42: Rijhendels En Pedalenmechanisme
Opbouw en werking Linker bedieningshendel Met de linker bedieningshendel kunnen de bovenwagen en de arm worden bewogen. De afbeelding toont, in combinatie met de navolgende tabel, de functies voor de linker bedieningshendel. Positie bedieningshen- Beweging Arm uitzwenken Arm intrekken Bovenwagen linksom draaien Bovenwagen rechtsom draaien Rijhendels en pedalenmechanisme Rijhendels en pedalenmechanisme bevatten de navolgende onder-...
Pagina 43: Rechter Bedieningsconsole
Opbouw en werking Rechter bedieningsconsole De rechter bedieningsconsole bevat de navolgende onderdelen: Wipschakelaar extra circuit 1 Continudrukschakelaar Drukknop rijstand snel Dozerbladhendel Startschakelaar Potentiometer voor motortoerental-instelling Verwarmings- en aircoregeling Ruitenwis-/sproeischakelaar Schakelaar AUTO IDLE Schakelaar roetdeeltjesfilterregeneratie blokkeren Schakelaar ECO modus Handmatige motorstop Schakelaar zwaailamp Schakelaar werklampen Polssteun...
Pagina 44 Opbouw en werking Startschakelaar De startschakelaar dient als hoofdschakelaar van de complete graafmachine alsmede als schakelaar voor het voorgloeien en starten van de motor. Potentiometer voor motortoerental-instelling Met de potentiometer kan de gebruiker het motortoerental traploos instellen. Verwarmings- en aircoregeling Met de verwarmings- en aircoregeling vindt de bediening van de verwarming en de airco plaats.
Pagina 45: Beschrijving Van De Display- En Bedieningseenheid
Opbouw en werking 17. Claxondrukknop Met de claxondrukknop kan de voertuigclaxon worden bediend. 18. Display- en bedieningseenheid De functies van de display- en bedieningseenheid zijn in de paragraaf Beschrijving van de display- en bedie- ningseenheid (blz. 45) beschreven. Beschrijving van de display- en bedieningseenheid De schakelaars van de display- en bedieningseenheid zijn multifunctioneel en ook voor de menustu- ring in het display te gebruiken.
Pagina 46: Overige Uitrustingen Op De Bestuurdersplaats
Opbouw en werking Overige uitrustingen op de bestuurdersplaats Navolgend worden de overige uitrustingen op de bestuurdersplaats beschreven. Verwarming en airconditioning Het bedieningspaneel voor de verwarming is in de rechter bedie- ningsconsole ondergebracht. Het bedieningspaneel bevat navol- gende onderdelen: Temperatuurregelaar Ventilatorschakelaar Schakelaar airconditioning Controlelampje Met de aircoschakelaar kan de airco worden ingeschakeld, indien de startschakelaar in stand RUN staat en de...
Pagina 47: Ruitenreinigingsinstallatie
Opbouw en werking Om de luchtaanzuiging uit de cabine te waarborgen, mag de luchtaanzuiging niet met voorwerpen (bijvoorbeeld tassen of kledingstukken) worden afgedekt. De lucht wordt via de verwarmingswarmtewisselaar respectievelijk de verdamper van de aircobouwgroep naar de luchtmonden geleid. A ! Voorruit B ! Gebruiker C ! Voetruimte D ! Zijruit...
Pagina 48: Binnenverlichting
Opbouw en werking Binnenverlichting De bestuurderscabine bezit aan de rechterzijde aan het cabinedak een binnenverlichting (1) die via de schakelaar (2) in- en uitgescha- keld kan worden. Zekeringenkast De zekeringkast (1) bevindt zich achter de bestuurdersstoel, achter een klepje. Handschoenvak Het handschoenvak (1) zit achter hetbestuurdersstoel.
Pagina 49: Bekerhouder
Opbouw en werking Bekerhouder In de rechter bedieningsconsole bevindt zich een bekerhouder (1). 12-V-stekkerdoos In de rechter bedieningsconsole zit een 12-V-contactdoos (1) voor het aansluiten van een externe elektrische verbruiker. Overige uitrustingen op de machine Gereedschapsvak Het gereedschapsvak (1) bevindt zich aan de rechter voertuigzijde onder de zijklep.
Pagina 50: Voertuigaccu
Opbouw en werking Voertuigaccu De accu (1) bevindt zich aan de rechter voertuigzijde onder de zijklep. Schakelaar accuscheiding Met de schakelaar accuscheiding (1) kan het hoofdstroomcircuit worden gescheiden. De schakelaar accuscheiding bevindt zich aan de rechter voertuigzijde onder de zijklep. Tankvulopening De vulhals (1) bevindt zich aan de rechterzijde van het voertuig on- der het klepkamerdeksel.
Pagina 51: Zuigpompschakelaar
Opbouw en werking Zuigpompschakelaar De graafmachine is met een zuigpomp uitgerust. De zuigpomp- schakelaar (1) bevindt zich onder het klepkamerdeksel. Hoofdzekeringen De hoofdzekeringen (1) van de graafmachine zitten boven de accu. Omschakelklep directe retour Afhankelijk van de werking van een voorbouwapparaat moet de re- tour van de hydraulische olie via het kleppenblok (indirecte retour) of direct naar de hydrauliekolietank (directe retour) geschieden.
Pagina 52: Buitenspiegels
Opbouw en werking Buitenspiegels De achterste buitenspiegel (1) maakt het zicht naar beneden op de achterkant van de graafmachine mogelijk. De voorste buitenspiegels (2) maken het zicht naar achteren moge- lijk. De buitenspiegels kunnen voor een optimaal zicht in de gewen- ste zones worden afgesteld.
Pagina 53: Motorruimte
Opbouw en werking Motorruimte De motorruimte (navolgende afbeelding) bevindt zich aan de achterzijde van de bovenwagen en is door een af- sluitbare klep afgesloten. Riemafdekking Brandstoffilter Compressor (airco) Olievulopening Dynamo Uitlaatdemper Oliepeilstok Luchtfilter Olie-afscheider...
Pagina 54: Hydraulisch Systeem
Opbouw en werking Hydraulisch systeem Alle bedieningselementen activeren de desbetreffende functie via een hydrauliekolie-voorstuurkringloop. De accumulator maakt het neerlaten van de boom en van de arm mogelijk, indien de motor uitgevallen is. In het hydraulisch reservoir bevindt zich het aanzuigfilter. Het retourfilter is aan de buitenzijde van het hydraulisch reservoir aangebracht.
Pagina 55: Koeler En Condensator (Airconditioning-Unit)
Opbouw en werking Koeler en Condensator (Airconditioning-unit) In de motorruimte aan de rechterzijde bevinden zich de koeler en de koelcircuits. Radiateur Hydrauliekoliekoeler Vloeistofreservoir en droger (airco) Brandstofkoeler Aan de rechter cabinekant, onder een beschermkap (2), zit de con- 1 1 1 1 1 densator (1) van de Airconditioning-unit.
Pagina 56: Veiligheidsbepalingen Voor Het Gebruik
Bedrijf Bedrijf Veiligheidsbepalingen voor het gebruik De veiligheidsaanwijzingen (blz. 14) moeten worden opgevolgd. De graafmachine mag alleen volgens paragraaf Goedgekeurd gebruik (blz. 16) worden gebruikt. De bediening van de graafmachine is alleen voor opgeleid personeel toegestaan (blz. 12). De bediening van de graafmachine onder invloed van drugs, medicijnen of alcohol is verboden. Bij overver- moeidheid van de gebruiker moet het gebruik worden gestaakt.
Pagina 57: Begeleiden Van De Gebruiker
Bedrijf Begeleiden van de gebruiker Indien het zicht van de gebruiker over het werk- en rijgebied is versperd, moet de gebruiker door een bege- leider worden ondersteund. De begeleider moet voor deze soort van werkzaamheden geschikt zijn. De begeleider en de gebruiker moeten voor het werkbegin de noodzakelijke signalen afspreken. De standplaats van de begeleider moet voor de gebruiker goed herkenbaar zijn en zich in het gezichtsveld van de gebruiker bevinden.
Pagina 58: Eerste Inbedrijfstelling
Bedrijf Eerste inbedrijfstelling Voordat de graafmachine voor de eerste keer in bedrijf wordt gesteld, moet deze een visuele controle op uitwen- dige beschadigingen door het transport ondergaan en moet de voltalligheid van de meegeleverde uitrusting wor- den gecontroleerd. Vloeistofniveaus volgens hoofdstuk Onderhoud (blz. 133) controleren. Uitvoeren van alle bedieningsfuncties, zie paragraaf Gebruik van de graafmachine (blz.
