4.4
Identificatie van de graafmachine
De typeplaat (4-4/1) van de graafmachine is voor
op de bovenwagen aangebracht. De ingegraveer-
de gegevens moeten door de exploitant in het veld
aan de achterzijde van de titelbladzijde worden
genoteerd.
4.5
Uitrusting
4.5.1 Basisuitrusting
De basisuitrusting van alle graafmachines omvat
een vetspuit en een oliefiltersleutel. Bij de uitvoe-
ringen KX91-3α, KX101-3α en U35-3α moeten
de artikelen in het gereedschapsvak (4-5/1) links-
voor in de vloer van de bestuurderscabine wor-
den opgeborgen.
Bij de uitvoeringen KX121-3α, KX161-3α, U45-
3α en U50-3α is de oliefiltersleutel in het afsluit-
bare gereedschapsvak (4-6/1) rechtsvoor in het
chassis opgeborgen.
4 - 8
Beschrijving van de graafmachine
1
Afb. 4-4
1
Afb. 4-5
Afb. 4-6
1