8.4
Schoonmaken van de graafmachine
Voordat met de schoonmaakwerkzaamheden wordt begonnen; motor uitschakelen en
tegen opnieuw inschakelen beveiligen.
Bij het gebruik van een stoomapparaat voor het schoonmaken van de graafmachine
mag de straal niet op de elektrische onderdelen worden gehouden.
De waterstraal niet op de inlaatopening van het luchtfilter houden.
Het schoonmaken van de graafmachine met brandbare vloeistoffen is verboden.
Het wassen van de graafmachine mag alleen op hiervoor bestemde plaatsen (met olie-
vetafscheider) plaatsvinden.
Het schoonmaken van de graafmachine kan met water en een toevoeging van een in de handel
gebruikelijk reinigingsmiddel plaatsvinden. Daarbij erop letten, dat geen water in de elektrische instal-
latie komt.
Kunststofdelen moeten met een kunststofreinigingsmiddel worden behandeld.
8.5
Onderhoudswerkzaamheden
8.5.1
Koelvloeistof bijvullen
•
Antivriesgehalte met een antivriestester con-
troleren; dit moet bij -25 °C liggen.
Het antivriesgehalte mag niet gro-
ter zijn dan 45 %.
•
Deksel van het koelvloeistofexpansiereservoir
met koude motor openen en aangemengde
koelvloeistof tot aan het merk FULL (8-1/1)
vullen.
Indien het koelvloeistofexpansiereservoir com-
pleet was leeggemaakt, moet het vloeistofpeil in
de radiateur worden gecontroleerd.
8 - 4
Afb. 8-1
Onderhoud
1