Pagina 59: Instellen Van De Tijd
Bedrijf Instellen van de tijd Startschakelaar in stand RUN zetten. Toets 1 indrukken. In het display verschijnt het gebruikersmenu. Toets 2 of 3 indrukken, totdat "Instelling klok" in het display ge- selecteerd is. Om te bevestigen toets 5 indrukken. In het display worden datum en tijd weergegeven. Door indrukken van toets 4 kan tussen de tijdseenheden Jaar, Maand, Dag, Uren en Minuten gewisseld worden.
Pagina 60: Datum- En Tijdformaat
Bedrijf Datum- en tijdformaat De tijd kan in het formaat 12- of 24-uur en de datum in het formaat Dag, Maand, Jaar worden omgezet. Startschakelaar in stand RUN zetten. Toets 1 indrukken. In het display verschijnt het gebruikersmenu. Toets 2 of 3 indrukken, totdat "Diverse instellingen" in het dis- play geselecteerd is.
Pagina 61: Inrijden Van De Graafmachine
Bedrijf Inrijden van de graafmachine Gedurende de eerste 50 bedrijfsuren moet in elk geval op de navolgende punten worden gelet: De graafmachine met middelhoog motortoerental en kleine belasting warm rijden, niet stationair warm laten draaien. De graafmachine niet meer dan noodzakelijk belasten. Bijzondere onderhoudsaanwijzingen De olie in de rijaandrijvingen moet na de eerste 50 bedrijfsuren worden ververst.
Pagina 62: Controleren Van Het Motoroliepeil
Bedrijf Controleren van het motoroliepeil Oliepeilstok (1) eruit trekken en met een schone doek afvegen. Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit trekken. Het oliepeil moet zich in het bereik "A" bevinden. Bij een te laag oliepeil; motorolie bijvullen (blz. 147). Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot motorschade leiden.
Pagina 63: Controleren Van De V-Snaren
Bedrijf Visuele inspectie van de condensator (1) op lekkage en vervui- 1 1 1 1 1 ling Bevindt zich vuil of dergelijke aan de radiateurs of condensator, radiateurs en condensator reinigen (blz. 141). Zo nodig be- schermkap (2) demonteren (blz. 141) . Controleren van de V-snaren De motor moet uitgezet en de contactsleutel eruit ge- trokken zijn! Niet in roterende of bewegende delen grij-...
Pagina 64: Controleren Van Het Oliepeil Van Het Hydraulisch Systeem
Bedrijf Controleren van het oliepeil van het hydraulisch systeem Om het oliepeil exact te kunnen bepalen, moeten alle hydraulische cilinders als volgt uitgeschoven (afbeel- ding rechts) zijn: Boom: volledig uitgeschoven Arm: volledig uitgeschoven Bak: volledig uitgeschoven Dozerblad: op de grond neergelaten Zwenkinrichting: vooraanbouw volledignaar links gezwenkt...
Pagina 65: Controleren Van De Waterafscheider Van Het Brandstofsysteem
Bedrijf Controleren van de waterafscheider van het brandstofsysteem In de waterafscheider (1) bevindt zich een rode kunststofring, die op de hoogte van het waterniveau drijft. Indien de ring is meegezwommen; waterafscheider schoonmaken (blz. 151). Controleren van de elektrische kabels en aansluitingen Alle bereikbare elektrische kabels, stekkerverbindingen en aansluitingen op toestand en goede bevestiging controleren.
Pagina 66: Inrichten Van De Werkplaats
Bedrijf Inrichten van de werkplaats S.v.p. paragraaf Openen en sluiten van de cabinedeur in acht nemen (blz. 104). Instappen Linker bedieningsconsole (2) door het omhoog trekken van de vergrendeling van de bedieningshendel (1) naar boven tot in de eindstand brengen. De bedieningsconsole moet tot na het starten van de motor in deze stand blijven, omdat alleen zo de motor kan worden gestart.
Pagina 67: Afstelling Van De Zithoogte (Lengte Onderbeen Van Gebruiker)
Bedrijf Afstelling van de zithoogte (lengte onderbeen van gebruiker) De zithoogte kan in meerdere standen worden ingesteld. Voor het afstellen van de zithoogte, de stoel langzaam heffen, totdat deze automatisch in de volgende vergrendelpositie vastklikt. Door de stoel over de hoogste vergren- delingsstand heen te heffen, wordt deze weer automatisch in de onderste vergrendelingsstand neergelaten.
Pagina 68: Veiligheidsaanwijzingen Voor Het Starten Van De Motor
Bedrijf Veiligheidsaanwijzingen voor het starten van de motor De graafmachine is met een diefstalbeveiliging (blz. 119) voorzien. Voordat de graafmachine voor de eerste keer op een werkdag wordt gestart, moeten de werkzaam- heden vóór het dagelijks in bedrijf stellen worden uitgevoerd (blz. 61). Waarborgen, dat zich geen personen in het bereik van de graafmachine bevinden.
Pagina 69: Starten Van De Motor
Bedrijf Starten van de motor Potentiometer (1) in de middelste stand tussen zetten. De schakelaar AUTO IDLE (2) is uitgeschakeld. De controlelampen (3) brandt niet. Contactsleutel in de startschakelaar plaatsen en in stand RUN zetten. De graafmachine is met een diefstalbeveiliging voor- zien.
Pagina 70 Bedrijf Startschakelaar in stand START draaien en houden, totdat de motor aanspringt; vervolgens startschakelaar loslaten. Slaat de motor niet binnen 10 seconden aan, startschakelaar in stand STOP zetten, 20 seconden wachten en de startprocedure herhalen. Start de motor, kunnen kortdurend de display-indicaties uitgaan en een signaaltoon kan klinken. Dit is geen tekort aan de graafmachine.
Pagina 71: Starten Van De Motor Bij Koude Weersomstandigheden
Bedrijf Starten van de motor bij koude weersomstandigheden Potentiometer in positie zetten. De schakelaar AUTO IDLE is uitgeschakeld. Contactsleutel in de startschakelaar plaatsen en in stand RUN zetten. De voorgloeicontrolelamp brandt kortstondig. Na het uitgaan van de controlelamp kan de motor worden ge- start.
Pagina 72 Bedrijf Treedt tijdens het gebruik een storing in het laadsysteem op, dan moet de motor onmiddellijk worden afgezet. De controlelamp lading (2) brandt, de waarschuwingslamp (1) knippert rood en in het dis- play verschijnt de melding zoals getoond in de afbeelding rechts. Bij zware belasting van de machine kan de koelvloeistoftempera- tuur iets hoger dan normaal stijgen.
Pagina 73: Eco Modus Inschakelen
Bedrijf Is de brandstoftank leeg, dan kan de machine niet worden gebruikt. De machine moet getankt en het brandstofsysteem ontlucht worden. Verschijnt in het display de melding "Tanken" en de waarschu- wingslamp (1) knippert geel, dan bevindt zich nog slechts weinig brandstof in de tank, graafmachine aftanken (blz.
Pagina 74: Roetdeeltjesfilterregeneratie
Bedrijf Roetdeeltjesfilterregeneratie De graafmachine is met een uitlaatsysteem met dieselroetdeeltjesfilter uitgerust, welk kankerverwekkende roet- deeltjes uit de uitlaatgassen filtert. Om te voorkomen dat de roetdeeltjes het roetdeeltjesfilter verstoppen en on- bruikbaar maken, moet het roetdeeltjesfilter regelmatig worden geregenereerd. Daartoe wordt de uitlaatgastem- peratuur automatisch verhoogd en de in het roetdeeltjesfilter aanwezige roet verbrand.
Pagina 75 Zorg ervoor, dat de regeneratie op het display wordt weergegeven en loopt, tot de melding op het display uit gaat. Pas dan de graafmachine weer in bedrijf nemen. Wanneer de roetdeeltjesfilterregeneratie continue geblokkeerd is, moet het roetdeeltjesfilter door de KUBOTA-dealer worden gerepa- reerd. In het display verschijnt de melding zoals getoond in de af- beelding rechts.
