Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gedrag Bij Werkzaamheden In De Buurt Van Aardleidingen; Eerste Inbedrijfstelling; Inrijden Van De Graafmachine - Kubota KX91-3a Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruik
Tevens kunnen bodemhobbels of het schuin zetten van de graafmachine de afstand verkleinen.
Wind kan de bovenleidingen laten uitzwaaien en hierdoor de afstand verkleinen.
Bij vonkoverslag zo nodig met geschikte maatregelen de gevarenzone met de graafmachine verlaten.
Indien dit niet mogelijk is, de bestuurdersplaats niet verlaten, naderende personen voor het gevaar
waarschuwen en de uitschakeling van de stroom regelen.

6.1.2 Gedrag bij werkzaamheden in de buurt van aardleidingen

Voordat met uitgravingen wordt begonnen, moet de ondernemer resp. de voor de werkzaamheden
verantwoordelijke persoon controleren, of zich in het geplande werkgebied aardleidingen bevinden.
Indien aardleidingen aanwezig zijn, moeten de positie en het verloop van de leidingen met de eigena-
ren of exploitanten van de leidingen worden vastgesteld en de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen
worden vastgelegd.
Indien onverwachts aardleidingen worden gevonden of beschadigd, moet de gebruiker onmiddellijk
de werkzaamheden onderbreken en de verantwoordelijke persoon op de hoogte brengen.
6.2

Eerste inbedrijfstelling

Voordat de graafmachine voor de eerste keer in bedrijf wordt gesteld, moet deze een visuele controle
op uitwendige beschadigingen door het transport ondergaan en moet de voltalligheid van de mee-
geleverde uitrusting worden gecontroleerd.
Vloeistofniveaus volgens paragraaf 8 controleren.
Alle bedieningsfuncties volgens paragraaf 6.3 en volgend uitvoeren.
Informeer ingeval van defecten s.v.p. onmiddellijk de bevoegde leverancier.

6.2.1 Inrijden van de graafmachine

Gedurende de eerste 50 bedrijfsuren moet in elk geval op de volgende punten worden gelet:
De graafmachine met een laag motortoerental en kleine belasting warmrijden en niet in stilstand
laten warmdraaien.
De graafmachine niet meer dan noodzakelijk belasten.
Bijzondere onderhoudsaanwijzingen:
De motorolie moet met het oliefilter na de eerste 50 bedrijfsuren worden ververst resp. vervan-
gen.
De olie in de rijaandrijvingen moet na de eerste 50 bedrijfsuren worden ververst.
Het retourfilter van het hydraulisch systeem moet na de eerste 250 bedrijfsuren worden vervan-
gen.
6 - 3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Kx101-3aKx121-3aKx161-3aU35-3aU45-3aU50-3a

Inhoudsopgave