6.12 Gebruik van de graafmachine bij een buitentemperatuur onder -5 °C (gebruik
in de winter)
Vóór de winter
•
Zo nodig motorolie en hydraulische olie door de voor het gebruik in de winter specifieke viscositeiten
vervangen.
•
Alleen in de handel gebruikelijke dieselolie met wintertoevoegingen gebruiken. Het bijmengen
van benzine is verboden.
•
Laadtoestand van de accu controleren, zie paragraaf 8.5.14. Bij extreme temperaturen moet zo
nodig de accu na het buiten bedrijf stellen worden verwijderd en in een verwarmde ruimte worden
opgeslagen.
Antivriesgehalte van het koelsysteem controleren, zie paragraaf 8.5.1 ; het antivriesgehalte moet
•
zo worden aangevuld, dat het tussen -25 °C en -40 °C ligt.
•
Alle rubberpakkingen van de ruiten, van de cabinedeur en de glijgeleiding van de zijruit met
talkpoeder resp. siliconenolie insmeren.
•
Alle sloten, behalve de startschakelaar, met grafietvet smeren.
•
Scharnieren van de bestuurdersdeur met de vetspuit doorsmeren.
•
Ruitensproei-installatie met vorstvrij ruitenreinigingsmiddel vullen, zie paragraaf 6.15 .
Gebruik gedurende de winter
•
Na beëindiging van de werkzaamheden moet de graafmachine worden schoongemaakt; bijzon-
dere aandacht moet worden besteed aan de rupsbanden, de voorbouwapparatuur en de zuigers-
tangen van de hydraulische cilinders. Indien de graafmachine met een waterstraal wordt schoon-
gemaakt, moet deze aansluitend in een droge, vorstvrije en goed geventileerde ruimte worden
geparkeerd. Schoonmaken van de graafmachine, zie paragraaf 8.4 .
•
Zo nodig moet de graafmachine op planken of matten worden geparkeerd, om het vastvriezen
aan de grond te voorkomen.
•
Vóór het in bedrijf stellen controleren, of er geen ijs aan de zuigerstangen van de hydraulische
cilinders bevindt; ijs kan de pakkingen beschadigen. Verder moet worden gecontroleerd, of de
rupsbanden aan de grond zijn vastgevroren; indien dit zo is, mag de graafmachine niet in bedrijf
worden gesteld.
Wees voorzichtig bij het in- en uitstijgen; de rupsband kan glad zijn.
•
De graafmachine na het starten niet belasten. Voordat met werkzaamheden met de voorbouw-
apparatuur wordt begonnen, moet de graafmachine worden warmgereden. Niet in stilstand laten
warmdraaien.
6 - 34
Gebruik