Pagina 76: Rijden Met De Graafmachine
Bedrijf Rijden met de graafmachine Algemene veiligheidsbepalingen (blz. 14) en veiligheidsbepalingen voor het gebruik (blz. 56) in acht nemen. Werkzaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen uitvoeren (blz. 61). Starten van de motor (blz. 69). Indicaties en controlelampen controleren (blz. 71). Waarborgen, dat de boom en het dozerblad zich zoals op de afbeelding weergegeven, in de rijrichting bevin- den.
Pagina 77: Rijden
Bedrijf Dozerblad tot in de bovenste positie heffen, daartoe de dozer- bladhendel (1) naar achteren trekken. Motortoerental op de vereiste waarde afstellen. Rijden Beide rijhendels gelijkmatig naar voren drukken; de graafmachine rijdt recht vooruit. Indien de rijhendels wor- den losgelaten, stopt de graafmachine onmiddellijk. Indien beide rijhendels gelijkmatig worden teruggetrokken, rijdt de graafmachine recht achteruit.
Pagina 78: Rijden Door Bochten
Bedrijf Er klinken twee waarschuwingstonen en de controlelamp (1) brandt. Door drukknop snelrijstand opnieuw te bedienen, wordt weer op de normale snelheid teruggeschakeld en er klinkt één waarschuwingstoon. Tijdens het rijden op modderige of niet vlakke ondergronden is het rijden in de snelstand verboden; STOP tevens, indien gelijktijdig een ander bedieningselement (bijv.
Pagina 79: Vanuit Stilstand
Bedrijf Vanuit stilstand Rechter rijhendel in de neutrale stand laten; linker rijhendel naar voren drukken. De draaicirkel wordt in dit geval bepaald door de rechter rupsband. (A) De graafmachine rijdt een rechter bocht. Draaien op de plaats Het draaien op de plaats mag niet met bediende druk- STOP knop voor rijstand snel worden uitgevoerd.
Pagina 80: Rijden Op Hellingen
Bedrijf Rijden op hellingen Het rijden op hellingen moet met uiterste voorzichtig- heid plaatsvinden. De bediening van de drukknop rij- STOP stand snel is verboden. Bij het rijden op stijgingen de bak ca. 200 tot 400 mm (A) van de grond heffen (zie afbeelding). Bij het rijden op dalingen, indien de ondergrond het toelaat, de bak over de grond laten glijden.
Pagina 81: Rijden Door Smalle Bochten
Bedrijf Rijden door smalle bochten Rij niet door smalle bochten op wegen met een deklaag met een hoge wrijving, zoals bijvoorbeeld op beton- wegen. Bescherming van de rupsband tegen zout Niet met de machine op een zeestrand werken. (Door zout wordt het stalen inlegwerk gecorrodeerd.) Graafwerkzaamheden (gebruik van de bedieningselementen) Voor het werken met de graafmachine moeten de navolgende veiligheidsaanwijzingen in elk geval STOP...
Pagina 82: Gebruiksaanwijzingen Voor Brede En Diepe Bakken
Bedrijf Gebruiksaanwijzingen voor brede en diepe bakken Bij het gebruik van een brede of diepe bak moet bij het zwenken resp. intrekken van de voorbouwapparatuur opgelet worden, dat de bak niet tegen de cabine stoot. Bediening van het dozerblad Bij egaliseringswerkzaamheden moeten beide rijhen- dels met de linker hand en de dozerbladhendel met de rechter hand worden bediend.
Pagina 83: Overzicht Van De Functies Van De Bedieningshendels (Standaard-Instelling)
Bedrijf Overzicht van de functies van de bedieningshendels (standaard-instelling) De afbeelding toont, in combinatie met de navolgende tabel, de functies voor de linker en rechter bedieningshendels. Bedieningshendel Beweging Rechter bedieningshendel 1 Boom omlaag Boom omhoog Bak intrekken Bak uitzwenken Linker bedieningshendel Arm uitzwenken Arm intrekken Bovenwagen linksom draaien...
Pagina 84: Bediening Van De Arm
Bedrijf Bediening van de arm De linker bedieningshendel naar voren drukken (afbeelding/ ), om de arm uit te zwenken. De linker bedieningshendel naar achteren trekken (afbeel- ding/ ), om de arm in te trekken. De arm beweegt zich, zoals op de afbeelding weergegeven.
Pagina 85: Bediening Van De Bak
Bedrijf Bediening van de bak De rechter bedieningshendel naar links drukken (afbeel- ding/ ), om de bak in te trekken (te graven). De rechter bedieningshendel naar rechts drukken (afbeel- ding/ ), om de bak uit te zwenken (leeg te maken). Tijdens het intrekken van de bak erop letten, dat de tanden niet tegen het dozerblad stoten.
Pagina 86: Zwenken Van De Bovenwagen
Bedrijf Zwenken van de bovenwagen Tijdens het zwenken erop letten, dat zich geen perso- STOP nen in het zwenkbereik bevinden. Voorzichtig zwenken, zodat de voorzetapparatuur niet tegen aangrenzende voorwerpen stoot. De linker bedieningshendel naar links drukken (afbeelding/ ), om tegen de richting van de klokwijzers te draaien. De linker bedieningshendel naar rechts drukken (afbeel- ding/ ), om in de richting van de klokwijzers te draaien.
Pagina 87: Bediening Van De Extra Circuits
1 + 2) uitgerust zijn. Afhankelijk van de uitvoering zijn de bedieningsfuncties aan de bedieningshendels rechts en links geplaatst. Er mag alleen door KUBOTA goedgekeurd aanbouwapparatuur worden gebruikt. Het aanbouwap- STOP paratuur moet volgens de eigen gebruiksaanwijzing worden gemonteerd en gebruikt.
Pagina 88: Extra Circuit 1
Bedrijf Extra circuit 1 In de navolgende afbeelding zijn de aansluitingen van het extra circuit 1 en de wipschakelaar extra circuit 1 (3) weergegeven. De proportionele sturing maakt de traploze snelheids- regeling van een aanbouwapparaat mogelijk. Bijvoor- beeld: Indien de wipschakelaar half naar links wordt bewogen, beweegt het zich het aanbouwapparaat met ongeveer de halve snelheid.
Pagina 89: Bedrijf Met Hydraulische Continudruk
Bedrijf Bedrijf met hydraulische continudruk Bij het bedrijf met hydraulische continudruk moet de omschakelklep directe retour in stand directe retour geschakeld zijn (blz. 95). Bedrijfsinstelling "Eenzijdige doorstroom" activeren. Inschakelen Continudrukschakelaar (1) kort drukken; de olie stroomt naar de extra circuit-1-aansluiting (2) op de linkerzijde van de arm. Uitschakelen Continudrukschakelaar opnieuw kort drukken, de oliestroom wordt afgeschakeld, of...
Pagina 90 Bedrijf Selecteren van de bedrijfsstand Modus 0 Modus 1 Modus 2 Modus 3 Extra circuit inactief Doorstroom- Symbool kengetal Knipperend Knipperend Knipperend Schakelaar extra circuit Max. Stroming in één richting Doorstroomhoeveel- Extra circuit 1 Inactief doorstroomhoeveel (olie alleen naar heidsbegrenzing heid aansluiting 2) Max.
Pagina 91: Doorstroomhoeveelheid-Instelling
Bedrijf Doorstroomhoeveelheid-instelling Vooropgesteld, dat hetzelfde aanbouwapparaat aan een andere graafmachine wordt gemonteerd. Ook indien de- zelfde doorstroomhoeveelheid-instellingen zoals aan de eerste graafmachine uitgevoerd werden, kan de werk- snelheid afwijken. Aan elke graafmachine moeten de doorstroomhoeveelheid-instellingen afzonderlijk worden in- gesteld. Bij het wisselen op een ander aanbouwapparaat moeten de optimale doorstroomhoeveelheden voor het nieuwe aanbouwapparaat opnieuw worden bepaald en ingesteld.
Pagina 92 Bedrijf De volgende symbolen zijn te kiezen: Extra circuit (standaard) Bosmaaier Draaiende grijper Grijper Grondboor Grijperbak Hydraulische hamer Draaibak Gedeactiveerd Er is geen verband tussen de symbolen en de door- stroominstellingen. Selecteert u de symbolen overeen- komstig de afbeeldingen van de aan te sluiten aan- bouwapparaten.
Pagina 93 Bedrijf Toets 1 indrukken, om de instellingen af te sluiten en naar de normale displayweergave terug te keren. Enkele aanbouwapparaten worden mogelijk niet geactiveerd, ook wanneer het balkdiagram niet op de laagste stand staat. Ook wanneer de balkdiagrammmen van de aansluitingen op gelijke hoogte staan, kan het voorko- men, dat de aanbouwapparaten niet evenredig werken.
Pagina 94 Bedrijf Instellen van maximale capaciteit Vergrendeling van de bedie- Is de vergrende- ningshendels de- ling bedienings- activeren (stand hendel vergren- ONTGRENELD) deld? Draait de Starten van de motor? motor Modus selecteren Symbolen selecteren Pijlmarkering verschuiven Instellen van maximale capaciteit...
Pagina 95: Omschakelklep Directe Retour
Bedrijf Omschakelklep directe retour De omschakelklep (1) heeft twee schakelstanden. In de stand "directe retour" vindt een retour vanaf het aanbouwap- paraat direct via het retourfilter naar het reservoir voor hydraulische olie plaats. De retour vindt alléén via de rechter extra circuit-1-aan- sluiting op de arm plaats.
Pagina 96: Druk In Het Hydraulisch Systeem Afbouwen
Bedrijf Druk in het hydraulisch systeem afbouwen De vermindering van de druk direct na het uitschakelen van de motor uitvoeren! Voorbouwapparatuur en dozerblad compleet neerlaten. Startschakelaar in stand STOP zetten. Wacht, totdat de motor tot stilstand is gekomen. Startschakelaar in stand RUN zetten. Niet de motor starten! Linker bedieningsconsole (1) neerlaten, totdat de vergrende- ling van de bedieningshendels (2) vastklikt.
Pagina 97 Bedrijf De schakelaar extra circuit (1) indrukken en de extra-circuit- functie inschakelen. Bij ingeschakeld extra circuit brandt of knippert de controlelamp ex- tra circuit (2). In het display verschijnt de instelling van de doorstroomhoeveelhe- den. De balkhoogte "A" geeft de doorstroomhoeveelheid van de be- treffende extra circuit-aansluitingen (1, 2, 3 en 4) aan.
Pagina 98: Buiten Bedrijf Stelling
Bedrijf Buiten bedrijf stelling De graafmachine moet zodanig worden geparkeerd, dat de graafmachine in geen geval wegrollen kan en STOP tegen onbevoegd gebruik is beveiligd. Graafmachine op een vlakke ondergrond rijden. De hydraulische cilinder als volgt uitschuiven: Boom: half uitgeschoven Arm: half uitgeschoven Bak:...
Pagina 99: Bediening Van De Verwarming En De Airco
Bedrijf Bediening van de verwarming en de airco Alle hierna voor de bediening van de verwarming en de airco beschreven handelingen moeten met draaiende motor worden uitgevoerd. Cabine verwarmen Temperatuurregelaar (1) in stand "Warm" zetten. Blauw ! Koud Rood ! Warm Ventilatorschakelaar (2) in stand 1, 2 of 3 schakelen.
Pagina 100: Cabine Koelen
Bedrijf Cabine koelen Temperatuurregelaar (1) in stand "Koud" zetten. Blauw ! Koud Rood ! Warm Ventilatorschakelaar (2) in stand 1, 2 of 3 schakelen. Aircoschakelaar (3) bedienen en het systeem inschakelen, de controlelamp (4) brandt. Luchtmonden op de gewenste stand instellen. Zorg ervoor, dat de cabinedeur is gesloten, wanneer de verwarming resp.
Pagina 101: Ijs- Of Vochtvrij Maken Van De Ruiten
Bedrijf Ijs- of vochtvrij maken van de ruiten Om ijs of vocht van de ruiten te verwijderen, moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: Temperatuurregelaar (1) in stand "Warm" zetten. Blauw ! Koud Rood ! Warm Ventilatorschakelaar (2) in stand 3 zetten. Aircoschakelaar (3) bedienen en het systeem inschakelen, de controlelamp (4) brandt.
Pagina 102: Inschakelen Van De Ruitensproei-Installatie
Bedrijf In de winter moet vóór het gebruik van de ruitenwisser worden gecontroleerd, of het ruitenwisserblad vastgevroren is. In dit geval kan het ruitenwisserblad of de ruitenwissermotor worden beschadigd. S.v.p. de ruitenwisser alléén in werking stellen, indien de ruit nat genoeg is; zo nodig, de ruitensproei- installatie van tevoren inschakelen.
Pagina 103: Bediening Van De Werklampen
Bedrijf Bediening van de werklampen Startschakelaar staat in stand RUN. Schakelaar werklampen (1) in stand AAN drukken. De werk- lamp inschakelen. Om uit te schakelen schakelaar werklampen in stand UIT druk- ken. Bij werkzaamheden op of aan de openbare weg mo- gen andere weggebruikers niet worden verblind.
Pagina 104: Openen En Sluiten Van De Cabinedeur
Bedrijf Openen en sluiten van de cabinedeur Openen van de cabinedeur van buiten Cabinedeur met deurslot ontgrendelen. Cabinedeur door trekken aan de deurgreep (1) openen en aan de cabinewand vergrendelen. Sluiten van de cabinedeur Ontgrendelhendel (2) omlaag drukken en cabinedeur in het slot trekken.
Pagina 105: Openen En Sluiten Van De Ruiten
Bedrijf Openen en sluiten van de ruiten Voorruit De voorruit moet altijd worden vergrendeld. Het zich bevinden in de cabine en het bedrijf van de graafma- STOP chine met ontgrendelde voorruit is verboden. Bij het openen altijd beide handen aan de handgrepen (2) houden, om kneuzingen te voorkomen.
Pagina 106: Onderste Deel Van De Voorruit
Bedrijf Onderste deel van de voorruit Demonteren De voorruit moet geopend en de rugleuning helemaal naar voor omgeklapt zijn. Onderste deel van de voorruit (1) naar boven uit het voorruit- frame optillen. Onderste deel van de voorruit (1) voorzichtig in de fixaties (2) aan de cabineachterwand plaatsen en in de vergrendeling (3) vastklikken.
Pagina 107: Zijruit
Bedrijf Monteren Zorg ervoor, dat voor de montage de voorruit geopend Onderste deel van de voorruit (1) stevig met één hand aan de cabineachterwand vasthouden. De vergrendeling (2) losmaken en het onderste deel van de voorruit voorzichtig van de cabineachterwand nemen. Verwondingsgevaar door vallen van de ruit.
Pagina 108: Gebruik In De Winter
Bedrijf Gebruik in de winter Met gebruik in de winter wordt het bedrijf van de graafmachine bij een buitentemperatuur onder 5 °C bedoeld. Werkzaamheden vóór de winter Zo nodig motorolie en hydraulische olie door de voor het gebruik in de winter specifieke viscositeiten vervan- gen.
Pagina 109: Starten Van De Graafmachine Met Starthulp
Bedrijf Starten van de graafmachine met starthulp Als starthulp mag alleen een voertuig of startapparaat worden gebruikt, indien deze over een 12-V- STOP voeding beschikt. De gebruiker bevindt zich op de bestuurdersplaats, het aansluiten van de starthulpaccu moet door een tweede persoon worden uitgevoerd. Accu bereikbaar maken en pluspoolkap verwijderen.
Pagina 110: Bediening Van De Nood-Uit-Functies
Bedrijf Bediening van de nood-uit-functies In geval van nood kan zowel de motor met de hand worden uitgeschakeld, als de boom en de arm handmatig neergelaten. Handmatige motorstop Indien de motor niet met de sleutel kan worden uitgeschakeld, kan de motor met de hand worden uitgeschakeld. Voor het uitschakelen aan de knop (1) trekken, totdat de motor tot stilstand is gekomen.
Pagina 111: Vullen Van De Ruitensproei-Installatie
Bedrijf Vullen van de ruitensproei-installatie Afsluitdop (1) van het ruitensproeireservoir (2) openen en het reservoir met water resp. reinigingsmiddel vullen. In de winter moet ruitenreinigingsmiddel met anti- vriestoevoegingen worden gebruikt. Graafmachine aftanken Bij het aftanken van de graafmachine is het roken, open licht en het gebruik van andere ontstekings- bronnen verboden.
Pagina 112: Graafmachine Met Zuigpomp Aftanken
Bedrijf Graafmachine met zuigpomp aftanken Indien de graafmachine is voorzien van een zuigpomp, kan direct uit een vat of jerrycan worden getankt. Dezelfde veiligheidsbepalingen gelden, zoals bij het aftanken van de graafmachine. STOP De zuigpomp mag alléén voor het pompen van dieselolie worden gebruikt. Andere vloeistoffen mo- gen niet worden gepompt.
Pagina 113: Ontluchten Van Het Brandstofsysteem
Bedrijf Ontluchten van het brandstofsysteem Nadat de graafmachine is leeggereden of de waterafscheider is leeggemaakt, moet het brandstof- systeem worden ontlucht. Om te ontluchten de startschakelaar in stand RUN zetten. De elektrische brandstofpomp ontlucht binnen ca. 60 s het brandstofsysteem. Indien niet voldoende ontlucht werd, gaat de motor weer uit.
Pagina 114: Locatieschema Van De Zekeringen In De Zekeringenkast
Bedrijf Afdekking (1) van de hoofdveilighedenkast (2) verwijderen. Defecte zekering uit de zekeringenkast verwijderen en vervan- gen. Het locatieschema van de zekeringen is op de navolgende af- beelding weergegeven. Locatieschema van de zekeringen in de zekeringenkast 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 Airconditioning controle (+B) Werklampen cabine Display- en bedieningseenheid (+B)
Pagina 115: Hoofdzekeringen
Bedrijf Hoofdzekeringen Defecte hoofdzekering uit de hoofdzekeringenkast (1) verwij- deren en vervangen. Overzicht van de zekeringen: Dynamo (100 A) Motor-stuurapparaat (30 A) Hoofdzekering (60 A) Motor-stopschakelaar (50 A) Zekering elektrische ventilator Defecte zekering uit de zekeringenkast (2) verwijderen en ver- vangen.
Pagina 116: Bediening Van De Schakelaar Accuscheiding
Bedrijf Bediening van de schakelaar accuscheiding Voor gebruik van de graafmachine moet de schakelaar accuschei- ding (1) in stand AAN staan. A ! UIT B ! AAN Bevindt de schakelaar accuscheiding zich in positie UIT, zijn de meeste elektrische functies uitgeschakeld (bijv.
Pagina 117: Openen/Sluiten Van De Afdekking Van De Hydraulische Kleppen
Bedrijf Openen/sluiten van de afdekking van de hydraulische kleppen Contactsleutel (1) in het slot van het klepkamerdeksel (2) ste- ken, in de richting van de wijzers van de klok draaien en sluit- cylinder drukken. De greep (3) trekken en het klepkamerdeksel helemaal naar boven zwenken.
Pagina 118: Openen/Sluiten Van Het Gereedschapsvak
Bedrijf Zijklep (2) naar de zijkant openklappen, totdat de vergrendeling (1) vastklikt. Let erop, dat de borgklem goed vast geklikt is. Onver- wacht dichtslaan van de motorkap bijv. door wind of STOP door andere personen kan tot ernstige verwondingen leiden. Om te sluiten de vergrendeling (1) uit de pal trekken.
Pagina 119: Diefstalbeveiliging
Bedrijf Diefstalbeveiliging De graafmachine is met een diefstalbeveiligingsfunctie voorzien, die het starten van de motor alleen met behulp van een geregistreerde sleutel toelaat. Indien een geregistreerde sleutel kwijtraakt, kan deze geblokkeerd worden. Deze blokkering voorkomt het starten van de motor met deze sleutel, om het voertuig tegen diefstal te beveiligen. De diefstalbeveiliging maakt het stelen van de machine moeilijker, maar kan dit niet helemaal uitsluiten.
Pagina 120: Aanwijzingen Voor Het Sleutelsysteem
Indien zich storingen aan de machine voordoen, dan s.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer, om de storing te lokaliseren en te laten verhelpen. De meldingen kunnen op het display in 11 talen weergegeven worden. Bij de taalkeuze kan uw KUBOTA- dealer behulpzaam zijn.
Pagina 121: Registreren Van Een Zwarte Sleutel Voor De Graafmachine
Bedrijf Wanneer geprobeerd wordt een vijfde zwarte sleutel te regis- treren, wordt in het display de melding "Kan niet meer registre- ren" weergegeven, en de registratie kan niet worden uitge- voerd. Kan niet meer registreren Registreren van een zwarte sleutel voor de graafmachine Het registreren van een zwarte sleutel mag alleen onder de navolgende voorwaarden worden ge- daan: STOP...
Pagina 122 Bedrijf De rode sleutel uitnemen. In het display wordt de melding "Sleutel plaatsen" weergege- ven. De zwarte sleutel in de startschakelaar plaatsen. Sleutel nog niet draaien. Indien de sleutel in stand RUN staat, deze terug draaien in stand STOP. Sleutel plaatsen Na een korte tijd wordt in het display de melding "Zwarte sleutel verwijderen"...
Pagina 123: Storingzoeken
Storingzoeken Storingzoeken Het storingzoeken bevat alleen storingen en foutieve bedieningen, die door de gebruiker moeten worden opgelost. Andere storingen mogen alleen door geschoold personeel worden opgelost. Het storingzoeken vindt plaats met behulp van de storingzoektabel. Om een storing te begrenzen, moet eerst in de kolom STORING het overeen- komstig storingsgedrag van de graafmachine worden bepaald.
Pagina 124: Storingstabel Tijdens Bedrijf
Storingzoeken STORING MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Inbedrijfstelling Motor slaat niet aan, indien de start- Lucht in het brandstofsysteem Brandstofsysteem op lekkage cont- schakelaar in stand START wordt roleren en ontluchten (blz. 113). gezet; de startmotor draait echter Water in het brandstofsysteem Waterafscheider op watergehalte door.
Pagina 125 Motor stopt plotseling. Brandstoftekort Brandstofpeil controleren, zo nodig tanken en ontluchten. Koelvloeistoftemperatuur te hoog. Afdichting van de waterpomp defect Vervangen, zo nodig de KUBOTA dealer informeren. Aandrijfriemen beschadigd of te los Vervangen resp. spannen (blz. 142). Thermostaat defect Vervangen, zo nodig de KUBOTA dealer informeren.
Pagina 126: Storingstabel Displayindicaties
Treden er problemen op, informeert u dan onmiddellijk uw KUBOTA-dealer. Verschijnt het informatieteken (i) in het display, drukt u dan de informatietoets in, om uitgebreide in- formatie weer te geven. Informeer uw KUBOTA-dealer over de meldingen in het display. Indicatie...
Pagina 127 Storingzoeken Indicatie Probleem/storing Voorlopige maatregel Oplossing storing Sleutel plaatsen De te registreren sleu- Zwarte sleutel plaatsen. Om tels moeten na elkaar de registratie af te breken, me- worden ingevoerd. nutoets (toets 1) indrukken. Registratie De registratie is afgeslo- Zwarte sleutel verwijderen. afgesloten ten, de zwarte sleutel moet worden verwij-...
Pagina 128 Storing brandstof- Storing van de brand- De displaykeuzeschakelaar Informeert u onmid- sensor stofsensor, de brand- (toets 5) indrukken, om naar dellijk uw KUBOTA- stofniveau-indicatie ver- de standaard displayweergave dealer. schijnt niet in het dis- terug te keren. play. Storing laadsysteem Deze melding duidt op V-snaar controleren.
Pagina 129 Oplossing storing Systeemfout Deze melding duidt op De motor kan gestart, maar de Informeert u onmid- vergrendeling van de een storing van het machine kan niet bewogen dellijk uw KUBOTA- bedieningshendels elektrisch systeem bin- worden. dealer. nen de vergrendeling bedieningshendel. Systeemfout...
Pagina 130 Deze melding duidt op De machine kan worden ge- Informeert u onmid- extra circuit 2 een storing van extra bruikt, de functies aan het ex- dellijk uw KUBOTA- circuit 2. tra circuit ontbreken echter. dealer. Onderhoud binnen- Deze melding betekent, Machine normaal bedienen.
Pagina 131 Verhoog tpm. Nu PK beperkt ven vergrendeling van de be- meert u dan onmid- dieningshendels verlaat, kan dellijk uw KUBOTA- de motor automatisch uitscha- dealer. kelen. ECO Modus Systeem storing Systeem storing...
Pagina 132 Gaat de indicatie op- nieuw aan, infor- Regen.inhihitie Vrijgave inhib. meert u dan onmid- dellijk uw KUBOTA- dealer. Regeneratie Voorwaarde voor roet- Het roetdeeltjesfilter moet ge- De machine naar geblokkeerd deeltjesfilterregeneratie. regenereerd worden. De roet-...
Pagina 133: Onderhoud
Zorgvuldig onderhoud van de graafmachine waarborgt een grote functiezekerheid en verhoogt de levensduur. Indien de onderhoudswerkzaamheden niet (goed) worden uitgevoerd, vervallen alle garantieaanspraken en de aansprakelijkheid tegenover het bedrijf KUBOTA. Er mogen alleen de door de fabrikant voorgeschreven reserve-onderdelen worden gebruikt. Bij niet vrijgegeven reserve-onderdelen bestaat ten gevolge van onvoldoende kwaliteit of verkeerde montage een verhoogd gevaar voor ongelukken.
Pagina 134: Onderhoudsschema Voor Algemeen Onderhoud Van 50 Tot 500 Bedrijfsuren
Onderhoud Onderhoudsschema voor algemeen onderhoud van 50 tot 500 bedrijfsuren Onderhoudswerkzaamheden gebruiker Stand bedrijfsurenteller Algemeen onderhoud Interval Blz. Brandstofniveau controleren dagelijks Koelvloeistofpeil controleren dagelijks Motoroliepeil controleren dagelijks Peil hydraulische olie dagelijks controleren Bakpennen en bakverbin- dagelijks dingspennen smeren V-snaar controleren dagelijks Vloeistofpeil in het ruiten- dagelijks...
Pagina 135: Onderhoudsschema Voor Algemeen Onderhoud Van 550 Tot 1000 Bedrijfsuren
Onderhoud Onderhoudsschema voor algemeen onderhoud van 550 tot 1000 bedrijfsuren Onderhoudswerkzaamheden gebruiker Stand bedrijfsurenteller Algemeen onderhoud 1000 Interval Blz. Brandstofniveau controleren dagelijks Koelvloeistofpeil controleren dagelijks Motoroliepeil controleren dagelijks Peil hydraulische olie dagelijks controleren Bakpennen en bakverbin- dagelijks dingspennen smeren V-snaar controleren dagelijks Vloeistofpeil in het ruiten- dagelijks...
Pagina 136: Onderhoudsschema Voor Onderhoudswerkzaamheden Voor
Luchtfilterelementen 1000 h vervangen Binnenruimtefilter 1000 h vervangen Olie in loopwiel en looprol Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. 2000 h verversen Dynamo en Startmotor Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. 2000 h controleren Veiligheidstechnische jaarlijks...
Pagina 137 Onderhoud Stand bedrijfsurenteller * Onderhoudswerkzaam- heden Interval Blz. Laaddruksensor en luchtmas- Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. jaarlijks sameter controleren Toestand DPF katalysator Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. jaarlijks controleren DPF verschildruksensor en lei- dingen op gaslekkage contro- Neem s.v.p.
Pagina 138: Onderhoudsschema Voor Onderhoudswerkzaamheden Voor
Luchtfilterelementen " 1000 h vervangen Binnenruimtefilter " 1000 h vervangen Olie in loopwiel en looprol Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. 2000 h verversen Dynamo en startmotor Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. 2000 h controleren Veiligheidstechnische jaarlijks...
Pagina 139 Onderhoud Stand bedrijfsurenteller Onderhoudswerkzaam- heden 1000 Interval Blz. Laaddruksensor en luchtmas- Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. jaarlijks sameter controleren Toestand DPF katalysator Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer. jaarlijks controleren DPF verschildruksensor en leidingen op gaslekkage Neem s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer.
Pagina 140: Schoonmaken Van De Graafmachine
Onderhoud Schoonmaken van de graafmachine Voordat met de schoonmaakwerkzaamheden wordt begonnen; motor afschakelen en tegen opnieuw STOP inschakelen beveiligen. Bij het gebruik van een stoomapparaat voor het schoonmaken van de graafmachine mag de straal niet op de elektrische onderdelen worden gehouden. De waterstraal niet op de inlaatopening van het luchtfilter houden.
Pagina 141: Reinigen Van De Koeler
Onderhoud Radiateurdop niet met een warme motor openen; ver- STOP brandingsgevaar. Radiateurdop (1) openen, door deze linksom te draaien. De vloeistofstand moet zich aan de onderste rand van de vul- opening bevinden, indien nodig, koelvloeistof bijvullen. Radiateurdop sluiten. Zijklep sluiten. Reinigen van de koeler Niet de hete radiateur aanraken, er bestaat verbran- STOP...
Pagina 142: Controleren, Afstellen En Vervangen Van De V-Snaren
Onderhoud Controleren, afstellen en vervangen van de V-snaren Riemafdekking verwijderen en aanbrengen Gevaar voor letsel door draaiende onderdelen. Voor werkzaamheden aan de aandrijfriem moet de riemaf- STOP dekking worden verwijderd. Wanneer de motor tijdens deze werkzaamheden draait, bestaat bestaat gevaar door draaiende onderdelen gegrepen en verwond te raken.
Pagina 143 Onderhoud Bevestigingsbouten (1 en 2) losdraaien. V-snaar door zwenken van de dynamo (3) spannen. V-snaar op plaats "B" indrukken, de V-snaar moet zich ca. 10 mm (druk: 10 kg) laten indrukken. Bevestigingsbouten vastdraaien. V-snaar na het afstellen controleren. Riemafdekking aanbrengen. Vervangen van de aandrijfriem Riemafdekking verwijderen.
Pagina 144: Controleren Van De Koelvloeistofslangen
Onderhoud Controleren van de koelvloeistofslangen Deze controle alleen met koude motor uitvoeren. STOP Motorkap openen (blz. 116). Zijklep openen (blz. 117). Alle slangverbindingen aan de motor en naar de radiateur resp. verwarmingsventilator op toestand (scheuren, deuken, hard geworden plaatsen) en goede bevestiging van de klemmen controleren. Zo nodig moeten de slan- gen door geschoold personeel worden vervangen.
Pagina 145 Onderhoud Koelvloeistofexpansiereservoir (1) verwijderen en leegmaken; zo nodig reinigen. Reservoir weer aanbrengen. Radiateur en expansiereservoir met aangemengde koelvloei- stof vullen. Koelsysteem ook in de zomer niet alleen met water be- drijven. Het antivries bevat tevens een corrosiewerend middel. Motor starten (blz. 69) en warm laten draaien. Motor uitschakelen (blz.
Pagina 146: Vervangen Van Motorolie En Oliefilter
Onderhoud Vervangen van motorolie en oliefilter Motorkap openen (blz. 116). Het verversen van de motorolie moet met bedrijfswarme motor worden uitgevoerd. Voorzichtig, de motorolie en het oliefilter zijn heet ! verbrandingsgevaar. STOP Olie-opvangbak met een inhoud van ca. 15 l onder de motorolieaftap plaatsen. De motorolie mag niet in de grond terechtkomen;...
Pagina 147: Vullen Van Motorolie
Onderhoud Vullen van motorolie Vulhoeveelheid: 9,0 l Draai de olievuldop (2) open en vul motorolie volgens para- graaf Onderhoudsmiddelen (blz. 170) in. Olievuldop vastdraaien. Motor starten (blz. 69), de controlelamp motoroliedruk moet onmiddellijk na het aanspringen van de motor uitgaan. Indien niet, motor direct uitschakelen, geschoold personeel inlichten.
Pagina 148: Binnenruimtefilter Controleren, Schoonmaken, Vervangen
Onderhoud Filterelement niet met vloeistoffen reinigen. Motor niet zonder luchtfilterelementen bedrijven. STOP Bij werkzaamheden met perslucht moet een veiligheidsbril worden gedragen. STOP Buitenste filterelement vanaf de binnenzijde met perslucht schoonblazen (max. 5 bar); daarbij het filterelement niet be- schadigen. Veiligheidsbril dragen. Buitenste luchtfilterelement plaatsen en het deksel met het merk TOP naar boven aanbrengen en klemmen sluiten.
Pagina 149: Vervangen Van Het Brandstoffilter
Onderhoud Schoonmaken Het schoonmaken mag uitsluitend met gezuiverde perslucht en een max. druk van 2 bar plaatsvinden. Bij werkzaamheden met perslucht moet een vei- STOP ligheidsbril worden gedragen. Filter (1) met perslucht "A" tegengesteld aan de normale stroomrichting schoonblazen. Is het filter sterk vervuild, het filter vervangen. Bij de montage het filter niet beschadigen.
Pagina 150: Water Van Het Brandstoffilter Aftappen
Onderhoud Aansluitconnector watersensor (1) losmaken. Brandstoffilter (2) eraf draaien. Sensorbouwgroep aan de filterbodem verwijderen en aan het nieuwe filter aanbrengen. Aan het nieuwe filter de rubberen pakkingring met dieselolie bevochtigen. Nieuw filter erop draaien en met de hand vastzetten. Aansluitconnector watersensor aansluiten. Omschakelkraan aan de waterafscheider in positie "ON"...
Pagina 151: Schoonmaken Van De Waterafscheider
Onderhoud Schoonmaken van de waterafscheider Zijklep openen (blz. 117). Omschakelkraan (3) in stand OFF zetten. Poetsdoek onder de waterafscheider leggen, zodat er geen brandstof op de grond terechtkomt. Ringmoer (1) eraf draaien en hierbij de filterbeker (2) vasthou- den. Filterbeker met filter (1) verwijderen. Filter met schone dieselolie reinigen.
Pagina 152: Controleren Van Brandstofleidingen En Luchtaanzuigslangen
Onderhoud Controleren van brandstofleidingen en luchtaanzuigslangen Alle bereikbare brandstofleidingen (1), luchtaanzuigslangen (2) en klemmen (3) op toestand en goede bevestiging contro- leren. Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. ver- vangen. Vervangen van het retourfilter aan het reservoir voor hydraulische olie Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet op absolute reinheid worden gelet.
Pagina 153: Filter Voorstuurkringloop Vervangen
Onderhoud Ontluchtingsschroef (1) eruit draaien. Olieaftapplug (2) van het retourfilter (3) eruit draaien en uitlo- pend hydraulische olie in een geschikt vat opvangen. Retourfilter volgens de geldende milieubeschermings- bepalingen afvoeren. Retourfilter met haaksleutel eraf draaien. Pakkingring van het nieuwe retourfilter met een beetje hydrau- lische olie insmeren.
Pagina 154: Vervangen Van Het Aanzuigfilter In Het Reservoir Voor Hydraulische Olie
Onderhoud Filterbeker (4) uit de filterkop (1) draaien. Filterelement (2) uit de filterkop verwijderen. Nieuw filterelement en nieuw afdichtring (3) plaatsen. Filterbeker handvast vastdraaien. Afsluitplug van het reservoir voor hydraulische olie erin draai- Motor starten (blz. 69), laten warmdraaien en vervolgens uit- schakelen (blz.
Pagina 155: Hydraulische Olie Bijvullen/Verversen
Onderhoud Zeskantbouten (2) eruit draaien en hydroliektankdeksel (1) met pakking verwijderen. Aanzuigfilter (2) met stang (1) (aanzuigfilterbouwgroep) uitne- men. Zo nodig vuilresten met een pluisvrije schone doek afvegen. Aanzuigfilter en reinigingsdoek volgens de geldende milieubeschermingsbepalingen afvoeren. Nieuwe aanzuigfilterbouwgroep plaatsen. Deksel met nieuwe pakking op het reservoir aanbrengen en met zeskantbouten vastschroeven.
Pagina 156: Aftappen Van De Hydraulische Olie
Onderhoud Aftappen van de hydraulische olie Opvangbak met een minimale inhoud van 150 l onder de aftap voor de hydraulische olie plaatsen. Aftapplug (1) eruit draaien en hydraulische olie aftappen. Aftapplug van een nieuwe pakkingring voorzien en weer vast- draaien. Vullen van hydraulische olie Vulhoeveelheid bij het verversen van de olie: ca.
Pagina 157: Onderhoud Aan De Accu
Onderhoud Onderhoud aan de accu Door regelmatig onderhoud kan de levensduur van de accu aanzienlijk worden verlengd. Bij werkzaamheden met accu’s moeten geschikte veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril worden gebruikt. Controleren van de accu Zijklep openen (blz. 117). De accuvloeistof moet tussen de markering LOWER LEVEL (6) en UPPER LEVEL (5) staan, indien nodig, met gedestilleerd water bij- vullen.
Pagina 158: Laden Van De Accu
Onderhoud Laden van de accu Accuzuur is zeer bijtend. Contact met accuzuur moet in elk geval worden voorkomen. Indien kleding, huid of ogen desondanks met accuzuur in contact zijn gekomen, dan de desbetreffende delen direct met water afspoelen. Bij contact met de ogen onmiddellijk een arts raadplegen! Gemorst accuzuur onmiddellijk neutraliseren.
Pagina 159: Uit- En Inbouwen, Vervangen Van De Accu
Onderhoud Uit- en inbouwen, vervangen van de accu Voor het losmaken en aansluiten van de accu in elk geval de voorgeschreven volgorde aanhouden STOP ! gevaar voor kortsluiting. Accu bereikbaar maken. De minpoolkap en de poolklem verwijderen. Poolklem terzijde leggen, zodat een contact met de minpool is uitgesloten.
Pagina 160: Smeren Van Het Draaikranslager
Onderhoud Smeren van het draaikranslager Smeernippel (1) met de vetspuit smeren. Het draaikranslager moet om de 90° worden ge- smeerd. Er moet in elke stand 5 slagen met de vet- spuit, worden aangebracht, zie paragraaf Onderhoud- smiddelen (blz. 170). Bij het draaien van de bovenwagen waarborgen, dat de draaicirkel vrij van personen en materiaal is.
Pagina 161: Overige Smeerpunten
Onderhoud Overige smeerpunten Starten van de motor (blz. 69). Boom, arm en dozerblad, zoals in de afbeelding weergegeven, positioneren. Motor uitschakelen, contactsleu- tel verwijderen. Zie paragraaf Graafwerkzaamheden (gebruik van de bedieningselementen) (blz. 81). Alle smeerpunten met smeervet, zie paragraaf onderhoudsmiddelen (blz. 170) smeren, totdat nieuw vet naar buiten komt.
Pagina 162: Controleren Van De Rupsbandspanning Bij Rubberen Rupsbanden
Onderhoud Deze procedure door een begeleider laten controleren. STOP Graafmachine met geschikt steunmateriaal steunen; gewicht van het voertuig in acht nemen. Controleren van de rupsbandspanning bij rubberen rupsbanden De rupsband staat met de naad (1) midden tussen de loopwiel en aandrijftandwiel. Rupsbanden met een SP-markering getest en opge- spannen worden.
Pagina 163: Afstellen Van De Rupsbandspanning
Onderhoud Dezelfde werkzaamheden aan de tweede rupsband uitvoeren. Afstellen van de rupsbandspanning Spannen Deksel (3) van de rupsbandspaninrichting verwijderen. Vetspuit op de smeernippel (1) plaatsen. Vetspuit bedienen, totdat de voorgeschreven rupsbandspan- ning is bereikt. Ontspannen Drukklep (2) voorzichtig eruit draaien en rupsband ontspannen. Voorzichtig;...
Pagina 164: Controleren Van De Pijp- En Slangleidingen Van De Verwarming Resp. De Airco
Alle pijp- en slangleidingen van de verwarming resp. airco op toestand (barsten, uitbollingen, harde plekken) en goede bevestiging controleren. S.v.p. contact opnemen met uw KUBOTA-dealer, indien bij deze controle defecten worden vastgesteld. Alleen geschoold personeel mag aan de verwarming resp. airco werken.
Pagina 165 Door middel van het kijkglas (1) de koudemiddelhoeveelheid volgens de navolgende tabel vaststellen. Bij te weinig koude- middel; neem s.v.p. contact op met uw bevoegde KUBOTA- dealer. Kleine resp. geen luchtbellen in het koude- Koudemiddelhoeveelheid in orde...
Pagina 166: Opvragen Van Het Bedrijfsregistratie
Onderhoud Opvragen van het bedrijfsregistratie Met de bedrijfsregistratie kan het gebruik van de graafmachine gedurende de laatste 3 maanden gecontroleerd worden. Startschakelaar in stand RUN zetten. Toets 1 indrukken. In het display verschijnt het gebruikersmenu. Toets 2 of 3 indrukken, totdat "Instelling bedrijfsregistratie" in het display geselecteerd is.
Pagina 167: Controleren Van De Boutverbindingen
Onderhoud Controleren van de boutverbindingen De navolgende opsomming bevat de aanhaalmomenten van de boutverbindingen. De verbindingen alleen met een momentsleutel natrekken. Evt. ontbrekende waarden kunnen bij het bedrijf KUBOTA worden aangevraagd. Aanhaalmomenten voor bouten Nm ( kgf#m 7 T (8.8) 9 T (9.8-10.9)
Pagina 168: Aanhaalmomenten Voor Hydraulische Slangen
Onderhoud Aanhaalmomenten voor hydraulische slangen Nm ( kgf#m Type moer Type moer Maat (ORS) (metalen afdichting) (ORS) 7,8~11,8 1/8 ( - ) (0,8~1,2) 24,5~29,4 35,2~43,1 1/4 (9/16-18) (2,5~3,0) (3,6~4,4) 37,2~42,1 60,0~73,5 3/8 (11/16-16) (3,8~4,3) (6,1~7,5) 58,8~63,7 70,6~86,2 1/2 (13/16-16) (6,0~6,5) (7,2~8,8) 117,6~127,4 105,8~129,4...
Pagina 169: Aanhaalmomenten Voor Hydraulische Koppelstukken
Onderhoud Aanhaalmomenten voor hydraulische koppelstukken Aanhaalmoment Schroefdraad- Opmerkingen maat Sleutelwijdte kgf#m Stalen pijp (schroefpijpkop- (richtwaarde) (buitendiameter) R (conisch peling) G (recht schroefdraad) schroefdraad) 19,6~29,4 17 mm 8 mm 1/8" 2,0~3,0 0,67 inch 0,31 inch Met O-ring Aanhaalmomenten voor 36,3~44,1 19 mm 12 mm 1/4"...
Pagina 170: Onderhoudsmiddelen
Onderhoudsmiddelen De graafmachine is bij aflevering met hydraulische olie Shell Tellus S2M46 gevuld! Neem bij gebruik van bio-olie s.v.p. contact op met uw bevoegde KUBOTA-dealer. Motorolie alléén conform API CJ-4 gebruiken. Géén andere specificaties (bijv. CF-4, CG-4 of CH-4) gebruiken.
Pagina 171: Herstelwerkzaamheden Aan De Graafmachine
Onderhoud Herstelwerkzaamheden aan de graafmachine Herstelwerkzaamheden aan de graafmachine mogen alleen door geschoold personeel worden uitgevoerd. Indien herstelwerkzaamheden aan dragende delen worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld laswerkzaamheden aan chassisdelen, moeten deze door een deskundige worden gecontroleerd. Na de herstelwerkzaamheden mag de graafmachine alleen in bedrijf worden gesteld, indien de storingvrije wer- king is gewaarborgd.
Pagina 172: Veiligheidstechnische Controle
Veiligheidstechnische controle Veiligheidstechnische controle De basis voor het uitvoeren van veiligheidstests zijn de geldige nationale werkveiligheidsvoorschriften, voorschrif- ten voor ongevallenpreventie en technische specificaties van het land van gebruik. De gebruiker (blz. 16) moet de veiligheidstechnische controle volgens specifieke gegevens van de in het lands- recht beschreven periode laten uitvoeren.
Pagina 173: Stillegging En Opslag
Stillegging en opslag Stillegging en opslag Indien de graafmachine om bedrijfsredenen tot zes maanden wordt stilgelegd, moeten de maatregelen vóór, ge- durende en na de stillegging, zoals navolgend beschreven, worden uitgevoerd. Voor een stillegging langer dan zes maanden moeten de extra maatregelen met de fabrikant worden afgestemd. Veiligheidsbepalingen voor stillegging en opslag De algemene veiligheidsbepalingen (blz.
Pagina 174: Opnieuw In Bedrijf Stellen Na De Stillegging
Stillegging en opslag Opnieuw in bedrijf stellen na de stillegging Graafmachine zo nodig grondig schoonmaken (blz. 140). Hydraulische olie op condenswater controleren, zo nodig verversen (blz. 155). Smeervet aan de zuigerstangen van de hydraulische cilinders verwijderen. Accu inbouwen (blz. 159). Veiligheidsvoorzieningen op werking controleren.
Pagina 175: Heflast Van De Graafmachine
(bijvoorbeeld vasthaken) optreden. Het vastlassen van bevestigingsmiddelen (bijv. haken) mag alleen door vakbekwaam personeel worden uit- gevoerd. Voor deze werkzaamheden s.v.p. uw KUBOTA-dealer vragen. De hefinrichting moet op elk plaats op het aanbouwapparaat of boomdeel een last standhouden, die het 2,5-...
Pagina 176: Lastdragende Inrichting
Heflast van de graafmachine Lastdragende inrichting Geëist wordt een lastdragende inrichting met alle navolgende genoemde eigenschappen: Het systeem moet een last standhouden, die het 2,5-voudige van de nominale heflast bedraagt; onafhankelijk daarvan, waar de last bevestigd wordt. Het systeem moet zo geconstrueerd zijn, dat het naar beneden vallen van de geheven delen is uitgesloten, bijvoorbeeld door beveiligingsvoorzieningen.
Pagina 177: Maximale Heflast Bij Het Draaien Tot 360
Heflast van de graafmachine Maximale heflast bij het draaien tot 360° KX080-4 / arm 1750 mm en arm 2100 mm KX080-4 / arm 1750 mm en kange arm 2100 mm / met zwaar tegengewicht...
Pagina 178: Specificatie
Heflast van de graafmachine Heflast aan de voorzijde, dozerblad beneden CABINE-UITVOERING MET STANDAARD TEGENGE- UITVOERING KX080-4 SPECIFICATIE WICHT (830 kg) ARM 1750 mm kN (t) DRAAIRADIUS HEFLAST (mm) HEFLAST- HOOGTE Mini- Maxi- 3000 4000 5000 [mm] 7000 6000 16,7 5000...
Pagina 179 Heflast van de graafmachine Heflast aan de voorzijde, dozerblad beneden CABINE-UITVOERING MET ZWAAR TEGENGEWICHT UITVOERING KX080-4 SPECIFICATIE (1040 kg) ARM 1750 mm kN (t) DRAAIRADIUS HEFLAST (mm) HEFLAST- HOOGTE Mini- Maxi- 3000 4000 5000 [mm] 7000 6000 16,7 5000 (1,70)
Pagina 180: Toebehoren
Wanneer het dozerblad bij hefwerkzaamheden ondersteund toegepast, moet een aanvullende leidingbreukbevei- liging volgens EN 474-1 zijn gemonteerd. Het leidingbreukbeveiligingsventiel kan reeds in de fabriek gemonteerd zijn of door een KUBOTA-dealer achteraf aangebracht worden. De leidingbreukbeveiliging is vanaf de fabriek op de desbetreffende graafmachine afgesteld.
Pagina 181: Gebruiksaanwijzingen
Deze wordt aan bevestigingspunten (pijlen) aan de cabine vastge- schroefd. KUBOTA extra circuit-kit Het extra circuit-kit is een set verlengstukken (1) met snelkoppelin- gen (2) en houders (3) voor de beschikbare standaard-aansluitin- gen (4) aan de arm.
Pagina 182: Kubota Snelwisselsystemen En Aanbouwapparatuur
Dit dient uitsluitend voor opname van KUBOTA baktoebehoren. De daarbij behorende gebruiksaanwijzing is bij de gebruiksaanwijzing van de graafmachine gevoegd. Neemt u voor verdere informatie s.v.p. contact op met uw KUBOTA-dealer of -distributeur. Grootte, gewicht en armdragende inrichting van de graafmachine zijn factoren die waarmee rekening gehouden moet worden bij de keuze van de aanbouwapparatuur.
Pagina 183: Bak Monteren
Toebehoren De O-ring (6) door de gleuf naar het lageroog (5) trekken. De bouten (2) en (3) uit de lagergaten verwijderen. Let erop dat u de afstandsschijven (vorige afbeelding/8) niet kwijt raakt. De motor starten en de armen een beetje opheffen totdat de bak vrij komt te liggen.
Pagina 184 Toebehoren Ervoor zorgen dat het lagergat van de arm (4) met het lagergat (3) aan de bak overeenkomt. Een afstandsschijf (vorige afbeelding/8) op elke zijde van de armlagers (3) zetten. De bouten (3) in het lagergat zetten. Ervoor zorgen dat het lagergat van de bakverbinding (1) met het lagergat (2) aan de bak overeenkomt.
Pagina 185 Toebehoren...

Kubota KX080-4 Gebruiksaanwijzing

Quick Links

Gerelateerde Handleidingen voor Kubota KX080-4

Samenvatting van Inhoud voor Kubota KX080-4

Inhoudsopgave